§1.2 - Prikkels

Welkom
- Spullen op tafel, inloggen LessonUp, (huiswerk in agenda)
- Terugblik
- Les over §1.2 - Prikkels
- Vooruitblik.
Leerdoelen
4. Je herkent verschillende typen prikkels die een rol spelen bij het ontstaan van gedrag.
5. Je legt uit hoe motivatie en drempelwaarde de reactie op een prikkel bepalen.
6. Je herkent aangeboren en aangeleerd gedrag.
Huiswerk
Lz. §1.3
Mk. §1.2

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom
- Spullen op tafel, inloggen LessonUp, (huiswerk in agenda)
- Terugblik
- Les over §1.2 - Prikkels
- Vooruitblik.
Leerdoelen
4. Je herkent verschillende typen prikkels die een rol spelen bij het ontstaan van gedrag.
5. Je legt uit hoe motivatie en drempelwaarde de reactie op een prikkel bepalen.
6. Je herkent aangeboren en aangeleerd gedrag.
Huiswerk
Lz. §1.3
Mk. §1.2

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik
§1.1
Gemaakte opdrachten --> wees kritisch, leg je antwoord uit, leg begrippen uit. Bijvoorbeeld niet iets zeggen over overlevingskansen, maar ook uitleggen hoe die beter/minder worden etc. 

Niet zomaar antwoorden goedkeuren die half goed zijn.

Soms staan er foutieve antwoorden, als je twijfelt, laat het weten!

Slide 2 - Tekstslide

Juist of onjuist?
1. Een zonnebloem vertoont gedrag
2. Een wandelende tak vertoont gedrag
A
1 = juist 2 = juist
B
1 = onjuist 2 = juist
C
1 = juist 2 = onjuist
D
1 = onjuist 2 = onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Juist of onjuist?
Signalen zijn zichtbare handelingen.
A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Je hoort je maag rommelen. Is het rommelen vd maag een inwendige of uitwendige prikkel om wat te eten?
A
inwendige prikkel
B
uitwendige prikkel
C
geen van beide

Slide 5 - Quizvraag

Drie gedragingen zijn
1. Een zeehondenmoeder maakt geluid om haar jong te roepen.
2. Een papegaai roept 'goedemorgen' tegen zijn baas.
3. Een kangoeroemoeder maakt een geurspoor in haar buidel dat haar jong naar de tepel leidt.
Welke van deze gedragingen is, of zijn het afgeven van signalen?
(opdracht 9 uit het boek! --> boek geeft fout antwoord)
A
alleen gedraging 1
B
gedragingen 1 en 2
C
gedragingen 1 en 3
D
gedragen 1, 2 en 3

Slide 6 - Quizvraag

Succescriteria
  • Je kunt de definitie van de volgende begrippen uitleggen: inwendige - en uitwendige prikkels, respons, sleutelprikkel, supernormale prikkel, drempelwaarde, aangeboren, aangeleerd.

  • Je kunt de de leerdoelen aan een ander uitleggen.

  • Je hebt de opdrachten van §1.2 gemaakt en nagekeken met voldoende resultaat.

Slide 7 - Tekstslide

Schrijf in maximaal 5 zinnen op wat de kern is van §1.2.

Slide 8 - Open vraag

Oorzaken van gedrag
Gedrag = reactie op prikkels. 

Inwendige prikkels: bv. zin in eten, dorst, angst.

Uitwendige prikkels: bv. geur, iets zien, iets horen.

Slide 9 - Tekstslide

Sleutelprikkel
Sleutelprikkel = prikkel die altijd hetzelfde gedrag tot gevolg heeft.

Respons (reactie) op sleutelprikkel is aangeboren.


Slide 10 - Tekstslide

Supernormale prikkel
Bepaalde sleutelprikkel (vaak de uitvergrote variant van de normale sleutelprikkel) die leidt tot een extra sterke respons.


Slide 11 - Tekstslide

Supernormale prikkel


Meeuwenjong pikt naar rode vlek op snavel

vlekjes
grootte
kleur 


Scholekster kiest voor groot ei

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Onderzoek
Noteer voor jezelf:
1. Wat voor een soort 
onderzoek is dit? 
beschrijvend - experimenteel
2. Welke onderzoeksvraag
kan je bedenken?
3. Wat is je conclusie?

Slide 14 - Tekstslide

1. Wat voor een soort onderzoek is dit? beschrijvend - experimenteel
2. Welke onderzoeksvraag kan je bedenken?
3. Wat is je conclusie?

Slide 15 - Open vraag

Motivatie

Slide 16 - Tekstslide

Motivatie
= bereidheid tot het vertonen van bepaald gedrag.

Als de motivatie groot genoeg is (optelsom van prikkels) leidt dit tot een respons.

Dan is de drempelwaarde bereikt.

Uitzondering = sleutelprikkel (dan altijd een respons).




Slide 17 - Tekstslide

De volgende situaties kunnen een rol spelen bij eetgedrag.
I. een lege maag
II. een laag bloedsuikergehalte
III. een hongergevoel
IV. de geur van een taartje

In welke situatie is er sprake van een inwendige prikkel?
A
I en II
B
II, III en IV
C
II en III
D
I, II en III

Slide 18 - Quizvraag

De volgende situaties kunnen een rol spelen bij eetgedrag.
I. een lege maag
II. een laag bloedsuikergehalte
III. een hongergevoel
IV. de geur van een taartje

Welke prikkels dragen er aan bij de drempel voor eetgedrag te bereiken?
A
allemaal
B
II, III en IV
C
I, III en IV
D
I, II en III

Slide 19 - Quizvraag

Aangeboren of aangeleerd?
Aangeboren = gedrag dat een dier vertoont zonder dat het dit heeft kunnen leren van een ouder/ ander dier.

Voorbeeld: drinken bij de moeder
Aangeboren gedrag kun je niet afleren.

Aangeleerd = gedrag dat je bijleert gedurende je leven. 

Gedrag is een combinatie van beiden (zowel aangeboren als aangeleerd).

Slide 20 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van aangeboren gedrag bij mensen.

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Tekstslide

In de tekst wordt onderscheid gemaakt tussen het zingen van traditionele liedjes en liedjes die kanaries niet van nature zingen.

Leg met behulp van informatie uit de tekst uit of het zingen van het traditionele kanarielied aangeboren of aangeleerd is.

Slide 23 - Open vraag

Vooruitblik
§1.3 - Conflictgedrag en leergedrag via conditioneren

Veel plezier in Frankrijk!!!
Huiswerk
- Lz. §1.3
- Mk. §1.2

Slide 24 - Tekstslide

Aan de slag
1. Maak een begrippenlijst van §1.2
2. Maken en nakijken opdrachten §1.2
3. Lees §1.3 voor de volgende les

Controleer of je alle leerdoelen beheerst/ aan alle succescriteria voldoet. Zo niet: opnieuw door de stof/ opdrachten maken/ hulp vragen. 

Slide 25 - Tekstslide