Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
vergelijkingen
1 / 34
volgende
Slide 1:
Video
Frans
Voortgezet speciaal onderwijs
In deze les zitten
34 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Video
kleiner dan
regelmatige vergelijkingen in het Nederlands
groot
groter
dan
(vergrotende trap)
het
grootst (overtreffende trap)
Laten we eerst naar de
vergrotende trap
kijken in het Frans
grand
plus
grand
que
Slide 2 - Tekstslide
plus grand que = groter dan
mais attention!
grand
kun je op verschillende manieren schrijven
namelijk g
rande - grands - grandes
Het richt zich naar het zelfstandig naamwoord
Slide 3 - Tekstslide
voorbeeld mannelijk enkelvoud
Le Louvre
(mannelijk)
est
plus
grand
que
le Rijksmuseum
Het Louvre is
groter dan
het Rijksmuseum
Slide 4 - Tekstslide
voorbeeld vrouwelijk enkelvoud
La peinture
(vrouwelijk) de Nachtwacht
est
plus grande que
la Joconde
Slide 5 - Tekstslide
plus grand
s
que (mnl.mv)
Les musées
(mnl.mv) à Paris
sont
plus grands que
les musées à Leiden.
Slide 6 - Tekstslide
plus grand
es
que (vrl.mv)
Les peintures
(vr.mv)
de Rembrandt sont
plus grandes que
les peintures de Véronique
Slide 7 - Tekstslide
belangrijk is om de bijv.nw. te kennen.
vul het schema in. De antwoorden staat op de volgende dia
Dit zijn wat lastige bijvoeglijke naamwoorden.
mnl.enkv
mnlmv
vrl.enkv
vrl.mv
mooi
beau
oud
vieux
lang
long
Slide 8 - Tekstslide
belangrijk is om de bijv.nw. te kennen.
vul het schema in.
mnl.enkv
mnlmv
vrl.enkv
vrl.mv
mooi
beau
beaux
belle
belles
oud
vieux
vieux
vie
i
lle
vieilles
lang
long
longs
long
u
e
longues
Slide 9 - Tekstslide
als je
minder gro
ot
wilt gebruiken
dan gaat dat op de hetzelfde manier
maar in plaats van
plus
gebruik je
moins
Le tableau (het schilderij) est moins grand.
La peinture
est moins grand
e enzovoort
Slide 10 - Tekstslide
aussi..............que
(even ......als)
Op de stippels komt het bijvoeglijk naamwoord. Ook hier kijk je goed naar het zelfstandig naamwoord.
Ce tableau
de Van Gogh est
aussi grand que
le tableau de Vermeer.
Slide 11 - Tekstslide
de overtreffende trap
de grootste stad
de meest bezochte stad
het interessantste museum
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Maak de vergrotende trap.
Cette fille est ___ (kleiner). petit
Slide 16 - Open vraag
Maak de vergrotende trap.
L'espagnol est ___ (moeilijker dan) le français. difficile
Slide 17 - Open vraag
Zet het bijvoelijk naamwoord in de overtreffende trap - de grootste
Le Sahara est ................. désert (grand)
Slide 18 - Open vraag
de kaartjes zijn minder duur
les tickets sont .........
(tickets = mnl. mv)
A
moins cher
B
plus chèrs
C
moins chères
D
moins chèrs
Slide 19 - Quizvraag
ticket = mnl.
cher > chèrs
Slide 20 - Tekstslide
deze rondleidingen (visites) zijn beter.
visites = vrl. mv
A
ces visites sont meilleur
B
ces visites sont meilleurs
C
ces visites sont meilleures
Slide 21 - Quizvraag
visite = vrl.
meilleur > meilleures
Slide 22 - Tekstslide
deze rondleidingen (visites) zijn langer
visites = vrl. mv
A
ces visites sont plus long
B
ces visites sont plus longes
C
ces visites sont plus longue
D
ces visites sont plus longues
Slide 23 - Quizvraag
visite = vrl.
long > longues
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Mon oncle est ... ... ... de notre famille.
(het dikst)
A
le plus gros
B
la plus grosse
C
les plus gros
Slide 26 - Quizvraag
Le chocolat est ... que le gâteau.
lekkerder | bon-> let op!!!
Slide 27 - Open vraag
Michelle est ..... que Monique.
(sportiever)
A
plus sportif
B
plus sportive
C
plus sportifs
D
plus sportives
Slide 28 - Quizvraag
Le film est ... bon ... le livre.
=
De film is even goed als het boek.
Slide 29 - Open vraag
Le louvre est (groter dan) le musée d'Orsay?
A
plus grand que
B
grander que
C
moins petit que
D
plus grands que
Slide 30 - Quizvraag
Le musée d'Orsay est (even interessant als) le Louvre.
A
intéressant que
B
moins intéressant que
C
aussi intéressants qu'
D
aussi intéressant que
Slide 31 - Quizvraag
Elle est (de oudste)
A
la vieille
B
la vieux
C
la plus vieille
D
la plus vieux
Slide 32 - Quizvraag
Mon copain est (even sportif als) Jean.
A
aussi sportive qu'
B
aussi sportif que
C
le plus sportif
D
le plus sportif que
Slide 33 - Quizvraag
Elle est (minder serieus dan) lui.
A
moins sérieuse que
B
le moins sérieuse que
C
moins sérieux que
D
moins sérieuse qu'
Slide 34 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
4 HAVO - Grammaire C - Les comparaisons
Oktober 2024
- Les met
16 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
klas 4TL - bij Hfd. 9 - uitleg Vergrotende en overtreffende trap
November 2020
- Les met
31 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
les degrés de comparaison
Februari 2023
- Les met
35 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 3,4
Unité 5: overtreffende en vergelijkende trap
September 2022
- Les met
23 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Les comparaisons
November 2023
- Les met
23 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H4 - overtreffende en vergelijkende trap
September 2024
- Les met
25 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
V3 Semaine 20, Paris présentation culturelle #4 / Les comparaisons
Mei 2021
- Les met
32 slides
Frans
Middelbare school
3VWO - Bron I - H6 trappen van vergelijking
April 2020
- Les met
21 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3