WKPV 1 9.3 9.4 9.5 9.6 9.9 9.10

WKPV 1
 (9.3- 9.4-9.5- 9.6 -9.9- 9.10)
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
WKPV1MBOStudiejaar 1

In deze les zitten 29 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

WKPV 1
 (9.3- 9.4-9.5- 9.6 -9.9- 9.10)

Slide 1 - Tekstslide

Leg in eigen woorden aan de hand van 3 voorbeelden uit wat de volgende zaken in houdt:

Veiligheidsvoorzieningen Treffen.
Wanneer ben je strafbaar?


Slide 2 - Tekstslide

Voorbeelden.....Geen....
1.......Veiligheidsmaatregelen treffen voor voorbijgangers
2......Verlichting en tekens aanbrengen bij oprekkingen
3......Hinder of gevaar tegen gaan

Slide 3 - Tekstslide

Tijdens je surveillance als BOA in dienst van de provincie Groningen zie je de volgende situatie:

Slide 4 - Tekstslide



1. Wat is het eerst wat je doet als je deze situatie aantreft?

Slide 5 - Tekstslide

Melding doen bij de Meldkamer.
Denk aan eigen veiligheid en die van je collega.

Denk aan de veiligheid van omstanders en eventueel dieren.

Let op de windrichting

Slide 6 - Tekstslide

1/2
2. Je gaat later in gesprek met de eigenaar van deze schuur. Als je hem vraagt wat er gebeurd is verteld hij het volgende: “Die schuur staat al jaren weg te rotten. De schuur is mijn eigendom en staat op mijn terrein dus ik kan er mee doen wat ik wil. Ik was er klaar mee en besloot hem in brand te steken”.

Slide 7 - Tekstslide

2/2
Wat is de volgende stap die je nu neemt?
Zou de boer verdachte kunnen zijn? Zo ja, waarvan?

Slide 8 - Tekstslide

Je vraagt de Boer of hij in het bezit is van een verlof om dit ontroerend goed in de brand te steken
(Burgemeester, veiligheidsregio)
Als de boer de niet heeft is hij verdachte van 
Artikel 428 WvSR

Slide 9 - Tekstslide

Artikel 428 WvSR
Hij die, zonder verlof van de burgemeester, dan wel, in geval van een situatie als bedoeld in artikel 39 van de Wet veiligheidsregio's, de voorzitter van de veiligheidsregio of van de door deze aangewezen ambtenaar, een of meer eigen onroerende zaken in brand steekt, wordt gestraft met geldboete van de eerste categorie 

Slide 10 - Tekstslide

Je gaat later verder met je surveillance en komt aan in een natuur gebied. Door een lange periode van hitte is dit gebied erg droog. Je treft een man aan en je ziet hem een peuk op de grond gooien.

Slide 11 - Tekstslide

3. Is de man strafbaar? Zo ja, voor wel feit?

Slide 12 - Tekstslide

Artikel 429 Lid 3
Artikel 429Met hechtenis van ten hoogste veertien dagen of geldboete van de tweede categorie wordt gestraft:
3°. hij die door gebrek aan de nodige omzichtigheid of voorzorg gevaar voor bos-, heide-, helm-, gras- of veenbrand doet ontstaan;

Slide 13 - Tekstslide

Als je aan het einde van je dienst je administratie aan het bijwerken bent dan merk je dat de man die de peuken heeft weg gegooid een valse naam heeft opgegeven. De man blijkt Boersma te heten in plaats van Veldhoen. 

Slide 14 - Tekstslide

  1.  Is deze man strafbaar voor het overtreden van artikel 435 WvSr?
  2. Ja hij is strafbaar omdat hij een valse naam heeft opgegeven.

Slide 15 - Tekstslide

5. Kan de man nu nog worden aangehouden voor het overtreden van artikel 435 WvSr?

Dit is buiten heterdaad niet mogelijk (geen VH feit) je kan de man later nog wel staande houden voor het inzien van zijn identiteitsbewijs.

Slide 16 - Tekstslide

Je krijgt op het bureau een discussie met een collega. De collega zegt dat de man van de brandende schuur uit vraag 1 ook strafbaar was voor het zelfde artikel als hij de schuur eerst had gesloopt. 
 Ben je het met hem eens? Motiveer je antwoord.

Slide 17 - Tekstslide

Als hierbij geen gevaar of kans op gevaar ontstaat was de boer niet strafbaar aan artikel 428 WvSR geweest

Slide 18 - Tekstslide

Een 18-jarige vrouw klaagt bij de gemeente dat haar vader, bij wie ze inwoont, haar paspoort heeft afgepakt om te voorkomen dat zij met haar nieuwe vriendje op vakantie gaat naar het buitenland. De daartoe bevoegde ambtenaar van de gemeente belt haar vader en beveelt hem het bewuste paspoort in te leveren bij de gemeente. 

Moet de vader het paspoort van zijn dochter inleveren bij de gemeente? Motiveer je antwoord.

Slide 19 - Tekstslide

Het paspoort moet terstond inleveren als een bevoegde ambtenaar dit heeft bevolen.


Slide 20 - Tekstslide

9. Is er nog een andere manier hoe de ambtenaar kan zorgen dat de vader het paspoort inlevert?

Slide 21 - Tekstslide

Is dit bevel schriftelijk dan moet het document binnen 14 dagen ingeleverd worden.

Slide 22 - Tekstslide

Wanneer ben je strafbaar voor het artikel 447b WvSr?

Slide 23 - Tekstslide

Als je na dat bevel het document niet of te laat inlevert

Slide 24 - Tekstslide

Een handhaver houdt een vrouw staande ter zake het los laten lopen van een hond. Als hij om haar identiteitsbewijs vraagt geeft ze die niet. Is de vrouw strafbaar

Slide 25 - Tekstslide

Ja, de vrouw is verdachte en daarom verplicht om op eerste vordering een identiteitsbewijs ter inzage af te geven.

ga je meteen vorderen bij het aanspreken?

Slide 26 - Tekstslide

Een caissière in de supermarkt ziet dat een meisje 2 pakjes sigaretten op de lopende band voor de kassa heeft gelegd. Omdat zij het niet vertrouwt vraagt ze hoe oud het meisje is. Het meisje zegt dat ze 18 jaar is, waarop de caissière van het meisje een identeitsbewijs ter inzage vordert. Het meisje zegt dat ze dat thuis heeft laten liggen. Is het meisje nu strafbaar voor het niet voldoen aan het tonen van een ID-bewijs?

Slide 27 - Tekstslide

Nee, de kassière kan enkel de verkoop van de sigaretten weigeren.
Zij is geen opsporingsambtenaar

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide