H1 Mavo 3 2024 C en D 15 oktober bijvoeglijk naamwoord

Chapitre 1
Connecté!
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Chapitre 1
Connecté!

Slide 1 - Tekstslide

Planning d'aujourd'hui
* Sujet et but(s)
* B bespreken en nakijken
* C doen: parler français
* D doen: bijvoeglijk naamwoord aantekeningen maken
* Verslag Bruxelles oefenen (de 5 zinnen voor extra punten)








Slide 2 - Tekstslide

Sur la table....
* TON LIVRE: A

* TON CAHIER

* TA TROUSSE

* TON ORDINATEUR

Slide 3 - Tekstslide

Prends ton ordinateur!
Cherche LessonUp!

Slide 4 - Tekstslide

Quel est le sujet?
Quels sont les buts?
Sujet:
But(s):

Slide 5 - Woordweb

Sujet
Le sujet de chapitre 1: les réseaux sociaux.
A: Lisa et Arthur parlent de leurs vêtements. Lisa suis une influenceuse pour son look. Arthur change de look. Il mélange des vêtements. Il veut devenir influenceur.
Nous avons écouté un fragment d'une conversation en terrasse. Quel est le code WiFi?
B: Série Skam France.  C'est une série très spéciale. C'est une série norvégienne. 

Les buts:
Het bijvoeglijk naamwoord
Herkennen: verleden tijd (imparfait)
Het regelmatige werkwoord eindigend op -re

Slide 6 - Tekstslide

Prends ton livre!
Livre: A          Lire
page 24: B bespreken

Exercices: 
                  9 a b
                  10 a b c d en 11 a
 








Slide 7 - Tekstslide

Prends ton livre!
Livre: A           Parler
page 28: C

Exercices: 15 t/m 17 alles
 








Slide 8 - Tekstslide

Parler français!

Slide 9 - Tekstslide

Tu es sur une terrasse....

Slide 10 - Tekstslide


* Quel est le code WiFi?

*Tu as Instagram?

*Tu publies beaucoup de photos?

*Tu suis aussi des personnes connues?





* C'est......

* Oui, voilà mon compte.

* Oui, et je publie aussi des vidéos.

*Non, je ne suis pas de stars.




Slide 11 - Tekstslide

* Quel est ton code WiFi?

*Ton frère a Instagram?

*Il publie beaucoup de photos?

*Patrick suis aussi des chanteurs?
*Patrick suis aussi des acteurs?


* C'est......

* Oui, voilà son compte.

* Oui, et Partrick publie aussi des vidéos.

*Non, il ne suis pas de chanteurs.
* Oui, il suis surtout des acteurs.



Slide 12 - Tekstslide

Prends ton livre!
Livre: A           Grammaire
page 30: D

Eerst een filmpje kijken
Met de basis van het bijvoeglijk naamwoord

 








Slide 13 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord

Slide 14 - Tekstslide

Nomme quelques adjectifs en français:

Slide 15 - Woordweb

Bijvoeglijk naamwoord
* zegt iets van een zelfstandig naamwoord:
een groot groen huis (une grande maison verte)

* kan veranderen qua vorm (schrijfwijze):
een groot huis  / het grote huis      (une grande maison)
een kleine tuin / de kleine tuin        (un grand jardin)

Slide 16 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord (vorm)
In het Frans kent het bijvoeglijk naamwoord 4 vormen:
 
grand       grande                             petit     petite
grands      grandes                         petits    petites
      groot/grote                                    klein/kleine

deux grandes maisons               trois petits jardins

Slide 17 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord
Even checken of iedereen het begrijpt.

Een testje!

Slide 18 - Tekstslide

Vertaal: De grote foto en de kleine reactie.

Slide 19 - Open vraag

Vertaal: De grote foto's en de kleine reactie's.

Slide 20 - Open vraag

Prends ton cahier!
Il faut prendre des notes!

Slide 21 - Tekstslide

Les adjectifs qualicatifs! De bijvoeglijke naamwoorden
A: De vormen:
1. Regelmatige bijvoeglijke naamwoorden: grand  petit  joli
2. Onregelmatige bijvoeglijke naamwoorden: beau/belle

B: De plaats:
Regel: de bijvoeglijke naamwoorden staan achter het zn
Uitzondering: behalve 12 stuks: rijmpje: bon grand petit etc. 

Slide 22 - Tekstslide

Regelmatige vormen
Regelmatige vormen
 
grand       grande         petit     petite           joli     jolie
grands      grandes      petits    petites         jolis   jolies
     groot/grote                 klein/kleine           leuk/leuke
                                                                   mooi/mooie
                                                                                       

Slide 23 - Tekstslide

Het bijvoeglijk naamwoord
Het kruisjessysteem:      


         |                           |                           |  
---------------            --------------            --------------
         |                           |                           | 

    
 

Slide 24 - Tekstslide

Het bijvoeglijk naamwoord
In het Frans kent het bijvoeglijk nw meerdere vormen:      

grand    |  grande      petit   |  petit       joli   |  jolie
---------------------       ------------------       -----------------
grands  | grandes   petits   | petites       jolis  |  jolies
   
         groot                      klein                     leuk     (mooi)
         grote                      kleine                   leuke   (mooie)
 

Slide 25 - Tekstslide

Dit was deel 1 van de aantekeningen
Deze aantekeningen goed leren

Nu de Bruxelles oefen opdracht.

