Woordenschat - les 4

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Uitleg spreekbouwplan
  • Lezen 
  • Woordenschat

Slide 2 - Tekstslide

Spreekbouwplan
Een spreekbouwplan kan je helpen om structuur in je presentatie aan te brengen. Een bouwplan zorgt voor samenhang in de tekst. In een bouwplan leg je de inhoud en de opbouw van je tekst vast: welke deelonderwerpen komen aan de orde en in welke volgorde. Ook noteer je de inhoud van de verschillende alinea’s in steekwoorden. Dan hoef je je bij het schrijven alleen nog maar te concentreren op de formulering (woordkeus en zinsbouw), de spelling en de lay-out.

Slide 3 - Tekstslide

Spreekbouwplan
Als voorbereiding op je presentatie vul je een spreekbouwplan in. Je voegt dit formulier toe aan je mapje.

Als je al toe bent aan het invullen van het bouwplan, kun je een formulier halen bij je docent.

Slide 4 - Tekstslide

Lezen
  • 25 minuten lezen in stilte
  • Geef het thema (houd het klein!) en de tweede titel door 

Slide 5 - Tekstslide

Woordenschat
Doel:
Ik kan de betekenis van onbekende woorden uit de vorm, de samenstelling 
of de context afleiden.

Slide 6 - Tekstslide

Woorden uit het Grieks of Latijn
Sommige ‘moeilijke woorden’ bevatten woorden of woorddelen uit het Grieks of Latijn. Het is handig die woorden en woorddelen te kennen. Dan begrijp je die ‘moeilijke woorden’ beter.

Slide 7 - Tekstslide

Woorden uit het Grieks of Latijn
Van woorden worden soms afleidingen gemaakt door er een voorvoegsel of achtervoegsel aan te verbinden. Die voor- en achtervoegsels hebben een vaste betekenis. Met behulp van de voorvoegsels uit schema 2 kun je veel woordbetekenissen achterhalen, soms in combinatie met de woord(del)en uit het schema van de vorige les.

antistoffen - autonoom - desinformatie - monoloog - synoniem

Slide 8 - Tekstslide

Woorden uit het Latijn
Het Latijn is lang de taal van wetenschappers en de kerk geweest. Het heeft veel woorden aan het Grieks ontleend. In het Nederlands gebruiken we sommige van die woorden nog steeds. Ook in andere westerse talen als het Frans en het Engels komen ze voor.

Latijnse begrippen en uitdrukkingen gebruiken we nog regelmatig in het Nederlands, zoals ‘ad hoc’ (voor deze zaak; speciaal voor dit doel) en ‘ex aequo’ (op gelijke hoogte).

Slide 9 - Tekstslide

Maken
Cursus 8 Woordenschat

Paragraaf 2 Griekse en Latijnse woorden, woorddelen en uitdrukkingen
ALLE opdrachten


Slide 10 - Tekstslide

Arbeidmarkt

Slide 11 - Tekstslide

ARBEIDSMARKT

Slide 12 - Woordweb

Maken
Cursus 8 Woordenschat

Paragraaf 2 Griekse en Latijnse woorden, woorddelen en uitdrukkingen
ALLE opdrachten

Paragraaf 3 Arbeidsmarkt
opdracht 4 t/m 10

Slide 13 - Tekstslide