hoofdstuk 1 1.2 en 1.3

Maatschappijleer



1.2 verbingen
1.3 kernbegrippen
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Maatschappijleer



1.2 verbingen
1.3 kernbegrippen

Slide 1 - Tekstslide

wat gaan we doen
-  herhaling: gedragsregels/ wetten.
- 1.2: met wie ben je verbonden?
- 1.3: kernbegrippen
- zelfstandig werken


Slide 2 - Tekstslide

Verbindingen:
  • economische bindingen: bindingen om je in je levens onderhoud te voorzien.
  • kennisbindingen: hebben te maken met mensen die je iets willen leren
  • Gevoelsbinding: mensen waarbij je emotioneel betrokken ben
  • politieke binding: afhankelijk van de overheid


maak opdracht 8: blz 7

Slide 3 - Tekstslide

Sociale Cohesie 
Sociale cohesie: Als de bindingen tussen mensen sterk zijn en mensen het gevoel hebben dat ze bij elkaar horen. 

Wat is het nadeel van een slechte sociale cohesie?

Slide 4 - Tekstslide


Het wij-gevoel: Het gevoel dat mensen hebben dat ze bij elkaar horen. 

Bijvoorbeeld;

  • Bij een voetbalclub WIJ ZIJN fc twente 
  • Op een school WIJ ZIJN het bonhoeffer college
  • In een land WIJ ZIJN Nederlanders

Zij-groep: Groep die als 'tegenstanders' van de 'wij -groep wordt gezien. 

Bijvoorbeeld;
  • Voetbalsupporters van verschillende clubs fc twente tegenover Groningen
  • Tussen scholen  Bonhoeffer t.a.v. stedelijk
  • Tussen landen Nederlanders vs Duitsers

Slide 5 - Tekstslide

Polarisatie
Polarisatie: Mensen en bevolkingsgroepen staan scherp tegenover elkaar doordat de tegenstellingen de nadruk krijgen.

Welke tegenstellingen ken je?

Slide 6 - Tekstslide

waarde 
norm
respect
een persoon ouder dan jij met u aanspreken
niet vloeken
rijkdom
gezond eten
goed je best doen op school

Slide 7 - Sleepvraag

Waarden en normen





  • Waarden = wat je belangrijk vindt (altijd in woord te zeggen)
  • Normen = gedragsregels die bij jouw waarden horen

Slide 8 - Tekstslide

Belangen
Het voor-of nadeel dat iemand ergens bij heeft

als er belangen spelen is er ook bijna altijd een belangen tegenstelling.


Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

macht:




het vermogen om het gedrag van anderen te beinvloeden

Slide 11 - Tekstslide

Machtsmiddelen:
  • Geld/baan/kennis/overtuigingskracht
  • Vaardigheden.
  • charisma.
  • Macht van het getal.

Slide 12 - Tekstslide

sociale ongelijkheid
niet iedereen heeft dezelfde kansen in de samenleving

Slide 13 - Tekstslide

zelfstandig aan het werk,
maak 1.2 en 1,3
Stilte

Slide 14 - Tekstslide

is er je nog iets niet duidelijk van de afgelopen les?

Slide 15 - Open vraag