Hoofdstuk 5 - klanten ontvangen

Klanten ontvangen
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnPraktijkonderwijsLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Klanten ontvangen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van dit hoofdstuk kan je:

Klanten ontvangen en doorverwijzen:
  1. klanten ontvangen, begroeten en te woord staan.
  2. Klanten informatie geven en doorverwijzen.
  3. Klanten koffie of thee aanbieden.
  4. Afscheid nemen van de klanten.

Gegevens registreren:
1. Bezoekers in/uit schrijven.
2. Tijden noteren.

Slide 2 - Tekstslide

Klanten ontvangen
Op je werk ontvang je klanten. Deze klanten kunnen mensen zijn die je verwacht. Het kunnen ook mensen zijn die je niet verwacht.

Op gepland bezoek kun je je voorbereiden. Op ongepland of onverwacht bezoek kun je  je niet voorbereiden. Je kunt er wel rekening mee houden dat er elk moment een ongeplande bezoeker kan komen. Dan maak je een goede indruk.


Slide 3 - Tekstslide

Vriendelijk en beleefd zijn
Ontvang je klanten vriendelijk. Dan geef je ze het gevoel dat ze welkom zijn. Daarmee krijgen klanten een positieve indruk van de organisatie. Jij speelt een belangrijke rol in hoe mensen over jouw organisatie denken.

Hoe laat je zien dat je vriendelijk bent:
  • glimlachen naar je bezoek.
  • op een aardige manier tegen je bezoek praten.
  • bezoek aanspreken met 'u' en met 'meneer' of 'mevrouw'

Voorbeeld van een vriendelijke en beleefde begroeting:
Goedemiddag mevrouw. Wat kan ik voor u doen?

Slide 4 - Tekstslide

Controle vragen
Het is soms handig om een controlevraag te stellen. Zo weet je of je alles goed begrepen hebt. Zegt de klant dat hij toch wat anders bedoelde? stel dan opnieuw vragen. Je vraagt door totdat je precies weet wat een klant wil.

Voorbeelden controlevraag:
  • U wilt graag spreken met mijn collega Chantal heb ik dat goed?
  • U wilt dus liever contact via de mail dat via telefoon?
  • Ja, ik zoek wel voor u uit hoe laat mijn collega weer tijd heeft. Ik bel u terug op nr....

Slide 5 - Tekstslide

Stel de juiste vragen
Werk jij als dienstverlener achter een balie en komt er een klant? Dan is het voor jou handig om te weten:
  • Wat de naam van de bezoeker is
  • of de klant een afspraak heeft en voor wie hij komt
  • wat de reden voor zijn bezoek is.
Dat vraag je aan de klant.

Slide 6 - Tekstslide

Het is half 2. Een klant komt aan de balie. Je begroet hem vriendelijk. ''Ik heb een afspraak om 2 uur'' zegt hij.

Welke twee vragen stel je de klant?
A
Waarom bent u zo vroeg?
B
Wat is uw naam, meneer?
C
Met wie heeft u een afspraak?
D
Waarover gaat uw afspraak?

Slide 7 - Quizvraag

Het is kwart over 5 's middags. Het is rustig in de kapsalon. Je verwacht nog 1 klant. Want je hebt in de agenda gezien dat je collega Mariella Santos om 17.30u nog een afspraak heeft. Er komt een meneer bij de balie.

Hoe ontvang je deze bezoeker?

Slide 8 - Open vraag

Wat is je eerste indruk van de wachtruimte?

Slide 9 - Open vraag

Een klant begroeten
Speel de situatie na, kies uit:
  • Een klant komt terug met haar dat de verkeerde kleur heeft. 
  • Een klant komt bij de balie en wil gebruik maken van de zonnebank. Hij weet het kamernummer niet.
  • Een klant komt een beauty salon binnen zij wil een behandeling. Er is op dat moment geen plaats vrij.

Vul je werkblad in.

Slide 10 - Tekstslide

Afscheid nemen
Op een goede manier afscheid nemen is net zo belangrijk als de klant ontvangen. Een tevreden klant komt namelijk weer terug.

Bij het afscheid nemen hoort:
  • vragen of alles naar wens is geweest.
  • afrekenen (als het nodig is)
  • een vervolgafspraak maken (als het nodig is)
  • de jas aangeven.
  • groeten, de klant naar de deur begeleiden en de deur openhouden voor de klant.
  • de klant een prettige dag wensen en gedag zeggen.
  • de klant uitschrijven op de bezoekerslijst.

Slide 11 - Tekstslide

Rollenspel
Laat in een rollenspel zien hoe je afscheid neemt van de klant.
Bedenk zelf een situatie

Slide 12 - Tekstslide

Ik ontvang en begroet de klant en sta de klant te woord.
πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ

Slide 13 - Poll

Ik bied klanten koffie of thee aan.
πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ

Slide 14 - Poll

Ik neem afscheid van de klant.
πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ

Slide 15 - Poll

Ik schrijf bezoekers in/uit.
πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ

Slide 16 - Poll

Ik kan tijden noteren.
πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ

Slide 17 - Poll

Hier moet ik nog aan werken.

Slide 18 - Open vraag