Maak een Kahoot per groepje
1. Persoonlijk voornaamwoorden
2. Betrekkelijk voornaamwoorden
3. Wederkerend en wederkerig
4. Bijwoorden en voorzetsels
5. Tel- en voegwoorden
6. Verwijswoorden
Gebruik je lesboek, maak ca. 10 vragen, maak verschillende vragen, daag je klasgenoten uit qua moeilijkheidsgraad van de vragen
Sla de Kahoot op als volgt: 1X - benaming woordsoort