Bouwsteen 4 Samenhang
1 / 22
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Het onderwerp van een tekst....
De hoofdgedachte van een tekst....
is waar de tekst over gaat
is het belangrijkste wat de schrijver over het onderwerp duidelijk wil maken
vind je in de titel en de inleiding
vind je in de titel, de inleiding, de kern en het slot
bestaat uit een of enkele woorden
bestaat uit een hele zin
Slide 5 - Sleepvraag
Onderwerp en hoofdgedachte zijn al behandeld bij bouwsteen 2. Deze sleepvraag even als opfrisser.
Slide 6 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 7 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 8 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 9 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Slide 10 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Slide 11 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Kies de twee goede antwoorden.
Tekstverbanden...
Tekstverbanden...
A
... geven alinea's aan.
B
... geven het doel van een tekst aan.
C
... geven aan hoe alinea's en zinnen met elkaar te maken hebben.
D
... helpen je een tekst beter te begrijpen.
Slide 12 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Sleep de signaalwoorden naar de juiste tekstverbanden.
Kleine test
Voorbeeld
Tegenstelling
Oorzaak gevolg
Chronologie
daardoor
maar
neem nou
hoewel
eerst
onder andere
doordat
dat kwam door
vroeger
echter
Slide 13 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Vul het signaalwoord in:
.... die grote helm zag hij niks
.... die grote helm zag hij niks
Slide 14 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Vul het signaalwoord in:
Je kunt die computer wel gebruiken, ..... je er maar geen grote bestanden mee downloadt.
Je kunt die computer wel gebruiken, ..... je er maar geen grote bestanden mee downloadt.
Slide 15 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Het belangrijkste probleem
Blijvend
Hoe er over iemand gedacht wordt
acties die ervoor zorgen dat mensen slecht over iemand denken
Verschijnsel
Opvallend
Permanent
Reputatie
De hetze
Fenomeen
Frappant
De crux
Slide 16 - Sleepvraag
Woordenschatoefening
Welk woord hoort er niet bij?
A
de notie
B
de voorkeur
C
het besef
D
het idee
Slide 17 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welk woord hoort er niet bij?
A
constant
B
permanent
C
voortdurend
D
vrijwel
Slide 18 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welk woord hoort er niet bij?
A
in verhouding tot
B
relatief
C
vergeleken met
D
volkomen
Slide 19 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welk woord hoort er niet bij?
A
aanbevelen
B
corrigeren
C
herstellen
D
verbeteren
Slide 20 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 21 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 22 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
