Klas 1 Diagnostische toets spelling

Wat is juist?
A
mevrouw A. de graaf
B
mevrouw A. De graaf
C
mevrouw A. De Graaf
D
mevrouw A. de Graaf
1 / 40
volgende
Slide 1: Quizvraag
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat is juist?
A
mevrouw A. de graaf
B
mevrouw A. De graaf
C
mevrouw A. De Graaf
D
mevrouw A. de Graaf

Slide 1 - Quizvraag

Wat is juist?
A
Zuidafrikaanse
B
zuidafrikaanse
C
Zuid-afrikaanse
D
Zuid-Afrikaanse

Slide 2 - Quizvraag

Wat is juist?
A
groningse worst
B
Groningse worst

Slide 3 - Quizvraag

Wat is juist?
A
mevrouw Van der Meer-de Graaf
B
mevrouw van der Meer-de Graaf
C
mevrouw Van der Meer-De Graaf

Slide 4 - Quizvraag

Voor welk verbindingswoord gebruik je geen komma?
A
maar
B
doordat
C
of
D
terwijl

Slide 5 - Quizvraag

Wat is juist?
A
trofeën
B
trofeeën

Slide 6 - Quizvraag

Wat is juist
A
schijfen
B
schijven

Slide 7 - Quizvraag


A
poriën
B
porieën

Slide 8 - Quizvraag

Wat is juist?
A
cafés
B
café's

Slide 9 - Quizvraag

Wat is juist?
A
lolly's
B
lollies
C
lollys

Slide 10 - Quizvraag

Wat is juist?
A
Milieus
B
Milieu's

Slide 11 - Quizvraag

Wat is juist?
A
cavia's
B
cavias

Slide 12 - Quizvraag

Wat is juist?
A
gameboys
B
gameboy's

Slide 13 - Quizvraag

Wat is juist?
A
financiële zaken
B
financieële zaken

Slide 14 - Quizvraag

een .... (koper) beker

Slide 15 - Open vraag

een .... (stokdoof) opa

Slide 16 - Open vraag

de ... (aluminium) pan

Slide 17 - Open vraag

de ... (naïef) klas

Slide 18 - Open vraag

Als je te veel frikadellen eet() is dat niet goed voor je gezondheid.
A
punt
B
dubbele punt
C
komma

Slide 19 - Quizvraag

Zet in de indirecte rede
De docent zei: 'Jullie moeten de laptops dicht laten'.

Slide 20 - Open vraag

Wat is de juiste spelling van de Persoonsvorm-Tegenwoordige tijd?

Colbrelli (winnen) de wielerronde Parijs-Roubaix

A
won
B
wind
C
wint
D
win

Slide 21 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling van de Persoonsvorm-Tegenwoordige tijd?

Wat (voorspellen) de weerman voor vandaag?
A
voorspeld
B
voorspelt
C
voorspelde

Slide 22 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling van de Persoonsvorm-Tegenwoordige tijd?

Het Jeugdjournaal (behandelen) onderwerp voor jongeren
A
behandelt
B
behandeld
C
behandelen

Slide 23 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling van de Persoonsvorm-Tegenwoordige tijd?

(Vinden) jij darten een leuke sport?
A
Vindt
B
Vind
C
Vint
D
Vinden

Slide 24 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling van de Persoonsvorm-Verleden Tijd?

De vuurkorf (branden, VT) uitstekend de hele avond lang.

A
brandden
B
brande
C
brandde
D
brandt

Slide 25 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling van de Persoonsvorm-Verleden Tijd?

Het paard dat voorop lag (vergroten, VT) zijn voorsprong steeds verder.
A
vergrote
B
vergrootte
C
vergroot
D
vergrootten

Slide 26 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling van de Persoonsvorm-Verleden Tijd?


De vulkaan op La Palma (uitbarsten, VT) 15 dagen geleden uit.
A
barste
B
barstte
C
barstde
D
barstten

Slide 27 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling van de Persoonsvorm-Verleden Tijd?

Toen ik uit het koude water kwam, (beven, VT) ik enorm.
A
beefde
B
beefte
C
beefd

Slide 28 - Quizvraag

Welke van onderstaande werkwoorden is GEEN STERK werkwoord?
A
vallen
B
zingen
C
verrassen
D
zwemmen

Slide 29 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling van de Persoonsvorm-Verleden Tijd?

Wij (kopen, VT) eerder altijd veel druiven in, omdat Sam daar zoveel van (eten, VT).
A
kochtten, eette
B
kochten, at
C
koopten, at
D
kochten, eette

Slide 30 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling van de Persoonsvorm-Verleden Tijd?

Na het poetsen (blinken, VT) de deurknop als nooit tevoren.
A
blinkte
B
blinkde
C
blonk
D
blonkte

Slide 31 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling van het voltooid of onvoltooid deelwoord?

De Apple iPhone 13 is in september (introduceren)
A
geïntroduceert
B
geïntroduceerd
C
introducerend

Slide 32 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling van het voltooid of onvoltooid deelwoord?

Het doelpunt werd door de VAR (goedkeuren).
A
goedgekeurd
B
goedgekeurt
C
goedkeurend

Slide 33 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling van het voltooid of onvoltooid deelwoord?

Al jaren gaat Fenna (wandelen) naar school.
A
gewandeld
B
gewandelt
C
wandelent
D
wandelend

Slide 34 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling van het voltooid of onvoltooid deelwoord?

De koeien zijn door de boer 's ochtends al (melken).
A
gemelkt
B
gemelkd
C
gemolkt
D
gemolken

Slide 35 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling van het voltooid of onvoltooid deelwoord dat gebruikt is als bijv. naamw. ?

De (branden) vulkaan spuwt vuur.
A
brandend
B
gebrande
C
brandende

Slide 36 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling van het voltooid of onvoltooid deelwoord dat gebruikt is als bijv. naamw. ?

Voor de keuzeuren geldt een (verplichten) inschrijving.
A
verplicht
B
verplichtende
C
vergeplicht
D
verplichte

Slide 37 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling van het voltooid of onvoltooid deelwoord dat gebruikt is als bijv. naamw. ?

Mijn opa wordt steeds ouder en krijgt een (rimpelen) gezicht.
A
gerimpelt
B
rimpelend
C
gerimpeld
D
rimpeld

Slide 38 - Quizvraag

Welk gevoel heb je voor de toets spelling?
😒🙁😐🙂😃

Slide 39 - Poll

Welk cijfer denk je te gaan halen voor spelling?
010

Slide 40 - Poll