Wat? Je gaat in gesprek met je klasgenoten.
Hoe? Je zit tegenover een klasgenoot. Ieder krijgt 1 blad waar de dialoog op staat. Je krijgt rol A of rol B. Als jij rol A speelt, speelt je klasgenoot rol B. De rol die jij speelt is in het Nederlands geschreven. Je gaat zelf vertalen en spreken in het Duits. De rol van je klasgenoot staat bij jou in het Duits. Je controleert, helpt en geeft feedback op elkaar.
Dit doe je na elke zin.
Hulp? Klasgenoot tegenover je.
Tijd? 1 ronde duurt +- 3 minuten. We doen 3/4 rondes.
Uitkomst? Je kan in het Duits iets bestellen in een restaurant.
Klaar? Als ik nog niet heb aangegeven dat de tijd voorbij is, bespreek je kort met je klasgenoot wat goed ging en waar nog verbeterpunten zitten. Na elke ronde bespreken we klassikaal de feedback. Na de feedback gaan we naar ronde 2. De leerlingen die aan de rechterkant zitten, verplaatsen allemaal 1 plek naar links (blaadjes laat je liggen). Je zit tegenover een andere klasgenoot en wisselt van rol (wissel jullie blaadjes om).