Er bestaat een mogelijkheid dat deze vragen terug komen op het PTA
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4
In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Oefentoets H5
Hierbij een oefentoets van H5.
We kunnen dit klassikaal doen of individueel.
Er bestaat een mogelijkheid dat deze vragen terug komen op het PTA
Slide 1 - Tekstslide
Intro
Nederland heeft een aantal jaren last gehad van een economische crisis. Veel mensen verloren in die tijd hun baan.
Pelle is werknemer van een fietsenfabriek. Ook verschillende collega’s van hem zijn tijdens de crisis ontslagen. Volgens hem is het dan ook goed nieuws als hij in de krant leest dat de export van Nederland toeneemt.
Slide 2 - Tekstslide
Leg uit waarom een toename van de export voor Pelle en zijn collega’s goed nieuws is.
Slide 3 - Open vraag
Leg uit waarom een toename van de export voor Pelle en zijn collega’s goed nieuws is.
Meer export betekent meer productie. Daardoor neemt de werkgelegenheid toe en daalt de kans op werkloosheid.
Slide 4 - Tekstslide
Wat betekent het als een land een ‘gesloten economie’ heeft?
A
Dat het land een hoog overschot heeft op de betalingsbalans.
B
Dat het land naar verhouding weinig in- en uitvoert ten opzichte van het nationaal inkomen.
C
Dat het land in verhouding veel export en weinig import heeft.
D
Dat het land een groot deel van het nationaal inkomen verdient met export of besteedt aan import.
Slide 5 - Quizvraag
Geert en Leanne gaan op vakantie naar Zwitserland. Is er voor Zwitserland sprake van import of van export wanneer Geert en Leanne als toeristen naar Zwitserland gaan? Waarom?
A
Export, want Zwitserland verdient geld vanuit het buitenland.
B
Export, want Zwitserland betaalt geld aan het buitenland.
C
Import, want Zwitserland verdient geld vanuit het buitenland.
D
Import, want Zwitserland betaalt geld aan het buitenland.
Slide 6 - Quizvraag
In de Europese Unie is er een interne markt. Polen is ook lid van de EU. Veel Polen werken in Duitsland en Nederland. Vul in: Dit is toegestaan omdat er in de EU vrij verkeer van … is.
Slide 7 - Open vraag
In de Europese Unie is er een interne markt. Polen is ook lid van de EU. Veel Polen werken in Duitsland en Nederland.
Vul in: Dit is toegestaan omdat er in de EU vrij verkeer van … is.
Slide 8 - Tekstslide
Polen maakt deel uit van de Europese Unie. Polen drijft voornamelijk handel met andere EU-landen, maar is geen lid van de Europese Monetaire Unie (EMU). Johan denkt dat het voor Polen gunstig zou zijn om lid te worden van de EMU. Noem een financieel voordeel voor Poolse bedrijven als Polen lid zou zijn van de EMU.
Slide 9 - Open vraag
Polen maakt deel uit van de Europese Unie. Polen drijft voornamelijk handel met andere EU-landen, maar is geen lid van de Europese Monetaire Unie (EMU). Johan denkt dat het voor Polen gunstig zou zijn om lid te worden van de EMU.
Noem een financieel voordeel voor Poolse bedrijven als Polen lid zou zijn van de EMU.
(Als Polen lid is van de EMU, heeft Polen de euro als munteenheid.) Dan hebben Poolse bedrijven geen kosten meer voor het omwisselen van hun munt als ze handelen met andere EMU-landen.
Slide 10 - Tekstslide
Turkije
nationaal inkomen € 798,5 miljard
waarde export € 162,9 miljard
waarde import € 214,7 miljard
(schrijf de getallen op het bord)
Slide 11 - Tekstslide
Bereken de exportquote van Turkije. Schrijf je berekening op.
Slide 12 - Open vraag
Bereken de exportquote van Turkije. Schrijf je berekening op.
Exportwaarde : nationaal inkomen x 100 =
€ 162,9 : 798,5 x 100 = 20,4%
Slide 13 - Tekstslide
De Europese Centrale Bank (ECB) streeft naar een inflatiepercentage van ongeveer 2% in de landen met de euro. Een renteverlaging bij de ECB kan leiden tot een lagere rente bij de banken, waardoor de inflatie kan stijgen. Leg uit waarom een lagere rente kan leiden tot hogere inflatie.
Slide 14 - Open vraag
De Europese Centrale Bank (ECB) streeft naar een inflatiepercentage van ongeveer 2% in de landen met de euro. Een renteverlaging bij de ECB kan leiden tot een lagere rente bij de banken, waardoor de inflatie kan stijgen.
Leg uit waarom een lagere rente kan leiden tot hogere inflatie.
Bij een lage rente kunnen consumenten makkelijker / meer geld lenen (en is het minder aantrekkelijk om te sparen). Ze kopen dan meer goederen en diensten waardoor de prijzen hiervan zullen stijgen.
Slide 15 - Tekstslide
Wat is wederuitvoer?
Slide 16 - Open vraag
Wat is wederuitvoer?
Bij wederuitvoer worden goederen eerst ingevoerd en na een korte bewerking meteen doorverkocht aan het buitenland.