Wat is maatschappijleer? 1.2 en 1.3 2324

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

Wat is maatschappijleer? 

2324

Welkom 4m!

Samenleven 

• Maatschappijleer gaat over de samenleving

• Samen - leven
  in grote en kleine groepen

• De kleine groep mensen in je omgeving die je regelmatig ziet noemen we: sociale omgeving
• Samenleven doen we ook een grotere groep, dat heet de maatschappij
• Mensen zijn afhankelijk van elkaar: school, winkels, je sociale omgeving
  
• Omdat mensen met miljoenen samenleven én omdat we afhankelijk zijn van anderen, moeten er afspraken zijn
• bepaalde basiskennis van de samenleving is dus belangrijk

Maatschappijleer:

• 1 uur in de week
• 3 perioden
• elke toetsweek 1 toets
• eindcijfer = examencijfer
• grote herkansing na TW3
• Studiewijzers in Som
• Periode 1: H1 par 2 t/m 4 en H3 helemaal

Leerdoelen

Aan het einde van paragraaf 1.2 kun je ...

1. de vier verschillende soorten bindingen benoemen (met voorbeeld) 

2. in eigen woorden uitleggen wat we bedoelen met sociale cohesie

3. in eigen woorden uitleggen wat we bedoelen met polarisatie

Bedenk wat er met deze statements wordt bedoeld: (3min)

Welke vier soorten bindingen zijn er?

GEVOEL

ECONOMIE

KENNIS

POLITIEK

​In de samenleving zijn we afhankelijk van elkaar. Je hebt met verschillende mensen, verschillende soorten bindingen.​

Oefenen- Klassikaal zelfstandig

Kun je een voorbeeld bedenken per bindingssoort?

Economische binding?

Kennisbinding?

Gevoelsbinding?

Politieke binding?

Heb je meestal meerdere bindingen
of maar een binding met een persoon?

VB: Kleedgeld moeder

Situatie: Je krijgt kleedgeld van je moeder

Meerdere bindingen, omdat:

Je hebt een gevoelsbinding (je hebt een emotionele band met je moeder). Een economische binding (Je krijgt kleedgeld). En een kennisbinding (Je leert hoe je met geld moet omgaan).

We zijn afhankelijk van elkaar!

Wat is sociale cohesie?

•  Sociale cohesie is dat mensen het gevoel hebben dat ze bij elkaar horen.

• Je bent onderling verbonden met elkaar. Dit kan door iets positiefs of iets negatiefs.

• Bijvoorbeeld:
• op koningsdag
• tijdens het Suikerfeest
• tijdens de coronacrisis 

Wat is 

polarisatie?

Polarisatie:  tegenstellingen tussen twee groepen zijn zo groot dat het problemen oplevert.

Bijvoorbeeld:

- In Rotterdam lopen met een Ajax-shirt. 

in tijden van crisis ontstaat er eerder polarisatie.

Wat is 

"Wij" tegenover "zij?

• Een "wij" gevoel is belangrijk voor de maatschappij. We voelen ons samen verbonden.
• Komt er een "wij"  en "zij" gevoel? Dan zijn groepen minder met elkaar verbonden.

• bijvoorbeeld:
• culturen en geloven
• tussen landen

Verdiepingsopdracht:

Bekijk de twee fragmenten.

-Leg uit op welke manier sociale cohesie naar visueel wordt gemaakt in het eerste fragment.
 

-Leg uit hoe in het tweede fragment polarisatie aan het begin van de video zichtbaar is en op welke manier het doorbroken wordt.
 

-Is er aan het einde van het tweede fragment sprake van polarisatie? Leg uit waarom wel/niet.

Zelfstandig:

maak vraag 6,7 en 8 (1.2)

Leerdoelen 1.3

Aan het einde van deze paragraaf kun je...

• In eigen woorden uitleggen wat de kernbegrippen van maatschappijleer zijn en inhouden
• Weet je waarom je die kernbegrippen nodig hebt

Kernbegrippen

• Waarden en normen
  
• Belangen/ belangentegenstelling
• Macht
• Sociale ongelijkheid 

LET OP!

Al deze begrippen zijn extreem belangrijk bij het vak maatschappijleer.

De begrippen komen ieder hoofdstuk weer terug!

Waarden & normen:

Waarden zijn principes die je belangrijk vindt in het leven.

*eindigen vaak op -heid 

* zijn altijd positief 

Normen zijn regels over hoe jij en anderen zich moeten gedragen. 

*horen altijd bij een waarden 

Welke belangen hebben scholieren?

Macht: 

Macht: de mogelijkheid om het (denk)gedrag van anderen te beïnvloeden.

Machtsmiddelen: de middelen waarmee je het gedrag van anderen kunt beïnvloeden.

Machtsmiddelen:

• Functie of beroep
• Kennis en vaardigheden
• Aanzien en status
• Overtuigingskracht
• Aantal mensen dat gezamenlijk iets wil
• Toegang tot de media
• Toegang tot invloedrijke mensen of politici
• Het gebruik van geweld

Stelling:
Iedereen heeft dezelfde kansen in onze samenleving

Eens

Oneens

sociale ongelijkheid

niet iedereen heeft dezelfde kansen in de samenleving

Zelfstandig werken

• 1.3 maak opdracht 8, 9, 11 en 14
• Maak de samenvatting en de begrippenlijst op bladzijde 16 en 17 van paragraaf 1,2 en 1,3
• Heb jij de leerdoelen van paragraaf 1,2 en 1,3 gehaald?