hoofdstuk 8

Maak de startopdracht buitenbeentjes
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Maak de startopdracht buitenbeentjes

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdstuk 8 gaat over:
Maaltijd samenstellen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het einde weet je meer over:
  • duurzaam voedsel;seizoensproducten en streekproducten;
  • het verschil tussen convenience food en fastfood;
  • gezonde voeding voor verschillende doelgroepen;
  • ondervoeding en hoe je dit kan voorkomen;
  • hoe je maaltijden aanpast aan verschillende voedingsgewoonten.


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Duurzaam eten
Duurzaam voedsel is eten dat op een milieuvriendelijke manier wordt geproduceerd.
  • Duurzame voedselproductie
  • Minder vlees en vis eten
  • Seizoensproducten 
  • Lokale producten 
  • Verspilling tegengaan 



Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je voedselafdruk
Duurzaam voedsel is eten dat op een milieuvriendelijke manier wordt geproduceerd. Voor het produceren van voedsel wordt grond, water, dieren, groenten, vervoer, warmte en energie gebruikt. 
Je voedselafdruk is de hoeveelheid grond en water die nodig is om jou van voedsel te voorzien. 



Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je voedselafdruk

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Convenience food 


Convenience food betekent gemakkelijke voeding. Het is eten dat snel en eenvoudig klaargemaakt kan worden. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gezonde voeding baby, peuter en kleuter



  • Borstvoeding is de beste voeding voor een baby. 
  • Flesvoeding moet voldoen aan strenge eisen. 
  • Vitamine K tot drie maanden. 
  • Vitamine D tot 4 jaar. 
  • Hapjes vanaf 4 maanden. 
  • Peuters en kleuters kunnen met volwassenen mee eten. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vitamine K
In flesvoeding zit vitamine K, in borstvoeding niet. 
Vitamine K heeft een baby nodig voor de 
bloedstolling. Als een baby hiervan te 
weinig binnen krijgt kunnen er stollingen 
ontstaan.


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voeding voor een baby
Borstvoeding is de beste voeding voor een baby.
Na zes maanden heeft een kind vaste voeding nodig.
Oefenhapjes zijn belangrijk om de mondspieren te trainen. (vanaf 4 maanden)






Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gezonde voeding voor sporters



  • Koolhydraten, eiwitten en vocht hebben invloed op de prestaties van sporters.
  • Koolhydraten zijn belangrijk voor de energie. 
  • Eiwitten zijn belangrijk bij de opbouw en het herstel van weefsels.
  • Doordat je sport, ga je zweten. Dit vocht moet je aanvullen. 
  • Speciale sportrepen, - dranken of – gels zijn niet nodig. 




Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gezonde voeding voor ouderen
Ouderen kunnen minder goed gaan eten door:
  • verminderde smaak
  • kauw- en slikproblemen
  • gebruik van medicijnen
  • obstipatie (verstopping van ontlasting)
  • eenzaamheid en depressiviteit
  • vergeetachtigheid

problemen met lopen

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maaltijden voor verschillende voedingsgewoonten
Als je een maaltijd gaat samenstellen is het handig om van tevoren een lijstje te maken: 

  • Voor wie kook je? Oudere, jongeren, sporters
  • Wat kook je? Ontbijt, hoofdgerecht
  • Wat mag niet? Gluten, vlees, dieet Wat wel? 
  • Wat wel? Wat vindt iemand lekker? 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag hoofdstuk 8
Theorie blz 167 t/m 183

Praktijk (blz 80-84): 
8.01 Maaltijd samenstellen (classroom) 
8.02 Gezonde catering voor een sportevenement 
8.03 Advies opstellen (classroom) 


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De begrippen:
  • Duurzaam eten
  • Seizoensproducten
  • Verspilling
  • Voedselafdruk
  • Convenience food
  • Ondervoeding 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op de halfvolle melk staat een THT-datum (Ten Minste Houdbaar Tot) van 20-09-2024. Mag je de halfvolle melk nog drinken na 20 september 2024?
A
Ja, maar je moet wel kijken, ruiken en proeven om te zien of de halfvolle melk nog goed is.
B
Nee, alleen als je de halfvolle melk hebt geopend vóór 20 september 2023.
C
Nee, het product moet worden weggegooid.

Slide 16 - Quizvraag

vraag 1: antwoord A: 
Bij producten met een THT-datum (Ten Minste Houdbaar Tot) kun je na de houdbaarheid kijken, ruiken en proeven om te zien of een product nog goed is, zo kan je veel voedselverspilling voorkomen, vaak zijn deze producten (kort) na de datum namelijk nog helemaal goed.


