NN7 - Spelling §10 - Aanvoegende en gebiedende wijs - 2VWO

NN7 - Spelling §10 - Aanvoegende en gebiedende wijs
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

NN7 - Spelling §10 - Aanvoegende en gebiedende wijs

Slide 1 - Tekstslide

Lees de volgende zinnen:

  1. Leve de koning!
  2. Ruim voor je gaat gamen eerst je kamer op! (bevel)

Slide 2 - Tekstslide

Lees de volgende zinnen:

  1. Leve de koning!
  2. Ruim voor je gaat gamen eerst je kamer op! (bevel)

Voorbeeldzin 1 staat in de aanvoegende wijs (aw). Het werkwoord is een vorm in de tegenwoordige tijd en eindigt in het enkelvoud meestal op een e. Alleen bij zijn komt een verledentijdsvorm voor: ware.

Slide 3 - Tekstslide

De aanvoegende wijs kan verschillende zaken uitdrukken:

Slide 4 - Tekstslide

De aanvoegende wijs kan verschillende zaken uitdrukken:

  • een wens:
    – Het ga je goed

Slide 5 - Tekstslide

De aanvoegende wijs kan verschillende zaken uitdrukken:

  • een wens:
    – Het ga je goed.
  • een aansporing (vaak in combinatie met men):
    – Men neme 50 gram suiker en 100 gram bloem

Slide 6 - Tekstslide

De aanvoegende wijs kan verschillende zaken uitdrukken:

  • een wens:
    – Het ga je goed.
  • een aansporing (vaak in combinatie met men):
    – Men neme 50 gram suiker en 100 gram bloem.
  • een toegeving:
    – Samir wil koste wat het kost naar het conservatorium.

Slide 7 - Tekstslide

De aanvoegende wijs kan verschillende zaken uitdrukken:

  • een wens:
    – Het ga je goed.
  • een aansporing (vaak in combinatie met men):
    – Men neme 50 gram suiker en 100 gram bloem.
  • een toegeving:
    – Samir wil koste wat het kost naar het conservatorium.
  • een gevoel van berusting:
    – Helaas, het zij zo.

Slide 8 - Tekstslide

De aanvoegende wijs kan verschillende zaken uitdrukken:

  • een wens:
    – Het ga je goed.
  • een aansporing (vaak in combinatie met men):
    – Men neme 50 gram suiker en 100 gram bloem.
  • een toegeving:
    – Samir wil koste wat het kost naar het conservatorium.
  • een gevoel van berusting:
    – Helaas, het zij zo.
  • niet-werkelijkheid (iets wat niet zo is):
    – Ware de brandweer op tijd gearriveerd, dan was het pand gespaard gebleven.

Slide 9 - Tekstslide

In het meervoud komt er een n achter de enkelvoudsvorm:

Slide 10 - Tekstslide

In het meervoud komt er een n achter de enkelvoudsvorm:

  • Mogen de weergoden ons gunstig gezind zijn.

Slide 11 - Tekstslide

Lees de volgende zinnen:

  1. Leve de koning!
  2. Ruim voor je gaat gamen eerst je kamer op! (bevel)

Voorbeeldzin 2 staat in de gebiedende wijs (gw). Die wordt gebruikt om een bevel, een advies of een waarschuwing te geven.

Slide 12 - Tekstslide

Een zin in de gebiedende wijs bevat geen onderwerp:

  • Rust maar lekker een uurtje uit. (advies)
  • Pas op voor die snelle scooter. (waarschuwing)

Slide 13 - Tekstslide

Zo schrijf je de gebiedende wijs
De gebiedende wijs schrijf je als de ik-vorm tt, ook als je meerdere personen aanspreekt:

  • Land maar in het weiland, ballonvaarder!
  • Beste mensen, geef jullie verzet tegen de gaswinning toch op! Het is zinloos.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Link

Slide 16 - Video

Vul in de zinnen de aanvoegende wijs in.
Voor inlichtingen ......... (wenden) men zich tot de informatiebalie bij de receptie.

Slide 17 - Open vraag

Vul in de zinnen de aanvoegende wijs in.
‘Uw wil ...... (geschieden)’ is een zin uit het Onzevader, een bekend gebed.

Slide 18 - Open vraag

Vul in de zinnen de aanvoegende wijs in.
Hoe het ook ...... (zijn), we hebben onze uiterste best gedaan.

Slide 19 - Open vraag

Vul in de zinnen de aanvoegende wijs in.
"........ (redden) wie zich redden kan!’ riep de kapitein toen het schip strandde.

Slide 20 - Open vraag

Vul in de zinnen de aanvoegende wijs in.
De miljonair sprak over het verlies van 2000 euro, als ....... (zijn) het een kleinigheid.

Slide 21 - Open vraag

Vul in de zinnen de aanvoegende wijs in.
De croupier zei tegen de spelers:
‘.......​... (mogen) het lot u gunstig gezind zijn.’

Slide 22 - Open vraag

Voor inlichtingen wende men zich tot de informatiebalie bij de receptie.

Wat geeft deze zin aan?
A
een wens
B
een aansporing
C
een gevoel van berusting
D
een niet-werkelijkheid

Slide 23 - Quizvraag

‘Uw wil geschiede’ is een zin uit het Onzevader, een bekend gebed.

Wat geeft deze zin aan?
A
een wens
B
een aansporing
C
een gevoel van berusting
D
een niet-werkelijkheid

Slide 24 - Quizvraag

Hoe het ook zij, we hebben onze uiterste best gedaan.

Wat geeft deze zin aan?
A
een wens
B
een aansporing
C
een gevoel van berusting
D
een niet-werkelijkheid

Slide 25 - Quizvraag

‘Redde wie zich redden kan!’ riep de kapitein toen het schip strandde.

Wat geeft deze zin aan?
A
een wens
B
een aansporing
C
een gevoel van berusting
D
een niet-werkelijkheid

Slide 26 - Quizvraag

De miljonair sprak over het verlies van 2000 euro, als ware het een kleinigheid.

Wat geeft deze zin aan?
A
een wens
B
een aansporing
C
een gevoel van berusting
D
een niet-werkelijkheid

Slide 27 - Quizvraag

De croupier zei tegen de spelers: ‘Moge het lot u gunstig gezind zijn.

Wat geeft deze zin aan?
A
een wens
B
een aansporing
C
een gevoel van berusting
D
een niet-werkelijkheid

Slide 28 - Quizvraag

Ga nu op je laptop naar de online methode van Nieuw Nederlands en maak de opdrachten die ik heb klaargezet in de planning.

Slide 29 - Tekstslide