In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Terugblik
Slide 1 - Tekstslide
Kijk naar het voedselweb in het plaatje. Geef minstens 2 dingen aan die niet kloppen.
Slide 2 - Open vraag
Waarom beginnen voedselwebben bijna altijd met planten?
Slide 3 - Open vraag
Welk organisme in het voedselweb produceert zijn eigen energie?
Slide 4 - Open vraag
Kijk naar het voedselweb in het plaatje. Geef de langste voedselketen in dit web.
Slide 5 - Open vraag
Hoe noemen we bacteriën en schimmels?
A
consumenten
B
reducenten
C
allesetters
D
producenten
Slide 6 - Quizvraag
Waar horen pissebedden bij?
A
producenten
B
consumenten 2e orde
C
afvaleters
D
reducenten
Slide 7 - Quizvraag
Zet in de goede volgorde
Slide 8 - Sleepvraag
Zet de volgende organismen in de juiste volgorde om een voedselketen te vormen.
-->
Vlierbes
Kikker
Havik
Sprinkhaan
Adder
Slide 9 - Sleepvraag
6.3 Samenleven
Slide 10 - Tekstslide
Leerdoel
6 Je kunt uitleggen wat een biologisch evenwicht in. Je kunt manieren noemen waarop soorten met elkaar samenleven.
In een gebied hebben verschillende soorten relaties met elkaar. Ook planten of dieren van dezelfde soort hebben invloed op elkaar. Ze kunnen samenwerken of met elkaar concurreren.
Binnen een populatie heeft elk individu relaties met soortgenoten. Konijnen leven bijvoorbeeld samen in een hol en krijgen samen jongen. Of ze vechten met elkaar om voedsel. Ook dat is een relatie.
Een relatie kan gericht zijn op concurrentie (competitie) of op samenwerking. Concurrentie is bijvoorbeeld strijden om voedsel, een partner of een veilige plek. Samenwerking is bijvoorbeeld een troep leeuwen die samen jagen op een prooi.
Concurrentie
Samenwerking
Slide 21 - Tekstslide
Relaties binnen een populatie
Bij dieren die in groepen leven, zie je vaak een rangorde. Eén dier is de baas, bijvoorbeeld het oudste vrouwtje bij een kudde olifanten.
Een territorium is een gebied dat wordt verdedigd tegen soortgenoten. Een territorium kan dienen als jachtgebied, maar ook als ruimte voor het grootbrengen van de jongen.
Individuen van een soort moeten samenwerken om zich voort te planten. Er is dan paarvorming tussen een mannetje en een vrouwtje dit kan voor een tijdje of hun hele leven zijn.
Slide 22 - Tekstslide
Relaties tussen soorten
Individuen van verschillende soorten kunnen een langdurige relatie met elkaar hebben. Zo’n langdurige samenleving noem je symbiose. Een voorbeeld van symbiose is een korstmos. Hierin leven een schimmel en een alg met elkaar samen. De alg maakt voedsel voor de schimmel door fotosynthese. De schimmel zorgt voor water en een beschutte plek voor de alg.
Slide 23 - Tekstslide
Parasitisme
Een van de individuen kan nadeel hebben van de samenleving. Dat noem je parasitisme. Hierbij leeft een individu, de parasiet, op of in een individu van een andere soort, de gastheer. Parasieten kunnen dieren, planten of schimmels zijn.
Slide 24 - Tekstslide
Aan het werk! Bio!
Wat? 6.3 Samenleven- opdrachten 1 t/m 9.
Waar? In Magister.me in de studiewijzer mens en natuur.