Je eet een maaltijd met aardappelen, vlees en groente. Natuurlijk wil je hier niets van verspillen! Welk product is het meest zonde om te verspillen als je denkt aan het milieu?
A
De aardappel
B
Het vlees
C
De groente

Slide 17 - Quizvraag

vraag 2: antwoord B: 
Vlees- en zuivelproducten hebben een grotere impact op het milieu dan andere etenswaren. Voor de productie van vlees is de uitstoot van broeikasgassen erg groot en wordt er veel land- en water verbruikt.


Er zijn verschillende soorten houdbaarheidsdatums, maar wist je dat er ook producten zijn waar geen houdbaarheidsdatum op hoeft te staan? Op welke van onderstaande producten moet wél een houdbaarheidsdatum staan?
A
Keukenzout
B
Kauwgom
C
Rijst

Slide 18 - Quizvraag

vraag 3: antwoord C: 
Op rijst moet wel een houdbaarheidsdatum staan maar bij de andere producten is dit niet nodig. Bij producten met een THT-datum (Ten Minste Houdbaar Tot) kun je na de houdbaarheid kijken, ruiken en proeven om te zien of een product nog goed is, zo kan je veel voedselverspilling voorkomen, vaak zijn deze producten (kort) na de datum namelijk nog helemaal goed. Bij een TGT-datum (Te Gebruiken Tot) moet je het product wel weggooien na de datum, dit komt omdat er dan bacteriën op kunnen zitten die je niet kan zien, ruiken of proeven.

We weten natuurlijk dat geen voedsel verspillen goed is voor het milieu, als je 1 jaar geen voedsel verspilt bespaar je bijna 100 kg CO2, maar ja, hoeveel is dat? 100 kg CO2 staat gelijk aan:
A
25 jaar een mobiel gebruiken
B
3 jaar tv kijken
C
500 km auto rijden

Slide 19 - Quizvraag

vraag 4: antwoord A: 
Wanneer voedsel wordt verspild heeft er al impact plaatsgevonden op het milieu. Dit gebeurde tijdens elke stap van de productie, het vervoer, de verpakking en bereiding thuis. Door een jaar lang geen voedsel te verspillen, of door er elke dag op te letten kan je dus veel doen voor het milieu!

Stel je koopt een pak halfvolle melk. Wat kan de houdbaarheid hiervan dan verkorten?
A
Langer dan een uur boodschappen doen
B
Korter dan een uur boodschappen doen
C
Het pak op tafel laten staan tijdens een snelle lunch

Slide 20 - Quizvraag

vraag 5: antwoord A: 
Het is belangrijk om melk en melkproducten pas als laatste te pakken bij het boodschappen doen of een koeltas mee te nemen, waar je het meteen in doet. Een uur buiten de koelkast betekent een dag minder lang houdbaar.
Waarom werkt het invriezen van producten zo goed om voedselverspilling tegen te gaan?
A
Door de kou verstijven de cellen waardoor ze niet kunnen bederven.
B
Het remt de groei van bacteriën, gisten en schimmel.
C
Een vriezer is goed afgesloten waardoor er geen bacteriën van buiten bij het product kunnen komen.

Slide 21 - Quizvraag

vraag 6: antwoord B: 
Eten invriezen helpt om het langer vers te houden door de groei van bacteriën, gisten en schimmels die het voedsel kunnen bederven te vertragen. Het is alsof je op pauze van je eten drukt.
Hoe lang kun je restjes van je avondmaaltijd in de koelkast en vriezer bewaren?
A
1 dag in de koelkast, 1 maand in de vriezer
B
2 dagen in de koelkast, 3 maanden in de vriezer
C
3 dagen in de koelkast, 2 maanden in de vriezer

Slide 22 - Quizvraag

vraag 7: antwoord B: 
De meeste restjes kunnen 2 dagen in de koelkast bewaard worden en ongeveer 3 maanden in de vriezer. Let wel op dat je de restjes eerst laat afkoelen en vervolgens luchtdicht verpakt in een bakje of zakje.
Welk product wordt het meeste verspild door Nederlanders?
A
Groente
B
Zuivel
C
Brood

Slide 23 - Quizvraag

vraag 8: antwoord C: 
De gemiddelde Nederlander verspild 3 boterhammen per week. Dit is natuurlijk ontzettend zonde. Bewaar daarom je brood altijd in de vriezer en haal er alleen het aantal boterhammen uit dat je nodig hebt, zo heb je elke dag vers brood!