Les articles

LES ARTICLES
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1-4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

LES ARTICLES

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

L'article défini et indéfini
Het bepaalde en onbepaalde lidwoord.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. L'article défini = bepaald lidwoord
  • La personne en face de moi. 

  • Je promène le chien.

  • Les enfants vont à l'école. 

=DE of HET in het Nederlands

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. L'article indéfini= onbepaald lidw
  • J'ai un vélo rouge.

  • Il me donne une rose. 

  • Je mange des fruits.

= EEN in het Nederlands of niets (zie des)

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Masculin ou féminin?
Je kunt niet altijd weten of een woord mannelijk of vrouwelijk is!
MANNELIJK
VROUWELIJK
MEERVOUD
mannelijke woorden  
eindigen op:

 -ment, -al, -eur, -on:

un règlement, un journal, un vendeur, un ballon


vrouwelijke woorden eindigen op:

- té, -sion, -euse, -e

la beauté, la décision, la vendeuse, la pomme
Een woord dat op -x of -s eindigt staat vaak in het meervoud:

- les jeux, les yeux, des enfants, des fruits

Slide 5 - Tekstslide

Als je vragen hebt, mag je mij altijd een berichtje sturen! 
4. L'article contracté = samengetrokken lidwoord
Bij de voorzetsels 'à' en 'de' :


à + le = au
de + le = du
à + la = à la
de + la = de la
à + l' = à l'
de + l' = de l'
à + les = aux
de + les= des

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

L'article contracté = het samengetrokken lidwoord

met de:                      van de, van het 
enkele ww met de: parler de, avoir peur de (bang zijn voor), avoir envie de (zin hebben in/om), avoir besoin de (nodig hebben), essayer de (proberen), avoir honte de (zich schamen voor)
met à:                        naar de/het, in de/het, aan
enkele ww met à: aller à,  parler à (praten met), répondre à, poser une question à, faire attention à

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5a. L'article partitif= delend lidwoord
Je weet NIET hoeveel:




  • Je mange du pain.                          Ik eet brood.
  • J'achète de la nourriture.             Ik koop eten.
  • Je bois de l'eau.      Ik drink water.  WE VERTALEN DIT NIET IN HET NED 
masculin
féminin
voyelle
singulier
du
de la
de l'
pluriel
des
des
des

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5b. L'article partitif= delend lidwoord
Je weet WEL hoeveel:




  • Il boit assez d'eau (Hij drinkt genoeg water)
  • J'achète beaucoup de fruits (Ik koop veel eten)
  • Je mange un peu de salade (Ik eet een beetje sla)

masculin/ féminin/ pluriel
voyelle
singulier
de
d'
pluriel
de
d'

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5. L'article partitif= delend lidwoord
Na een ontkenning
DE of D'!!

  • Je ne mange pas de viande (Ik eet geen vlees)
  • Je ne mange plus de fruits (Ik eet geen fruit meer)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

un, une, des: dit zijn .... lidwoorden

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

1. Vous téléphonez ________________
père de Thierry?
A
au
B
à l'
C
à la
D
aux

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2. Le professeur va parler ___________________ élèves.
A
au
B
à l'
C
à la
D
aux

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

3. Donne le ballon _______________ copine de Stéphane.
A
au
B
à l'
C
à la
D
aux

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

4. C’est un cadeau ______________ amis de l’école.
A
du
B
de l'
C
de la
D
des

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

5. Philippe habite près ____________ gare.
A
du
B
de l'
C
de la
D
des

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

6. Hassan revient ____________ école.
A
du
B
de l'
C
de la
D
des

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Heb ik het begrepen?
A
Ja, ik vond het gemakkelijk en ik heb alles begrepen!
B
Ik heb maar weinig begrepen en ik heb nog vragen.
C
Ik heb het meeste begrepen, maar niet alles.
D
Help! Ik begrijp er niets van!

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Heb je vragen? Schrijf ze hier of stuur mij een berichtje :)

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies