- Ik weet wat er in periode 2 van mij wordt verwacht.
- Ik oefen met leesvaardigheid: inleiding benoemen, onderwerp, deelonderwerp, hoofdgedachte, zin(sgedeelte) en woordgroep citeren, tekstdoel bepalen.
- Ik beantwoord begripsvragen.
- Ik lees fictie.