Schrijven column les 6: aantrekkelijk schrijven

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Lezen
10 minuten
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...
...hebben we het huiswerk besproken.
...hebben we nogmaals gekeken naar een mijmering, een dialoog en een anekdote.
...weet je hoe je aantrekkelijk kunt schrijven.


Slide 3 - Tekstslide

Bouwplan
Net als bij vorige schrijfopdrachten maak je ook nu weer gebruik van een bouwplan. Op de toets vul je deze in.

Slide 4 - Tekstslide

Beoordelingsformulier
Je kunt per onderdeel maximaal
5 punten scoren.

Slide 5 - Tekstslide

Herhaling

  • Een dialoog is het uitwisselen van zinnen die letterlijk in je verhaal uitgesproken worden: eerst zegt de een iets, dan de ander. Je schrijft dus een gesprek uit en kleed dit mooi aan. Wacht eens even, dacht ik. 'Waarom heb jij je huiswerk niet gemaakt?' Het bleef even stil, maar toen kwam het antwoord. '... ..... ..... ......'
  • Een mijmering is voor jezelf een beetje rustig nadenken. Voorbeeld: `mijmeren over je eerste verliefdheid`
  • Een anekdote is een kort onthullend verhaal over een (al dan niet opmerkelijke) gebeurtenis die jij hebt meegemaakt. Het verhaal verklaart meestal een fenomeen of een karaktereigenschap.

Slide 6 - Tekstslide

Aantrekkelijk schrijven, de inleiding
In de inleiding introduceer je het onderwerp. De belangrijkste functie van de inleiding is de lezer te boeien. In de inleiding beslist de lezer of hij verder gaat lezen of niet. Om de lezer vast te houden kun je één van de volgende trucs gebruiken:

Slide 7 - Tekstslide

De inleiding
• Begin met een ongebruikelijk detail
Probeer de lezer te choqueren, te amuseren of op het verkeerde been te zetten.

• Citeer een beroemde persoon
Er zijn veel citaten van bekende mensen die heel interessant zijn en extra boeien, omdat ze zijn bedacht door beroemde personen (zet de naam van de beroemdheid er dus altijd bij).

• Begin met een pakkende anekdote over het onderwerp
Start met één of enkele opmerkelijke feiten, bijvoorbeeld statistische gegevens.

• Start met een aantal vragen
• Start met een actualiteit
• Start met een stukje geschiedenis
• Start met een voorbeeld

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht: kies een van bovenstaande manieren en bepaal hoe jij je onderwerp introduceert. Schrijf vervolgens een kleine inleiding.

timer
3:00

Slide 9 - Open vraag

Aantrekkelijk schrijven, het middenstuk
In het middenstuk verwerk je de informatie die je hebt verzameld. Hoe pak je dit aan?

1. Begin met het uitschrijven van je bouwplan (per invalshoek een alinea) zonder hier al te veel bij na te denken.
Laat je bij het schrijven van je allereerste versie niet belemmeren door alles direct op de juiste manier op te willen schrijven. Aanpassen, schrappen en veranderen komen later in het schrijfproces pas aan bod!


2. Wanneer alles op papier staat, lees jij je tekst nog eens door. Waarschijnlijk valt het je op dat het nog geen lopend geheel is. De verschillende alinea’s sluiten nog niet echt op elkaar aan. Daar ga je nu verandering in aanbrengen.


3. Staat de kernzin van iedere alinea op een van de voorkeursplekken (eerste, tweede of laatste zin van de alinea)? Je maakt het voor jezelf het meest makkelijk door iedere alinea te beginnen met de kernzin van die alinea, want eigenlijk is dit de zin waarin je beschrijft waar je nieuwe alinea (ofwel: het nieuwe deelonderwerp) over gaat.

Slide 10 - Tekstslide

Aantrekkelijk schrijven, het middenstuk
4. Wel kun je de kernzin laten voorafgaan door een overgangszin, waarin je d.m.v. een signaalwoord het verband met de vorige alinea/alinea’s aangeeft.
 

Als jij je er in principe aan houdt om de alinea’s van het middenstuk direct (of in de tweede zin) te beginnen met de kernzinnen, is je tekst eenvoudig, maar helder opgebouwd.


5. Je bekijkt welke verbanden er bestaan tussen de verschillende alinea’s. Op welke manier staan de verschillende invalshoeken in verband met elkaar? Zijn de verschillende informatiebronnen het met elkaar eens of is er juist sprake van een tegenstelling? Kijk eens hoe de alinea’s op elkaar aansluiten. Wat betekent dit voor het gebruik van signaalwoorden? Welke signaalwoorden zou je kunnen gebruiken in de overgangszinnen?

Slide 11 - Tekstslide

Aantrekkelijk schrijven, het middenstuk
6. Wellicht heb je ontdekt dat ook de alinea’s zelf nog niet echt lekker lopen. Ook binnen alinea’s is sprake van tekstverbanden (Ditzelfde geldt binnen samengestelde zinnen.). Kijk nu eens op welke manier de verschillende zinnen binnen een en dezelfde alinea verband houden met elkaar. Geeft een van de informatiebronnen meerdere voor- en/of nadelen? Dan is er sprake van een opsommend verband. Welke signaalwoorden kun je hierbij gebruiken? Zijn er nog meer verbanden binnen de alinea’s te vinden? En welke signaalwoorden horen hierbij?
 
Signaalwoorden verraden de structuur van de tekst en de verbanden tussen alinea’s. Hoe duidelijker de verbanden tussen alinea’s zijn, hoe makkelijker een tekst zich laat lezen.

7. Kom je tot de ontdekking dat de volgorde van je alinea’s niet logisch is nu je de verbanden tussen de alinea’s nader hebt bekeken, pas de volgorde dan 

Slide 12 - Tekstslide

Aantrekkelijk schrijven, het slot
Het slot is meer dan een samenvatting van het voorgaande. Als het goed is, komen de hoofdpunten van je tekst in je slot bij elkaar en worden deze aan elkaar verbonden. Dat laatste is heel belangrijk: het moet de lezer duidelijk zijn hoe de verschillende deelonderwerpen met elkaar samenhangen.

Voorkom dat je slot een herhaling wordt van wat je al gezegd hebt. Probeer er iets pakkends van te maken, iets wat blijft hangen. Daarbij is de slotzin (de uitsmijter, een laatste krachtige zin) het belangrijkste. Om een aantrekkelijk slot te schrijven, kun je bijvoorbeeld eindigen met:

Slide 13 - Tekstslide

Aantrekkelijk schrijven, het slot
Een voorspelling
Een vraag of meerdere vragen
Een aanbeveling, een advies, een aansporing
Een samenvatting
Een conclusie
Een afweging

Slide 14 - Tekstslide

Welke manier zou jij gebruiken om je slot vorm te geven? En waarom?

Slide 15 - Open vraag

Aan de slag!
  • Werk in tweetallen. Dit is je maatje waar je naast zit op school.
  • Kies een van de onderwerpen op de volgende slide. Denk aan belangrijke zinnen, beeldspraak/stijlfiguren en je spelling.
  • Download het lege bouwplan en vul in. Schrijf daarna de tekst.
  • Lever jullie column in voor de volgende les via SomToday (inleveropdracht).

Zorg ervoor dat je column minimaal 500 woorden heeft. 

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht: bouwplan invullen + column schrijven
1. Het coronavirus
Het virus blijft in Nederland actief. Je weet dat jouw buurvrouw er helemaal klaar mee is en meer mensen ontvangt dan toegestaan is. Jullie raken aan de praat als je het vuilnis buiten gaat zetten. Je schrijft een column in de vorm van een anekdote over dit onderwerp.

2. De brief
Je hebt op school  onlangs een e-mail ontvangen, die niet voor jou bedoeld was, maar voor je klasgenoot. Je komt onverwacht ‘iets’ te weten over hem/haar. Je schrijft een column in de vorm van een mijmering.

3. Zomervakantie
Je gaat met je gezin een bestemming voor de zomervakantie plannen. Jij wil graag een zonnige vliegvakantie, maar je ouders willen dat niet. Je schrijft een column in de vorm van een dialoog.



Slide 17 - Tekstslide

Tips en voorbeelden
Lees onderstaande columns:
  1. https://www.nrc.nl/dossier/column
  2. https://www.gelderlander.nl/nynke
  3. https://www.volkskrant.nl/columns/Paulien
  4. https://www.youp.nl/columns
  5. https://www.nrc.nl/nieuws/2010/10/22/klantenservice
  6. https://www.nrc.nl/nieuws/2018/01/05/vlogt
a1587330?fbclid=IwAR2Tr5HtsAmFQXTpirHA
  1. https://www.at5.nl/artikelen/186874/youp


Tips van Rosanne Hertzberger
https://www.schrijfvis.nl/column-schrijven/?fbclid=IwAR3FCsIZCNsuQFFugdJxv



Slide 18 - Tekstslide