Oefenopdracht voor 0,5 punten erbij
* Ik ben naar Brussel geweest en dat is de hoofdstad van België.* Ik heb het Moof museum bezocht. Ik heb veel stripverhalen gezien.
* Ik heb met de bus gereisd met 4 vrienden. En het was warm.
* Ik heb gegeten in een restaurant. Het was super!
* Ik heb gewinkeld in Brussel en ik heb kleding gekocht.
Pak je boek erbij. Hoofdstuk 3 zie blz.167 en blz.173.
Check het woordenboek. Je mag met elkaar overleggen.
Kernwoorden: être / voir / visiter / voyager / manger / faire du shopping / acheter