week 2

Nederland & het water - de Afsluitdijk
les 1
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsISK

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Nederland & het water - de Afsluitdijk
les 1

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag:
- We bekijken filmpjes over de Afsluitdijk.
- Je maakt aantekeningen in je schrift.
- Je beantwoordt vragen en je maakt een eindopdracht.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen:
- Je weet wat de Afsluitdijk is.
- Je weet wanneer en waarom die is gemaakt.
- Je weet wat de voor- en nadelen zijn van de Afsluitdijk.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Filmpje 1
- Bekijk het filmpje op de volgende slide.
- Schrijf op wat je leert over de Afsluitdijk.
- Schrijf moeilijke woorden op in je schrift. Zet de vertaling erachter.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je geleerd over de Afsluitdijk?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Filmpje 2
- Bekijk het filmpje op de volgende slide.
- Schrijf op wat je leert over de Afsluitdijk.
- Schrijf moeilijke woorden op in je woordenlijst. Zet de vertaling erachter.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Voor de aanleg van de Afsluitdijk: Hoe heetten de twee wateren aan allebei de kanten?
A
Waddenzee & Noordzee
B
Zuiderzee & Noordzee
C
Waddenzee & Zuiderzee
D
Waddenzee & Ijsselmeer

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ingenieur Cornelis Lely bedacht de Afsluitdijk. Waarom?
A
Dat was goed voor de handel.
B
Er waren veel overstromingen
C
Hij vond dat mooi.

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De afsluitdijk werd gebouwd. Wat was het gevolg voor de Zuiderzee?
A
Die werd groter.
B
Daar gingen meer vissoorten leven.
C
Die werd afgesloten.
D
Die werd afgesloten en veranderde toen in het Ijsselmeer.

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is de Afsluitdijk eigenlijk een dam?
A
Omdat een dijk water van land scheidt.
B
Omdat een dam groter is.
C
Omdat er in Nederland alleen dijken in Zeeland zijn.

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom mag er geen zout water van de Waddenzee in het Ijsselmeer stromen?
A
Dat is niet goed voor de vissen.
B
Dat is niet goed voor het drinkwater

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Ga naar: https://deafsluitdijk.nl/historie/.
Lees de tekst tot en met de alinea onder 'De aanleg van de Afsluitdijk gaat van start'.
Noteer wat je leert over de afsluitdijk.
Noteer moeilijke woorden in je woordenlijst.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eindopdracht van deze les
Je hebt geleerd waarom de Afsluitdijk is gemaakt en  wat de voordelen en nadelen ervan waren. Neem het schema over in je schrift en vul het in. Volgende les gaan we hiermee verder.
Het schema staat op de volgende slide.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voordelen van de Afsluitdijk
Nadelen van de Afsluitdijk

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nederland & het water - de Afsluitdijk
les 2

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag:
Bespreken schema eindopdracht vorige les
Werken aan inlevingsopdracht (schrijven)
Eventueel aan eind van de les: delen opdracht

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen:
Je weet hoe je een nette brief moet schrijven.
Je kunt je inleven in mensen die in 1933 leefden.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bespreken eindopdracht vorige les

Wat waren in 1933 de voordelen van het bouwen van de afsluitdijk?
Wat waren in 1933 de nadelen van het bouwen van de afsluitdijk?

Slide 20 - Tekstslide

voordelen:
geen overstromingen meer + meer grond (meer verbouwen, minder honger)

nadelen:
minder vissen, vissers moesten een andere baan gaan zoeken
Werken aan inlevingsopdracht
Wat is een formele brief ook alweer?
Hoe bouw je je brief op?

Slide 21 - Tekstslide

Bespreek met leerlingen ook de 'kapstok' voor het schrijven van een brief:

- formele aanhef
- inleiding: waarom schrijf je jouw brief (bijvoorbeeld: Ik schrijf u een brief naar aanleiding van het bouwen van de afsluitdijk. Daarmee ben ik blij/ niet blij.
- kern: uitleg: waarom ben je blij/niet blij
- slot: wat verwacht je van de minister-president? Moet hij wat doen? Moet hij je een brief terugsturen?

Formele slotgroet
Formele brief
  • formele aanhef (bv. Geachte heer/mevrouw, Beste ....)
  • inleiding: Waarom schrijf je jouw brief (bijvoorbeeld: Ik schrijf u een brief naar aanleiding van het bouwen van de afsluitdijk. Daarmee ben ik blij/ niet blij.
  • kern: uitleg: waarom ben je blij/niet blij (argumenten)
  • slot: wat verwacht je van de minister-president? Moet hij wat doen? Moet hij je een brief terugsturen?
  • Formele slotgroet (Hoogachtend, Met vriendelijke groet(en) ...)

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De opdracht - Je leeft in 1933...
  • Schrijf een formele brief aan Henrikus Colijn, de minister-president van Nederland in 1933.
  • Kies of je een gewone burger óf een visser bij de Zuiderzee bent.
  • Maak in je brief duidelijk wat je mening is: moet de Afsluitdijk gebouwd worden of niet? 
  • Gebruik de informatie die je hebt geleerd!

Slide 23 - Tekstslide

Voorstel:
  •  brief is ongeveer 300 woorden
  • leerlingen schrijven de brief op papier in schrift
Nederland & het water - de Afsluitdijk
les 3

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag:
 Indien nodig: brieven bespreken
 Leesopdracht

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen:
Je leert nieuwe woorden.
Je kunt informatie uit de tekst vergelijken met jouw kennis.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Indien nodig: brieven bespreken

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Lees de tekst en maak de opdrachten.
  • Eerste 7 minuten: alleen
  • Daarna: overleggen in je groepje & samenwerken.
  • Klaar? Bedenk zelf toetsvragen die kunnen horen bij deze tekst.
  • Eind van de les: tekst bespreken.

Slide 28 - Tekstslide

https://docs.google.com/document/d/108cHiO18pRNWQjiT8ApCFf0unVK0bEBk/edit?usp=sharing&ouid=118202387242319831539&rtpof=true&sd=true 
Woordenlijst

1. bouwwerken
2. cruciaal (cruciale)
3. robuust(e)
4. effectieve (effectief)
5. constructie
6. zowel...als
7. bestand is tegen
8. weersomstandigheden
9. levensduur
10. verlengen
11. scheiding
12. voldoende
13. flora
14. fauna
15. verbinding
16. toegankelijkheid
17. ervaren

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies