Hfd 10.4 Europese eenwording

Leerdoelen
  • Aan het eind van deze les weet je hoe de EU is ontstaan en wat haar taken zijn.
  • Aan het eind van deze les kun je een mening vormen over het nutvan de EU.

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen
  • Aan het eind van deze les weet je hoe de EU is ontstaan en wat haar taken zijn.
  • Aan het eind van deze les kun je een mening vormen over het nutvan de EU.

Slide 1 - Tekstslide

10.4 Europese eenwording

Slide 2 - Tekstslide

BENELUX & EGKS
1948: Nederland, België en Luxemburg Benelux.
  • Gemeenschappelijke markt.
  • Geen invoerrechten
  • Europese samenwerking begon door de Marshallhulp van VS.
  • 1951: EGKS, onder leiding van Frankrijk én Duitsland.
  • Deelnemers: Frankrijk, Duitsland, Benelux, Italië.
  • Doel: Toezicht op kolen en staal voorkomt een nieuwe oorlog!

Slide 3 - Tekstslide

EEG
1958 Europese Economische Gemeenschap 
  • Eén markt met vrije handel tussen lidstaten.
  • Gemeenschappelijke tarieven voor de buitenwereld.
  • De Europese Commissie geplaatst in Brussel (bestuur van de EEG).
  • In de jaren ‘50 en ‘60 enorme economische groei--> EEG werd heel populair
  • Groot-Brittannië, Ierland, Denemarken, Griekenland, Spanje en Portugal werden na elkaar lid.

Slide 4 - Tekstslide

Raad van Europa
1949: Raad van Europa  
  • Doel: Parlementaire democratie, rechtsstaat en mensenrechten verdedigen.
  • Europese hof voor de rechten van de mens.

Slide 5 - Tekstslide

Triomf van de democratie
  • Na WOII lukte de democratie in (West-) Duitsland wel, waarom?
  • Duitsers werden nu opgevoed met democratie
  • Ze zagen de mislukkingen van het derde rijk o.l.v. Hitler
  • Democratische hervormen verliepen nu rustig en gestructureerd.
  • Mensen werden  steeds welvarender, geen crisis.

Slide 6 - Tekstslide

Filmpje over de EU
Je krijgt een link
Start bij 0.40 en eindig bij 7.40

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Hoe groot is de Europese economie?
De totale waarde van alle geproduceerde goederen en diensten (bbp) in de EU is groter is dan die van de VS. In 2017 bedroeg het bbp van de EU:   15,3 biljoen euro

Hoewel maar 6,9% van de wereldbevolking er woont, is de EU toch goed voor zo'n 15,6% van de wereldhandel, dus van alle in- en uitvoer wereldwijd.


Slide 9 - Tekstslide

Waarom besloten Europese landen na WO II samen te gaan werken?
A
Ze wilden geen oorlog meer
B
De VS stelde dit als eis voor Marshallhulp
C
Ze voelden zich bedreigd door de communistische S.U.
D
Ze wilden elkaar in de gaten houden

Slide 10 - Quizvraag

Wanneer mag je lid worden van de EU?

Slide 11 - Open vraag

Voordeel van de EU

Slide 12 - Woordweb

Nadeel van de EU?

Slide 13 - Woordweb

1. In de EU schaften landen hun eigen leger af
2. In de EU gingen landen politiek samenwerken.
3. Alle EU-landen schaften grenscontroles af.
4. Alle EU-landen namen de euro als munt.
5. De EU zorgde voor groei van de economie.
6. De EU zorgde voor uitbreiding van de democratie.
A
Zin 2, 5 en 6
B
Zin 1, 3 en 5
C
Zin 4, 5 en 6
D
Zin 2, 3 en 4

Slide 14 - Quizvraag

1952
1973
1995
2004
geen lid

Slide 15 - Sleepvraag

waarom pas in 2004 de uitbreiding in
met oosteuropese landen?
Oost Europa
Behoorde eerst tot het oostblok in de Koude Oorlog

Slide 16 - Tekstslide

De groei in Oost-Europa
1989 - val van de muur
1991 - uiteenvallen van de Sovjet Unie
j'90 - oosteuropese landen zijn ook geinteresseerd:
  • dat wordt langzaamaan een democratie
  • economisch moet het beter gaan

dus pas sinds 2004 / 2007 lid -- arbeidsmigranten

Slide 17 - Tekstslide