Quiz SLO p2 h2 vm

Quiz SLO p2 h2 vm
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 25 min

Onderdelen in deze les

Quiz SLO p2 h2 vm

Slide 1 - Tekstslide

SLO
Voca ABEF chapitre 3
Werkwoorden op -er + vervangen ow
Aanwijzend voornaamwoord
Vouloir/pouvoir

Slide 2 - Tekstslide

Werkwoorden -er + vervangen ow

Slide 3 - Tekstslide

Hoe vervoeg je een werkwoord op -er?
A
-er eraf halen, é erachter.
B
uitgang achter het hele werkwoord
C
-er eraf halen, uitgang erachter
D
-r eraf halen, uitgang erachter

Slide 4 - Quizvraag

danser
dansen
Je / J'
Tu
Il/elle/on
Nous
Vous
Ils/elles
Werkwoorden op -ER. Sleep de vervoegingen van het werkwoord naar de juiste persoon.
danse
dansent
dansons
danse
danses
dansez

Slide 5 - Sleepvraag

Vertaal:
zij praat

Slide 6 - Open vraag

Vertaal:
wij kopen

Slide 7 - Open vraag

Vertaal:
ik draag de trui

Slide 8 - Open vraag

Vertaal:
jullie gebruiken het spel

Slide 9 - Open vraag

Het aanwijzend voornaamwoord

Slide 10 - Tekstslide

Welke aanwijzend voornaamwoord moet je gebruiken voor een zelfstandig naamwoord ... 
mannelijk enkelvoud
vrouwelijk enkelvoud
meervoud 
mannelijk enkelvoud met klinker of h
Ce
Cette 
Ces
Cet

Slide 11 - Sleepvraag

Wat is géén aanwijzend voornaamwoord?
A
c'
B
ce
C
cet
D
cette

Slide 12 - Quizvraag

Aanwijzend voornaamwoord
______ robe

Slide 13 - Open vraag

Aanwijzend voornaamwoord
______ baskets

Slide 14 - Open vraag

Aanwijzend voornaamwoord
______ hiver

Slide 15 - Open vraag

Aanwijzend voornaamwoord
______ supermarché

Slide 16 - Open vraag

Vertaal:
deze kleur

Slide 17 - Open vraag

Vertaal:
die boeken

Slide 18 - Open vraag

Vouloir / pouvoir

Slide 19 - Tekstslide

Pouvoir
Vouloir
Willen
Kunnen
Mogen

Slide 20 - Sleepvraag

Zet in de juiste kolom
Vouloir
Pouvoir
Ils veulent
Ik kan
Je peux
Vous voulez
Hij mag
On veut

Slide 21 - Sleepvraag

Vertaal:
Jij kan praten.

Slide 22 - Open vraag

Vertaal:
Wij willen kopen.

Slide 23 - Open vraag

Vertaal:
Zij kan uitgeven.

Slide 24 - Open vraag

Vocabulaire

Slide 25 - Tekstslide

Les vêtements
une chemise
un jean

le chapeau
un pull

Slide 26 - Sleepvraag