Schrijven column les 6: aantrekkelijk schrijven

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Lezen
10 minuten
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Column NRC

Slide 3 - Tekstslide

Column Youp

Slide 4 - Tekstslide

Column Youp

Slide 5 - Tekstslide

Column Marcel van Roosmalen

Slide 6 - Tekstslide

Huiswerk bespreken
Pak allemaal je huiswerk erbij
 

Slide 7 - Tekstslide

Vorige les(sen)
  • Hebben we het gehad over het bouwplan.
  • Hebben we het gehad over de inleiding, het middenstuk en het slot
  • Hebben we het gehad over een anekdote, een mijmering en een dialoog.

Slide 8 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...
...hebben we gekeken naar het bouwplan, een mijmering, een dialoog en een anekdote.
...weet je hoe je aantrekkelijk kunt schrijven.


Slide 9 - Tekstslide

Bouwplan
  • Net als bij vorige schrijfopdrachten maak je ook nu weer gebruik van een bouwplan.
  • Op de toets vul je deze in.

Slide 10 - Tekstslide

Dialoog
  • Een dialoog is het uitwisselen van zinnen die letterlijk in je verhaal uitgesproken worden: eerst zegt persoon A iets, dan persoon B. Je schrijft dus een gesprek uit.
  • Voorbeeld: Wacht eens even, dacht ik. 'Waarom heb jij je huiswerk niet gemaakt?' Het bleef even stil, maar toen kwam het antwoord. '... ..... ..... ......'


Slide 11 - Tekstslide

Mijmering/anekdote
  • Een mijmering is voor jezelf een beetje rustig nadenken. 
  • Voorbeeld: `mijmeren over je eerste verliefdheid`
  • Een anekdote is een kort onthullend verhaal over een (al dan niet opmerkelijke) gebeurtenis die jij hebt meegemaakt. 
  • Het verhaal verklaart meestal een fenomeen of een karaktereigenschap.

Slide 12 - Tekstslide

Beoordelingsformulier
  • Je kunt per onderdeel maximaal
5 punten scoren.

Slide 13 - Tekstslide

Aantrekkelijk schrijven, de inleiding
  • In de inleiding introduceer je het onderwerp. 
  • De belangrijkste functie van de inleiding is de lezer te boeien. 
  • In de inleiding beslist de lezer of hij verder gaat lezen of niet. 

Slide 14 - Tekstslide

De inleiding
  • Begin met een ongebruikelijk detail.
  • Probeer de lezer te choqueren, te amuseren of op het verkeerde been te zetten.
  • Citeer een beroemd persoon.

  • Begin met een pakkende anekdote over het onderwerp.
  • Start met één of enkele opmerkelijke feiten, bijvoorbeeld statistische gegevens.
  • Start met een aantal vragen.
  • Start met een actualiteit.
  • Start met een stukje geschiedenis.
  • Start met een voorbeeld.

Slide 15 - Tekstslide

Je schrijft een column over de verkiezingsuitslag, welke manier zou jij gebruiken om je column in te leiden? Leg je keuze uit in 30 tot 50 woorden.

Slide 16 - Open vraag

Aantrekkelijk schrijven, het middenstuk
  • In het middenstuk verwerk je de informatie die je hebt verzameld. Hoe pak je dit aan?
  • Stap 1: Begin met het uitschrijven van je bouwplan (per invalshoek een alinea) zonder hier al te veel bij na te denken.
  • Aanpassen, schrappen en veranderen komen later in het schrijfproces aan bod!


  • Stap 2: Wanneer alles op papier staat, lees jij je tekst nog eens door. Waarschijnlijk valt het je op dat het nog geen lopend geheel is. 
  • De verschillende alinea’s sluiten nog niet echt op elkaar aan. Daar ga je nu verandering in aanbrengen.



Slide 17 - Tekstslide

Aantrekkelijk schrijven, het middenstuk
  • Stap 3: Staat de kernzin van iedere alinea op één van de voorkeursplekken (eerste, tweede of laatste zin van de alinea)? 
  • Het makkelijkste is om iedere alinea te beginnen met een kernzin.


  • Stap 4: Wel kun je de kernzin laten voorafgaan door een overgangszin, waarin je door middel van een signaalwoord het verband met de vorige alinea/alinea’s aangeeft.

    Slide 18 - Tekstslide

    Aantrekkelijk schrijven, het middenstuk
    • Stap 5: Je bekijkt welke verbanden er bestaan tussen de verschillende alinea’s. Op welke manier staan de verschillende invalshoeken in verband met elkaar? Zijn de verschillende informatiebronnen het met elkaar eens of is er juist sprake van een tegenstelling? 

