Vragers en aanbieders H5

Vragers en aanbieders H5

Verandering van prijs en inkomen
Les 1
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Vragers en aanbieders H5

Verandering van prijs en inkomen
Les 1

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je weet wat positieve en negatieve externe effecten zijn  
  • Je kunt beschrijven wat de rol van de overheid hierin is
  • Aan de hand van een berekening kan je het vraaggedrag van consumenten aantonen en onderbouwen

Slide 2 - Tekstslide

Positief extern effect
Negatief extern effect

Slide 3 - Tekstslide

Externe effecten, overheidsingrijpen
Extern effect: 
effect als gevolg van 
productie en consumptie --> 
Niet bij de prijs inbegrepen.

Negatieve externe effecten &  
positieve externe effecten

Slide 4 - Tekstslide

Een extern effect wordt niet in de prijs verrekend en is altijd slecht voor de maatschappij
A
dit is juist
B
dit is niet juist

Slide 5 - Quizvraag

Wat is geen voorbeeld van een extern effect?
A
Rommel na het concert in de ZiggoDome
B
Bouw van een nieuw stadsplein
C
Rommel na een wedstrijd van FCT buiten het stadion
D
Uitstoot van de fabriek van Tata-steel

Slide 6 - Quizvraag

Maatschappelijke...
Maatschappelijke kosten
Kosten van economisch handelen voor de samenleving. Kosten die de samenleving moet opbrengen, bijvoorbeeld door luchtvervuiling, roken, afval na de markt enz. De optelsom van de private kosten en de externe kosten van een product.
Maatschappelijke opbrengsten
Opbrengsten van economisch handelen voor de samenleving.

Slide 7 - Tekstslide

Hoe kan de overheid zorgen dat de milieuvervuiling door auto's wordt verminderd?

Slide 8 - Woordweb

Profijtbeginsel
Profijtbeginsel
  • Je betaalt als je ergens gebruik van maakt
  • Voorbeeld: wegenbelasting of de kilometerheffing

Slide 9 - Tekstslide

Procentuele verandering berekenen 

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag!
- Maken 5.2 t/m 5.5 a,b 
    - Klassikaal, alleen of in tweetallen
    - Vragen? > Lees de vraag nog een keer door > Fluisterend aan je buurman/vrouw vragen > Aan mij vragen
    - In je schrift
Klaar?
- Nakijken van de opgaven of verder werken!
- Leerdoelen van de planner samenvatten 

Slide 11 - Tekstslide

Vragers en aanbieders H5

Verandering van prijs en inkomen
Les 2

Slide 12 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Aan de hand van een berekening kan je het vraaggedrag van consumenten aantonen en onderbouwen
  • Je kunt de prijselasticiteit (Ev) berekenen, omschrijven en toepassen

Slide 13 - Tekstslide

Procentuele verandering berekenen 

Slide 14 - Tekstslide

Prijselasticiteit


De prijselasticiteit zegt iets over hoe sterk de gevraagde hoeveelheid reageert op een daling of stijging van de prijs.

Slide 15 - Tekstslide

Prijselasticiteit van de vraag berekenen 
.

Ev = procentuele verandering van de gevraagde hoeveelheid
          --------------------------------------------------------------
                            procentuele verandering van de prijs

Ev = gevolg / oorzaak

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Samengevat
  • Ev > 1, elastische vraag, omzet stijgt bij prijsdaling
  • Ev = 0, volkomen inelastisch, omzet blijft gelijk bij prijsdaling
  • 0 > Ev >1, inelastische vraag, omzet daalt bij prijsdaling
  • Primaire goederen: inelastische vraag
  • Luxe goederen: elastische vraag

Slide 18 - Tekstslide

Inelastisch

Iets is (prijs)inelastisch als de vraag niet sterk  reageert op een verandering van de prijs (primaire goederen).


Als de prijs met bijvoorbeeld 1% stijgt, zal de gevraagde hoeveelheid met minder dan 1% dalen.



Slide 19 - Tekstslide

Oefenopgave 1

a) De prijs daalt met 10% en de gevraagde hoeveelheid stijgt met 5%.

Bereken de elasticiteit.


b) De prijs stijgt met 10%. De waarde van de elasticiteit is -2.

Met hoeveel verandert de gevraagde hoeveelheid?