Slide 26 - Tekstslide

Écris dans ton cahier!

Slide 27 - Tekstslide

Oefenopdracht voor 0,5 punten erbij
* Ik ben naar Brussel geweest en dat is de hoofdstad van België.
* Ik heb het Moof museum bezocht. Ik heb veel stripverhalen gezien.
* Ik heb met de bus gereisd met 4 vrienden. En het was warm.
* Ik heb gegeten in een restaurant. Het was super!
* Ik heb gewinkeld in Brussel en ik heb kleding gekocht. 

Pak je boek erbij. Hoofdstuk 3 zie blz.167 en blz.173.
Check het woordenboek. Je mag met elkaar overleggen.

Kernwoorden:  être /  voir /  visiter  /  voyager  /  manger  /  faire du shopping  / acheter

Slide 28 - Tekstslide

Oefenopdracht voor 0,5 punten erbij

* J'ai été à Bruxelles et c'est la capitale de Belgique.
* J'ai visité le musée Moof. J'ai vu beaucoup de bandes dessinées.
* J'ai voyagé en bus avec quatres amis. Et c'était chaud!
* J'ai mangé au restaurant. C'était super!
* J'ai fait du shopping à Bruxelles et j'ai acheté des vêtements. 


Slide 29 - Tekstslide

Onregelmatige vormen
Soms verandert er meer dan 1  letter: 

beau       belle          vieux     vieille          bon    bonne      
beaux     belles         vieux      vieilles       bons  bonnes
   mooi/mooie               oud/oude             goed/goede

Deze leer je ook allemaal uit het hoofd: Fr-Nl en Nl-Fr

Slide 30 - Tekstslide

Prends ton livre!
Stencil  (handouts)


Slide 31 - Tekstslide

Oefenopdracht voor 0,5 punten erbij
* Ik ben naar Brussel geweest en dat is de hoofdstad van België.
* Ik heb het Moof museum bezocht. Ik heb veel stripverhalen gezien.
* Met 4 vrienden heb ik het centrum van Brussel bezocht.
* Ik heb ........... gegeten in een restaurant.
* Ik heb gewinkeld in de ... en ik heb .... gekocht. 

Morgen gaan we hiermee oefenen. Donderdag gaan we dit doen voor punten. Je krijgt er 10 minuten de tijd voor dan. 

Slide 32 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord (onregelmatig vormen)
Soms verandert er meer dan 1  letter: 
beau           belle                             vieux     vieille
beaux         belles                          vieux      vieilles
      mooi/mooie                                   oud/oude

deux belles maisons               trois vieux jardins

Slide 33 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord (plaats)
De regel is: In het Frans staat het bijvoeglijk naamwoord altijd ACHTER het zelfstandige naamwoord:

une maison moderne                                  een modern huis
une route dangereuse                                een gevaarlijke weg
un garçon intelligent                                  een intelligente jongen
deux filles sportives                                     twee sportieve meisjes

Slide 34 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord (plaats)
De regel is: In het Frans staat het bijvoeglijk naamwoord altijd ACHTER het zelfstandige naamwoord:

MAAR NATUURLIJK ZIJN ER UITZONDERINGEN!!!!
Kijk mee!
Luister mee!


Slide 35 - Tekstslide

Welke bijvoeglijke naamwoorden staan ervoor?
bon, grand, petit
premier, dernier, joli
jeune, vieux, nouveau
mauvais, long, beau

Slide 36 - Tekstslide

Welke bijvoeglijke naamwoorden staan erachter?
intéressant, amusant, intelligent, content (blij/tevreden)          
dangereux, malheureux, heureux (gelukkig)
chaud (warm), froid (koud), sportif
rouge, noir,  vert etc. (alle kleuren)
allemand,  anglais,  espagnol etc. (alle nationaliteiten)

Voorbeeld: une fille anglaise intelligente

Slide 37 - Tekstslide

Prends ton livre!

Livre d'activités: A
page 30: D 

Exercices: 15 t/m 18

Bijvoeglijk naamwoord
 








Slide 38 - Tekstslide

Instruction
Wat     : Maken van "B" blz. 24: opdracht  8, 9 a en b, 10 a b c d en 11a
Hoe     : Zorg dat je de vragen goed leest!  Je werkt IN JE BOEK!
Wie     :  Alleen in stilte
Tijd     :  10 minuten
Resultaat: Klassikaal afronden
Klaar  :  Start leren van de phrases-clés Fr-Nl en Nl-Fr zie blz. 50

Slide 39 - Tekstslide

ZS: zelfstandig werken in stilte
Voordelen:
*Rustige sfeer om in te werken.
*Aanscherpen concentratie
*Betere Focus
*Zelf oplossingsgericht nadenken

Na 10 minuten mag je zeker vragen stellen.

Slide 40 - Tekstslide

Les devoirs

Leren vocabulaire C                   Fr-Nl en Nl-Fr
Maken B : 8 t/m 11




Slide 41 - Tekstslide

In deze Franse les ben ik meer te weten gekomen over.......

Slide 42 - Woordweb

La fin du cours. À la prochaine!

Slide 43 - Tekstslide

L'adjectif qualificatif
Het bijvoeglijk naamwoord

Slide 44 - Woordweb

Vertaal: Zij is een sportief Duits meisje.

Slide 45 - Open vraag