    • Kijk eens hoe de alinea’s op elkaar aansluiten. Wat betekent dit voor het gebruik van signaalwoorden? Welke signaalwoorden zou je kunnen gebruiken in de overgangszinnen?

    Slide 19 - Tekstslide

    Aantrekkelijk schrijven, het middenstuk
    • Stap 6:  Wellicht heb je ontdekt dat ook de alinea’s zelf nog vloeiender geschreven kunnen worden. 
    • Ook binnen alinea’s is sprake van tekstverbanden. (bijvoorbeeld opsomming/tegenstellen, chronologisch enzovoort).

    • Signaalwoorden verraden de structuur van de tekst en de verbanden tussen alinea’s. Hoe duidelijker de verbanden tussen alinea’s zijn, hoe makkelijker een tekst te lezen is.

    • Stap 7: Kom je tot de ontdekking dat de volgorde van je alinea’s niet logisch is nu je de verbanden tussen de alinea’s nader hebt bekeken? 
    • Zo ja. Pas dan de volgorde aan. 

    Slide 20 - Tekstslide

    Aantrekkelijk schrijven, het slot
    • Het slot is meer dan een samenvatting van het voorgaande. 
    • Als het goed is, komen de hoofdpunten van je tekst in je slot bij elkaar en worden deze aan elkaar verbonden.
    • Dat laatste is heel belangrijk: het moet de lezer duidelijk zijn hoe de verschillende deelonderwerpen met elkaar samenhangen.

    • Voorkom dat je slot een herhaling wordt van wat je al gezegd hebt. 
    • Probeer er iets pakkends van te maken, iets wat blijft hangen. 
    • Daarbij is de slotzin (de uitsmijter, een laatste krachtige zin) het belangrijkste

    Slide 21 - Tekstslide

    Aantrekkelijk schrijven, het slot
    • Je kunt bijvoorbeeld eindigen met:
    • Een voorspelling.
    • Een vraag of meerdere vragen.
    • Een aanbeveling, een advies, een aansporing.
    • Een samenvatting.
    • Een conclusie.
    • Een afweging.

    Slide 22 - Tekstslide

    Welke manier zou jij gebruiken om je slot vorm te geven? En waarom?

    Slide 23 - Open vraag

    Opdracht: bouwplan invullen + column schrijven
    1. Verkiezingen.
    15 maart werd er gestemd. BBB was de grote winnaar. Schrijf een bouwplan en column over dit onderwerp. Wat vind jij eigenlijk van de verkiezingen en wat vind jij van de uitslag? Schrijf een column in de vorm van een mijmering, dialoog of anekdote. https://nos.nl/collectie/13923/artikel/2467782-bbb-nu-in-alle-provincies-de-grootste-partij-geworden

    2. De brief
    Je hebt op school  onlangs een e-mail ontvangen, die niet voor jou bedoeld was, maar voor je klasgenoot. Je komt onverwacht ‘iets’ te weten over hem/haar. Je schrijft een column in de vorm van een mijmering, dialoog of anekdote.

    3. bedtijd
    Het was afgelopen week wereld slaapdag. Ook de slaaptijden. voor kinderen worden besproken, maar waarom krijgen kinderen een slaaptijd en heeft een slaaptijd nut? Je schrijft een column in de vorm van een mijmering, dialoog of anekdote.
    https://jeugdjournaal.nl/artikel/2467781-waarom-moeten-kinderen-vroeg-naar-bed.html


    Bekijk de eisen op de volgende slide.



    Slide 24 - Tekstslide

    Aan de slag
    • Maak les 6
    • Je column: 
    • Kies een onderwerp (uit het nieuws).
    • Schrijf een column van 4 alinea's. Een inleiding, een middenstuk en een slot.
    • Iedere alinea bestaat uit 5 of 6 zinnen.

    Slide 25 - Tekstslide

    Tips en voorbeelden
    Lees onderstaande columns:
    1. https://www.nrc.nl/dossier/column
    2. https://www.gelderlander.nl/nynke
    3. https://www.volkskrant.nl/columns/Paulien
    4. https://www.youp.nl/columns
    5. https://www.nrc.nl/nieuws/2010/10/22/klantenservice
    6. https://www.nrc.nl/nieuws/2018/01/05/vlogt
    a1587330?fbclid=IwAR2Tr5HtsAmFQXTpirHA
    1. https://www.at5.nl/artikelen/186874/youp


    Tips van Rosanne Hertzberger
    https://www.schrijfvis.nl/column-schrijven/?fbclid=IwAR3FCsIZCNsuQFFugdJxv



    Slide 26 - Tekstslide