Les 2 observeren

Les 2 observeren
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
ObserverenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Les 2 observeren

Slide 1 - Tekstslide

Ontwikkelingsgericht ondersteunen
1. Ontwikkelingspsychologie
2. Ondersteuning opdracht 
- Hoe kan ik een kind methodisch begeleiden 
- Hoe maak ik de kinderen zelfredzaam?
3. Observeren

Slide 2 - Tekstslide

Inhoud
Vorige keer
Observeren
Slecht voorbeeld
Goed voorbeeld
Afronding


Slide 3 - Tekstslide

Vorige keer 
Kennismaking
Wat is je nog meer bij gebleven?

Slide 4 - Tekstslide

Observeren
Objectief: alleen feiten benoemen
Vermijd woorden als vaak, erg en soms.
Beschrijf concreet gedrag (kind L zit op de stoel).
Geen eigen mening 

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeeld... Goed of slecht?
 Tim was verschrikkelijk onrustig en leek totaal niet geïnteresseerd in de les. Hij zat constant te wiebelen op zijn stoel en keek overal behalve naar zijn boek.

Tim praatte voortdurend met zijn buurjongen, wat erg storend was voor de rest van de klas. Hij leek totaal geen respect te hebben voor de anderen die wel wilden lezen.

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld... Goed of slecht?
Emma kwam de klas binnen om 10:00 uur en ging direct naar haar plaats. Ze pakte haar rekenboek en begon aan de opdracht.

Emma werkte zelfstandig aan haar opdracht. Ze vroeg één keer hulp aan haar buurjongen en bedankte hem na het ontvangen van hulp.

Slide 7 - Tekstslide

Observeren
Wat schrijf je wel of niet op?
- alleen feiten
- schrijf aantallen op van bepaald gedrag
- vermijd subjectieve aanduidingen als 'verdrietig' als iemand huilt. Iemand kan ook huilen van woede of machteloosheid.


Slide 8 - Tekstslide

Observatieopdracht
Ga minimaal in tweetallen observeren. 
Binnen de school zoek je een plekje. 
Je observeert 10 minuten. 
Ieder schrijft zijn eigen bevindingen op. 

Slide 9 - Tekstslide

Observatieopdracht nabespreken
1. Vertel elkaar om de beurt wat je hebt geobserveerd.
2. Vergelijk jullie observaties. Schrijf op wat hetzelfde was (overeenkomsten), en wat verschillend was.
3. Hoe kan het dat jullie observaties verschillen? 
Soms heeft een klasgenoot iets anders gezien dan jij. Dat kan omdat hij/zij meer of minder precies heeft gekeken omdat hij/zij op iets anders heeft gelet dan jij.
4. Zijn jullie het eens over de verschillen? Leg uit waarom

Slide 10 - Tekstslide

Feedback op de les

Slide 11 - Tekstslide

Tot volgende week!

Slide 12 - Tekstslide