Slide 20 - Tekstslide

Uitwerking

a) Ev = 5% /-10% = -0,5
b) -2 = proc. ver. q / 10%    
procentuele verandering gevraagde hoeveelheid =

-2 x 10% = -20%
c) -0,5 = -5% / proc. ver. p
procentuele verandering prijs =  -5% / -0,5 = 10%

Slide 21 - Tekstslide

Aan de slag!
- Maken 5.5 t/m 5.11
    - Klassikaal, alleen of in tweetallen
    - Vragen? > Lees de vraag nog een keer door > Fluisterend aan je buurman/vrouw vragen > Aan mij vragen
    - In je schrift
Klaar?
- Nakijken van de opgaven of verder werken!
- Leerdoelen van de planner samenvatten 

Slide 22 - Tekstslide

Afsluiter
Samen maken: 5.10

Slide 23 - Tekstslide

Vragers en aanbieders H5

Verandering van prijs en inkomen
Les 3

Slide 24 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je kunt de prijselasticiteit (Ev) berekenen, omschrijven en toepassen
  • Je kunt uitleggen wat het effect is op de omzet bij een elastische of inelastische vraag

Slide 25 - Tekstslide

Prijsstijging zal leiden tot hogere omzet als de vraag inelastisch is. 



Hoe komt dat?

Slide 26 - Tekstslide

Prijsstijging zal leiden tot hogere omzet als de vraag inelastisch is. 



De daling van Qv is in verhouding kleiner dan de prijsstijging.

Slide 27 - Tekstslide

Bij een prijselastische vraag leidt prijsstijging tot een lagere omzet.



Hoe komt dat?

Slide 28 - Tekstslide

Bij een prijselastische vraag leidt prijsstijging tot een lagere omzet.


Een procentuele afname van de vraag is groter dan de procentuele stijging van de prijs.

Slide 29 - Tekstslide

Aan de slag!
- Maken 5.10 t/m 5.14
    - Klassikaal, alleen of in tweetallen
    - Vragen? > Lees de vraag nog een keer door > Fluisterend aan je buurman/vrouw vragen > Aan mij vragen
    - In je schrift
Klaar?
- Nakijken van de opgaven of verder werken!
- Leerdoelen van de planner samenvatten 

Slide 30 - Tekstslide

Vragers en aanbieders H5

Verandering van prijs en inkomen
Les 4

Slide 31 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je kunt voorbeelden geven van inferieure, luxe en normale goederen.
  • Je kunt aangeven in hoeverre deze goederen elastisch of inelastisch zijn. 

Slide 32 - Tekstslide

3 productgroepen
- Primaire producten
- Secundaire (luxe) producten
-Inferieure producten

Slide 33 - Tekstslide

Prijsstijging zal leiden tot hogere omzet als de vraag inelastisch is. 



De daling van Qv is in verhouding kleiner dan de prijsstijging.

Slide 34 - Tekstslide

Bij een prijselastische vraag leidt prijsstijging tot een lagere omzet.


Een procentuele afname van de vraag is groter dan de procentuele stijging van de prijs.

Slide 35 - Tekstslide

De prijsstijging is 8%
De vraagdaling is 2,5%
Bereken de elasticiteit in 2 decimalen

Slide 36 - Open vraag

3 productgroepen
- Primaire producten
- Secundaire (luxe) producten
-Inferieure producten

Slide 37 - Tekstslide

Inferieure producten
De vraag naar deze producten neemt af  terwijl het inkomen toeneemt. Voorbeelden: vakantie in Nederland, tweedehands artikelen

Ey < 0

Slide 38 - Tekstslide

Primaire en Luxe goederen
Primaire goederen
Zijn goederen die noodzakelijk zijn om te leven. Je kunt niet zonder ze.
Luxe goederen
Zijn niet noodzakelijk maar wel leuk om te hebben. Een luxe dus.

Slide 39 - Tekstslide

Primaire en luxe goederen
Primaire goederen: 
Zijn goederen die noodzakelijk zijn om te leven.



Luxe (secundaire) goederen: 
Zijn niet noodzakelijk om te kunnen leven.

Slide 40 - Tekstslide

Aan de slag!
- Maken 5.10 t/m 5.16
    - Klassikaal, alleen of in tweetallen
    - Vragen? > Lees de vraag nog een keer door > Fluisterend aan je buurman/vrouw vragen > Aan mij vragen
    - In je schrift
Klaar?
- Nakijken van de opgaven of verder werken!
- Leerdoelen van de planner samenvatten 

Slide 41 - Tekstslide