Woordenschat - les 3

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Quizlet paragraaf 1
  • Woordenschat - paragraaf 2

Slide 2 - Tekstslide

Woordenschat par. 1
Doel:
Ik kan de betekenis van onbekende woorden uit de vorm, de samenstelling 
of de context afleiden.

Slide 3 - Tekstslide

Quizlet
www.quizlet.live

woordenschat Cursus 8, paragraaf 1

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Quizlet paragraaf 1
  • Woordenschat - paragraaf 2

Slide 6 - Tekstslide

Woordenschat par. 2
Doel:
Ik ken de betekenis Griekse en Latijnse woorden, woorddelen en uitdrukkingen.

Slide 7 - Tekstslide

Woorden uit het Grieks of Latijn
Sommige ‘moeilijke woorden’ bevatten woorden of woorddelen uit het Grieks of Latijn. Het is handig die woorden en woorddelen te kennen. Dan begrijp je die ‘moeilijke woorden’ beter.

Slide 8 - Tekstslide

Woorden uit het Grieks of Latijn
Sommige ‘moeilijke woorden’ bevatten woorden of woorddelen uit het Grieks of Latijn. Het is handig die woorden en woorddelen te kennen. Dan begrijp je die ‘moeilijke woorden’ beter.

Slide 9 - Tekstslide

Corona is een Latijns woord. Wat betekent dit in het Nederlands?
A
Bier
B
Kroon
C
Virus
D
Smetstof

Slide 10 - Quizvraag

Wel of niet geleend uit het Latijn/ Grieks: veto
A
Wel
B
Niet

Slide 11 - Quizvraag

Wel of niet geleend uit het Latijn/ Grieks: tomaat
A
Wel
B
Niet

Slide 12 - Quizvraag

Wel of niet geleend uit het Latijn/ Grieks: chocola
A
Wel
B
Niet

Slide 13 - Quizvraag

Wel of niet geleend uit het Latijn/ Grieks: ad rem
A
Wel
B
Niet

Slide 14 - Quizvraag

Wel of niet geleend uit het Grieks/Latijn: pro forma
A
Wel
B
Niet

Slide 15 - Quizvraag

Woorden uit het Grieks of Latijn
Hoe herken je ze?
-> Lijst met woorden, leer deze uit je hoofd!

Slide 16 - Tekstslide

Maken
Cursus 8 Woordenschat
Paragraaf 2 Griekse en Latijnse woorden, woorddelen en uitdrukkingen
ALLE opdrachten

Slide 17 - Tekstslide

Woorden uit het Grieks of Latijn
Hoe herken je ze?
-> Lijst met woorden, leer deze uit je hoofd!

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht
Maken Cursus 8
begin maken met paragraaf 2

Slide 19 - Tekstslide

Huiswerk
Cursus 8 Woordenschat
Paragraaf 2 Griekse en Latijnse woorden, woorddelen en uitdrukkingen
ALLE opdrachten

Slide 20 - Tekstslide

Toets woordenschat
Woordbetekenis geven, aangeven of woorden correct gebruikt zijn. 
Alle gevraagde woorden komen uit de oefeningen!!

Slide 21 - Tekstslide

Spreken en presenteren
Doel:
Ik kan uitleggen hoe je verbale en non-verbale middelen in kunt 
zetten om je spreekdoel te bereiken.

Slide 22 - Tekstslide

Spreken en presenteren
Als je spreekt voor publiek, is het niet alleen belangrijk wát je zegt (verbale communicatie), maar ook hóe je het zegt en wat je daarbij uitstraalt (non-verbale communicatie). 

Je stemgebruik, lichaamstaal en interactie met het publiek bepalen voor meer dan de helft het succes van je presentatie.

Slide 23 - Tekstslide

Let bij het presenteren op:
-Stemgebruik: spreek niet te snel en niet te hard of te zacht. 
-Intonatie: varieer in toonhoogte en volume om de inhoud van je presentatie 
  te ondersteunen. Articuleer goed: spreek de woorden duidelijk uit.
-Lichaamstaal: sta rechtop, met je voeten stevig op de grond. Maak gebaren 
  die je woorden ondersteunen. Straal enthousiasme uit en laat zien dat jij 
  gelooft in wat je vertelt.
-Interactie: maak oogcontact met het publiek. Kijk goed rond en betrek het 
  hele publiek bij je presentatie. Reageer op wat er in het publiek gebeurt.

Slide 24 - Tekstslide