KLASNL 2.1 wat weet jij nog en alfabet

Hoe zeg je
HALLO , GOEDEMORGEN IN JOUW TAAL
1 / 33
volgende
Slide 1: Woordweb
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hoe zeg je
HALLO , GOEDEMORGEN IN JOUW TAAL

Slide 1 - Woordweb

je gaat oefenen met het alfabet 
de goede volgorde 

Slide 2 - Tekstslide

D E F ……. H
welke letter ?
A
J
B
G
C
C
D
L

Slide 3 - Quizvraag

U ……..WXYZ
A
S
B
P
C
V
D
M

Slide 4 - Quizvraag

ABCD……..FG
A
H
B
L
C
F
D
E

Slide 5 - Quizvraag

je gaat 

 getallen 
invullen 

Slide 6 - Tekstslide

zesendertig

Slide 7 - Open vraag

achtennegentig

Slide 8 - Open vraag

honderd en tweeënveertig

Slide 9 - Open vraag

duizend

Slide 10 - Open vraag

elfhonderd

Slide 11 - Open vraag

Acht honderd zevenen zestig

Slide 12 - Open vraag

duizend veertien

Slide 13 - Open vraag

vierhonderd zes en dertig

Slide 14 - Open vraag

maak een zin met ....

Slide 15 - Tekstslide

maak een zin met het woord
naam

Slide 16 - Open vraag

maak een zin met het woord
"woonplaats"

Slide 17 - Open vraag

maak een zin met het woord,
"postcode"

Slide 18 - Open vraag

maak een zin met het woord.
"geboorteland"

Slide 19 - Open vraag

maak een zin met het woord.
"telefoonnummer"

Slide 20 - Open vraag

vragen van klas NL les 2

Slide 21 - Open vraag

een formulier is ....
A
een papier om informatie op te schrijven
B
een tekst met informatie
C
een verhaal met tekst
D

Slide 22 - Quizvraag

je geboortedatum is....
A
je 1ste dag naar naar school
B
je 1ste dag op de wereld
C
je 1ste dag in Nederland

Slide 23 - Quizvraag

je geboorte land
A
is het land waar je woont
B
het land waar je familie woont
C
het land waar je geboren bent

Slide 24 - Quizvraag

het  doe  woord 
ben 
is
zijn 

Slide 25 - Tekstslide

je oefent het 
doe woord 
zijn 
ik          ben 
je / jij   bent
    u         bent 
hij         is
ze / zij           is 
wij        zijn 

1. docent of ouders is 
2. meisje of jongen is 
zij   of hij 
3. aanwijzen is  
  jij  of je 

Slide 26 - Tekstslide

ik ............
HASSAN
A
ben
B
bent
C
is
D
zijn

Slide 27 - Quizvraag

u ............ mevrouw de Jong
A
ben
B
is
C
bent
D
zijn

Slide 28 - Quizvraag

jij ..........
de nieuwe jongen in mijn klas
A
ben
B
is
C
zijn
D
bent

Slide 29 - Quizvraag

ze ....... een meisje
A
bent
B
is
C
ben
D
zijn

Slide 30 - Quizvraag

hij ...........een sportman
A
bent
B
ben
C
is
D
zijn

Slide 31 - Quizvraag

formeel is
A
netjes praten met respect
B
tegen vrienden praten

Slide 32 - Quizvraag

informeel
A
vrienden
B
tegen je docent praten
C
tegen je ouders praten

Slide 33 - Quizvraag