Experiment (leerlingen die dit nog niet hebben gedaan)
Andere leerlingen: peerreview van oefenverslag, bestuderen 2.4 +leren tabellen
Les2:
Nomenclatuur en reactievergelijkingen
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3
In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Lesopzet 13 jan 2022
Les 1:
Experiment (leerlingen die dit nog niet hebben gedaan)
Andere leerlingen: peerreview van oefenverslag, bestuderen 2.4 +leren tabellen
Les2:
Nomenclatuur en reactievergelijkingen
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoel 2.4
Je kan stoffen benoemen
Je kan reactievergelijkingen kloppend maken
Slide 2 - Tekstslide
Ingredienten voor reactievergelijkingen
4.1 ontledings en synthese reacties
4.3 verbrandingsreacties (altijd zuurstof nodig!)
4.2 atomen en molekulen (en fases g,l,s)
Slide 3 - Tekstslide
Naamgeving
Nomenclatuur is een belangrijk zodat we met elkaar weten over welke stof we het hebben
In de bovenbouw ga je verder leren over de verschillende stoffen en dus ook meer over de naamgeving.
Slide 4 - Tekstslide
Nomenclatuur
Dit hoofdstuk leer je alleen de systematische naam van een molecuulformule met twee verschillende atoomsoorten.
Stoffen hebben ook vaak een triviale naam (een naam voor in het dagelijks gebruik): Water (diwaterstofmono-oxide)
Slide 5 - Tekstslide
Uitgangen (tabel 12+13)
Als het tweede atoom bestaat uit:
1. halogenen (broom, chloor, fluor, jood) komt er -ide achter.
2. Zuurstof wordt het -oxide
3. Zwavel wordt het -sulfide
hoe vaak een atoom voorkomt in de molekuulformule tel je in het Grieks (tabel 13)
Slide 6 - Tekstslide
Voorbeeld
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Samen oefenen:
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
ook andersom oefenen:
Geef de formules van de volgende stoffen:
fosforpentachloride
zwaveltrioxide
Slide 11 - Tekstslide
reactievergelijkingen
Schrijf het reactieschema op in woorden
Vervang de woorden door formules. De coëfficiënten zijn nog onbekend. Die kun je weergeven door een stippellijntje voor de formules te plaatsen.
Bekijk in de formule hoeveel atomen van elke soort voor en achter de pijl staan.
Om het aantal atomen kloppend te krijgen moet je het aantal moleculen voor en achter de pijl aanpassen: coëfficiënten op de stippellijntjes.
Controleer of het klopt!
Slide 12 - Tekstslide
voorbeeld
Stel de reactievergelijking op van de productie van ijzer uit ijzeroxide, Fe2O3 (s). Hierbij reageert koolstof met ijzeroxide. Daarbij ontstaan gesmolten ijzer en koolstofdioxide.
Let op dat je ook ALTIJD de fases aangeeft in een reactievergelijking!
Slide 13 - Tekstslide
Huiswerk:
Leren paragraaf 2.1 t/m 2.4
Leren tabellen 5 t/m 8 ,9, 12 en 13 voor SO
Maken opgaven t/m 41 (zelf nakijken)
Blokschema komt in PW (zie vr 40)
Peerfeedback geven op 2 oefenverslagen
Schrijven oefenverslag (als je vandaag exp. hebt gedaan)