In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 70 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
START KLAAR
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Lesprogramma
A: Herhaling pretérito perfecto
B: Pretérito imperfecto
C: Uitleg boekopdracht
Slide 4 - Tekstslide
Lesdoelen
Lesdoelen voor vandaag: Después de la clase...
R: Kan je de pretérito perfecto herkennen en correct vervoegen.
R: Kan je de pretérito imperfecto herkennen en correct vervoegen.
Slide 5 - Tekstslide
Mi gramática
Slide 6 - Tekstslide
Zet de werkwoord in de juiste vorm van de Pretérito perfecto -Hablar, yo
Slide 7 - Open vraag
Zet de werkwoord in de juiste vorm van de Pretérito perfecto -Comer, tú
Slide 8 - Open vraag
Zet de werkwoord in de juiste vorm van de Pretérito perfecto -Vivir, nosotros
Slide 9 - Open vraag
Pretérito perfecto (voltooid tegenwoordige tijd)
What is Pretérito Perfecto?
“Pretérito Perfecto” is used for actions or situations that have a connection to the present moment. For example, “He comido paella hoy” (I have eaten paella today). This tense is about recent actions or ongoing situations.
Slide 10 - Tekstslide
1. Hulp werkwoord HABER vervoegen volgens de persoon in de zin.
2. -AR = ADO
-ER of -IR = IDO
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Pretérito imperfecto (onvoltooid verleden tijd)
What is Pretérito imperfecto?
We gebruiken de “Pretérito imperfecto” om te praten over dingen die in het verleden regelmatig gebeurden of om een situatie in het verleden te beschrijven.
We use the pretérito imperfecto to talk about things that happened regularly in the past or to describe situations in the past.
Slide 13 - Tekstslide
El pretérito imperfecto
De pretérito imperfecto gebruik je bij het beschrijven van gewoontes uit het verleden.
*The pretérito imperfecto is used to describe habits from the past.
Om acties in het verleden te beschrijven. We beschrijven de context van een situatie.
Bijvoorbeeld: Het regende en het was koud.
*To describe actions in the past. We describe the context of a situation.
For example: It was raining, and it was cold.
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
El pretérito imperfecto
Slide 16 - Tekstslide
El pretérito imperfecto
Slide 17 - Tekstslide
El pretérito imperfecto
1. Cenar, yo.
2. Enviar, tú.
3. Pasear, mis hijos y yo.
4. Comprar, él.
5. Descansar, vosotros.
6. Estudiar, ellas.
Zet de volgende werkwoorden in de Pretérito imperfecto.
Slide 18 - Tekstslide
Boekopdracht
El secreto de Romina
Toetsvorm: schriftelijke toets
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Wanneer gebruik je de Pretérito imperfecto?
Slide 21 - Open vraag
Lesdoelen
Lesdoelen voor vandaag: Después de la clase...
R: Kan je de pretérito perfecto herkennen en correct vervoegen.
R: Kan je de pretérito imperfecto herkennen en correct vervoegen.
Slide 22 - Tekstslide
Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃
Slide 23 - Poll
¡Hasta la próxima clase!
Slide 24 - Tekstslide
Vocabulario
pagina 123
Slide 25 - Tekstslide
Wat: Betekenissen zoeken van 10 woorden uit het woordenlijst.