Klas 2 A spelling blok 2 ( kofschip)
1 / 16
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Ik weet hoe ik 't kofschip moet gebruiken.
A
Ja
B
Nee
Slide 2 - Quizvraag
Wat is de ik vorm van vragen?
A
vragen
B
vrag
C
vraag
Slide 3 - Quizvraag
Wat is de stam van vragen?
A
vrag
B
vraag
Slide 4 - Quizvraag
Wat is de ik vorm van blozen?
A
blos
B
bloos
C
bloost
D
bloosd
Slide 5 - Quizvraag
Wat is de stam van blozen?
A
bloos
B
bloz
Slide 6 - Quizvraag
Wat is de ik vorm van zweven?
A
zwef
B
zwef
C
zweef
Slide 7 - Quizvraag
Wat is de stam van zweven?
A
zweef
B
zwev
Slide 8 - Quizvraag
Wat is de ik vorm van dromen?
Slide 9 - Woordweb
Wat is de ik vorm van dromen?
Slide 10 - Woordweb
Hoe schrijf je de pv in de verledentijd in de zin: We .............gisteren lang op zijn terugkomst. (wachten)
Slide 11 - Open vraag
Hoe schrijf je de pv in de verleden tijd in de volgende zin: Onze buren..............vorig jaar naar een andere stad. (verhuizen)
Slide 12 - Open vraag
Hoe schrijf je de pv in de verleden tijd in deze zin: Wij .............heel hard bij het doelpunt. (juichen)
Slide 13 - Open vraag
Hoe schrijf je de pv in de verleden tijd in de volgende zin: Wij ........onze kleren elke dag.
A
wassen
B
wasten
C
wastten
Slide 14 - Quizvraag
A
dromde
B
droomde
C
droomdde
