unité 6-lesson 2

1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 85 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Type alle Franse woorden uit de tekst met de betekenissen

Slide 6 - Woordweb

Des oranges
du yaourt
un poisson
des bananes
du fromage
un concombre
du lait
de l'eau
de muesli

Slide 7 - Sleepvraag

Slide 8 - Tekstslide

David en Bram willen lekker gamen, maar....

Slide 9 - Open vraag

Boodschappen doen is saai, maar David en Bram........

Slide 10 - Open vraag

Wat heeft de moeder van David nodig? Noem ten minste drie producten.

Slide 11 - Woordweb

In de supermarkt vraagt David zich af: « Quel genre de muesli ? » Waarom?

Slide 12 - Open vraag

Van welke producten maken David en Bram een wedstrijdje?

Slide 13 - Open vraag

Wat verzamelen de jongens allemaal in hun mandjes?
Des bananes
Des oranges
Du coca
Un concombre
De la confiture
De l'eau
Du fromage
Du lait
Du muesli
Du pain
Des tomates
Du yaourt

Slide 14 - Sleepvraag

Zie je nog andere boodschappen? Noteer die producten in het Nederlands.

Slide 15 - Woordweb

Wat vraagt David aan Bram als ze uit de supermarkt komen?
A
Tu as faim?
B
Tu as soif?

Slide 16 - Quizvraag

Wat denk je dat'' Tu as soif?'' betekent?

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide

la baguette
la viande
l'eau minérale
le fromage
le poisson
les bonbons
les légumes
les fruits

Slide 19 - Sleepvraag


A
de snoepjes
B
de zomer

Slide 20 - Quizvraag


A
mineraalwater
B
olie

Slide 21 - Quizvraag


A
salades
B
weken

Slide 22 - Quizvraag


A
snijdt
B
voeg toe

Slide 23 - Quizvraag


A
fiets
B
zout

Slide 24 - Quizvraag


A
makkelijk
B
verschillend

Slide 25 - Quizvraag


A
ik wil
B
ik moet

Slide 26 - Quizvraag


A
snel
B
warm

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Tekstslide

Welke tekstsoort is de bovenstaande tekst?
A
een artikel
B
een informatietekst
C
een chatbericht

Slide 29 - Quizvraag

Deze tekstsoort heeft meestal als doel je...
A
ergens toe aan te zetten
B
ergens van te overtuigen
C
informatie te geven
D
te amuseren

Slide 30 - Quizvraag

Waar praten Juliette en Jonas over?
sleep de juiste zinnen 
A. de dingen die Tim lekker vindt.
B. de lunch van Tim en Jonas. 
C. de vader van Tim. 
D. de verjaardag van Juliette.
E. het avondeten. 
F.  Nederlandse eetgewoontes. 

Slide 31 - Sleepvraag

Het Franse woord copain (regel 3) betekent

Slide 32 - Woordweb

Tim
Jonas
Houdt niet van Franse kaas.
Eet 's middags een boterham met kaas.
Moeder maakt grote salades.
Eet 's middags een warme maaltijd. 
Gaat naar de supermarkt.

Slide 33 - Sleepvraag

Bij wie woont Tim in Nederland?

Slide 34 - Open vraag

Hoe vindt Tim het bij Jonas in de klas? en waarom?

Slide 35 - Open vraag


Noem de dingen die Tim lekker vindt volgens de tekst.

Slide 36 - Woordweb

« Je crois que j'aime bien la Hollande !» Waarom zegt Jonas dat?


Slide 37 - Open vraag

Wat gaan ze 's avonds eten?
A
een grote salade die de moeder van Jonas maakt.
B
lasagne en een zomerse salade.
C
vlees met frites

Slide 38 - Quizvraag

1
2
3
4
5
Eieren snijden.
sla, eieren, groente en olijven mengen. 
olijfolie, zout en peper toevoegen. 
Eieren koken 
Tomaten, avocado, komkommer, paprika en courgette snijden. 

Slide 39 - Sleepvraag

Slide 40 - Tekstslide