test vergelijking oplossen 1

Hoi kinders
Ik wil eigenlijk weten of jullie de laatste online lessen wel iets opgestoken hebben. 
Vandaar een 
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoi kinders
Ik wil eigenlijk weten of jullie de laatste online lessen wel iets opgestoken hebben. 
Vandaar een 

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de goede rekenvolgorde?
A
KLZUPJT
B
DOAVH
C
MVOAD
D
HVDOA

Slide 2 - Quizvraag

Bij het rekenen met formules moet je de rekenvolgorde aanhouden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Rekenvolgorde:
Welke opmerking is juist bij de volgende som?

4 x (5 -2) : 3
A
Je begint met de vermenigvuldiging
B
Je mag alles tegelijk doen
C
Je begint met de haakjes
D
Je begint rechts te rekenen

Slide 4 - Quizvraag

Wanneer kan je het beste 2 grafieken in 1 assenstelsel tekenen?
A
Omdat het er leuker uitziet.
B
Om dingen te vergelijken
C
Om ruimte te besparen.

Slide 5 - Quizvraag

2. Wat is waar?
A
Grafieken teken je met potlood.
B
Achter het antwoord moet je zetten wat het is. Bijv. cm.
C
Een vloeiende lijn teken je zonder geodriehoek.
D
Je moet altijd een lijn door de punten tekenen, want dat is de grafiek.

Slide 6 - Quizvraag

Wat is goed?
A
In een assenstelsel kun je meerdere grafieken tekenen.
B
In een grafiek kun je meerdere assenstelsels tekenen.
C
In een assenstelsel kun je slechts 1 grafiek tekenen.
D
In een grafiek kun je slechts 1 assenstelsel tekenen.

Slide 7 - Quizvraag

Voor het oplossen met grafieken gebruiken we het ... van de grafieken
A
Snijpunt
B
Nulpunt

Slide 8 - Quizvraag

Oplossen met de balansmethode doe je als:
A
er grafieken gegeven zijn
B
als je een vergelijking hebt
C
als er kwadraten en machten in de formule staan
D
als je de oplossing snel ziet

Slide 9 - Quizvraag

Wat is inklemmen?
A
Bij inklemmen teken je eerst de grafiek en ga je dan opzoek naar de oplossing.
B
Bij inklemmen ga je eigenlijk gewoon steeds een antwoord proberen.
C
Bij inklemmen gok je het antwoord.

Slide 10 - Quizvraag

Inklemmen is ook wel:
A
Slim gokken
B
Gewoon wat invullen

Slide 11 - Quizvraag

Wat is inklemmen?
A
Bij inklemmen teken je eerst de grafiek en ga je dan opzoek naar de oplossing.
B
Bij inklemmen ga je rekenen met de formule. Denk aan een oude weegschaal.
C
Bij inklemmen schat je het antwoord.
D
Bij inklemmen ga je steeds een antwoord proberen tot je exact uitkomt

Slide 12 - Quizvraag

Welke onderdelen van dit hoofdstuk snap je niet?
A
Som-/ verschilformule
B
Balansmethode
C
Som-/ verschilgrafiek
D
Inklemmen

Slide 13 - Quizvraag

Welke methode vind jij nu het makkelijkste
A
Grafieken
B
Balans
C
Inklemmen
D
Ligt aan de vergelijking

Slide 14 - Quizvraag

Kan ik dit snijpunt
uitrekenen met behulp
van inklemmen?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quizvraag

Los de volgende vergelijking op met inklemmen:
2,50 + 0,50f = 15
A
f = 5
B
f = 30
C
f = 10
D
f = 25

Slide 16 - Quizvraag

Los de volgende vergelijking op met inklemmen:
2 + 3,50t = 37
A
t = 10
B
t = 7
C
t = 8
D
t = 11

Slide 17 - Quizvraag

Oplossen met de balansmethode doe je met een...
A
Vergelijking
B
Formule
C
Grafiek
D
Tabel

Slide 18 - Quizvraag

Los de onderstaande vergelijking op met de balansmethode.
3a + 5 = 32
A
a=4
B
a=5
C
a=9
D
a=7

Slide 19 - Quizvraag

Los de onderstaande vergelijking op met de balansmethode:
4p + 7 = 35
A
a=4
B
a=5
C
a=6
D
a=7

Slide 20 - Quizvraag

Waarvoor gebruik je de balansmethode voor in de wiskunde
A
om te wegen
B
het oplossen van een lineaire vergelijking
C
ik weet het niet
D
rekenen

Slide 21 - Quizvraag

Einde
Ben benieuwd
hoe het gegaan is!

Slide 22 - Tekstslide