Voorbereiden op Leestoets 1

Voorbereiden op Leestoets 1
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Voorbereiden op Leestoets 1

Slide 1 - Tekstslide

Wat is het onderwerp van deze tekst? ------>

Slide 2 - Open vraag

Wat is het onderwerp van deze tekst? ------>

Slide 3 - Open vraag

Wat is het onderwerp van deze tekst? ------>

Slide 4 - Open vraag

Wat is de definitie van de hoofdgedachte van een tekst?
A
De kernzin van de alinea
B
Waar de tekst over gaat
C
Het belangrijkste van een tekst in één zin
D
Een samenvatting van de tekst

Slide 5 - Quizvraag

Lees de tekst en bepaal de kernzin
Eén van de vele bedreigde diersoorten zijn de rivierdolfijnen. Ze zijn
veel minder bekend dan hun ‘neven’ die in de zee leven. Je vindt deze
walvisachtigen in een aantal grote rivieren in Azië en Zuid-Amerika.
Rivierdolfijnen zijn lastig te zien, omdat ze veel tijd onder (troebel)
water doorbrengen en omdat er steeds minder zijn. In totaal zijn er
negen soorten. Rivierdolfijnen behoren tot de meest bedreigde
diersoorten ter wereld.

Slide 6 - Tekstslide

De kernzin is
A
De eerste zin
B
De tweede zin
C
De laatste zin

Slide 7 - Quizvraag

Lees de tekst en bepaal de kernzin
Een van de belangrijkste bedreigingen is vervuiling. De rivieren in Azië
en Zuid-Amerika lijden erg onder zware industrie en het niet opvolgen
van de milieuregelgeving. Daardoor zijn milieuschandalen aan de orde
van de dag. Fabrieken lozen bijvoorbeeld stiekem schadelijk restafval.
Deze afvalstoffen tasten de natuur ernstig aan. Daarnaast is de toenemende scheepvaart een probleem. Rivierdolfijnen gebruiken
echolocatie en communiceren met geluid. De stijging van motorgeronk
in de rivieren doet de dieren geen goed. 

Slide 8 - Tekstslide

De kernzin is
A
De eerste zin
B
De tweede zin
C
De laatste zin

Slide 9 - Quizvraag

Wat doe je niet om het onderwerp van een tekst te vinden?
A
De titel lezen
B
De bron bekijken
C
De hele tekst lezen
D
De inleiding lezen

Slide 10 - Quizvraag

Wat in een tekst belangrijk is, noem je...

Slide 11 - Open vraag

Wat is het doel van een recept?
A
Informeren
B
Instrueren
C
Adviseren
D
Vermaken

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het doel van een reclametekst?
A
Adviseren
B
Informeren
C
Activeren
D
Overtuigen

Slide 13 - Quizvraag

Wat is het doel van een nieuwsartikel?
A
Vermaken
B
Instrueren
C
Informeren
D
Adviseren

Slide 14 - Quizvraag

Waar kan je onder andere aan zien voor wie de tekst geschreven is?
A
Titel
B
Tussenkopjes
C
Bron
D
Lettertype

Slide 15 - Quizvraag

De gebruiksaanwijzing van de tv is een:
A
Instructie
B
Advies
C
Nieuwsbericht
D
Waarschuwing

Slide 16 - Quizvraag

Een recept is een:
A
Handleiding
B
Instructie
C
Advies
D
Informatie

Slide 17 - Quizvraag

Wat is het tekstdoel van deze tekst? ------>

Slide 18 - Open vraag

Wat is het tekstdoel van deze tekst? ------>

Slide 19 - Open vraag

Wat is het tekstdoel van deze tekst? ------>

Slide 20 - Open vraag

Wat is het tekstdoel van deze tekst? ------>

Slide 21 - Open vraag

Sleep de tekstdoelen naar de juiste teksten. Je houdt er 2 over.
Amuseren
Tot handelen aanzetten
Informeren
Waarschuwen
Overtuigen
Adviseren
Instrueren

Slide 22 - Sleepvraag

Voor wie is deze reclame?
A
Kinderen
B
Jongeren
C
Volwassenen
D
Ouderen

Slide 23 - Quizvraag

Voor wie is deze reclame?
A
Kinderen
B
Jongeren
C
Volwassenen
D
Ouderen

Slide 24 - Quizvraag


Voor wie is deze reclame?
A
Kinderen
B
Jongeren
C
Volwassenen
D
Ouderen

Slide 25 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor opmaak?
(Let op de spelling)

Slide 26 - Open vraag

Verduidelijken
Info toevoegen
Aandacht trekken

Slide 27 - Sleepvraag

Einde

Succes met leren!!

Slide 28 - Tekstslide