2.2 Oplossen met inklemmen

Leerdoelen
  • Je kunt vergelijkingen oplossen met inklemmen.
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen
  • Je kunt vergelijkingen oplossen met inklemmen.

Slide 1 - Tekstslide

2.1 Oplossen met inklemmen

Slide 2 - Tekstslide

Planning:
  1. Herhaling
  2. Uitleg
  3. Aan het werk
  4. Afsluiten

Slide 3 - Tekstslide

Na hoeveel uur branden is de kaars 10 cm?
A
1 uur
B
2 uur
C
3 uur
D
4 uur

Slide 4 - Quizvraag

Welke formule hoort bij deze grafiek?
t=tijd in uren
A
lengte (cm)=30-2t
B
lengte (cm)=20+5t
C
lengte (cm)=20-5t
D
lengte (cm)=5t

Slide 5 - Quizvraag

Oplossen met inklemmen
timer
2:00

Slide 6 - Tekstslide

Oplossen met inklemmen

Slide 7 - Tekstslide

Oplossen met inklemmen

Slide 8 - Tekstslide

Inklemmen is ook wel:
A
Slim gokken
B
Gewoon wat invullen

Slide 9 - Quizvraag

Wat is inklemmen?
A
Bij inklemmen teken je eerst de grafiek en ga je dan opzoek naar de oplossing.
B
Bij inklemmen ga je rekenen met de formule. Denk aan een oude weegschaal.
C
Bij inklemmen gok je het antwoord.
D
Bij inklemmen ga je eigenlijk gewoon steeds een antwoord proberen.

Slide 10 - Quizvraag

Los de volgende vergelijking op met inklemmen:
2 + 3,50t = 37
A
t = 11
B
t = 10
C
t = 12
D
t = 8

Slide 11 - Quizvraag

Los de volgende vergelijking op met inklemmen:
2,50 + 0,50f = 15
A
f = 5
B
f = 30
C
f = 10
D
f = 25

Slide 12 - Quizvraag

Hoe precies moet je antwoord geven bij inklemmen?
A
gehele getallen
B
1 getal na de komma
C
2 getallen na de komma
D
dat verschilt per som

Slide 13 - Quizvraag

Welke antwoorden heb je minimaal nodig voor inklemmen
A
alleen het precieze antwoord
B
te veel, te weinig en precies
C
te veel en precies
D
te weinig en precies

Slide 14 - Quizvraag

98000 - 3000 x t = 80000
t: tijd in jaren
Bereken na hoeveel jaar het aantal boeren is
gedaald naar 80000.
Los de vergelijking op met inklemmen.

A
t = 20
B
t = 12
C
t = 10
D
t = 6

Slide 15 - Quizvraag

Vergelijkingen oplossen met de balansmethode kun je gebruiken wanneer
A
je twee lineaire verbanden met elkaar moet vergelijken
B
inklemmen niet werkt
C
je twee kwadratische verbanden met elkaar moet vergelijken
D
je wilt checken of je het antwoord goed hebt afgelezen van de grafiek

Slide 16 - Quizvraag

Wat is een vergelijking
A
50 - 2b = 30 + 2b
B
5a - 18 + 23
C
12 + 8t-18

Slide 17 - Quizvraag

Klopt de volgende bewering?
De vergelijking 8a - 6 = 50 heeft als oplossing a=7

Slide 18 - Tekstslide

De vergelijking 4 + 6t = 40 heeft als oplossing...
A
t =3
B
t = 4
C
t = 5
D
t = 6

Slide 19 - Quizvraag

Wat is de oplossing van de vergelijking hieronder:

7 - 4p = -29
A
p=-3
B
p=0
C
p=6
D
p=9

Slide 20 - Quizvraag

3p + 6 = 5p - 2
Wat is de juiste oplossing voor deze vergelijking?
p = 0
p = 3
p = 4

Slide 21 - Tekstslide

Wat is de juiste oplossing voor de vergelijking: 10k + 8 = k + 26
A
k = 1
B
k = 2
C
k = 3
D
k = 4

Slide 22 - Quizvraag

Wat is de oplossing van deze vergelijking:

8a - 3 = 6a+7
A
a = -2
B
a=4
C
a=5

Slide 23 - Quizvraag

Inklemmen
3a+8 = 17
Los deze vergelijking op met inklemmen.

Slide 24 - Tekstslide

Los op met behulp van inklemmen.
27 - 2a = 15
a = (alleen getal invullen)

Slide 25 - Open vraag

Los de vergelijking op, vul alleen een getal in
4a+2=14

Slide 26 - Open vraag

Los de vergelijking op, vul alleen een getal in
6x2+2x1=103

Slide 27 - Open vraag

Los de vergelijking op, vul alleen een getal in.
3x2+4x=119

Slide 28 - Open vraag

Welke vergelijking kan je op welke manier oplossen? 
15+7x=40,6x
15+7x2=40,6x
balansmethode
inklemmen

Slide 29 - Sleepvraag

Welke vergelijking kan je op welke manier oplossen? 
15+7x=40,6x
15+7x2=40,6x
balansmethode
inklemmen

Slide 30 - Sleepvraag

Hoeveel berekeningen moet je minstens opschrijven als je gaat inklemmen?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 31 - Quizvraag

Welke onderdelen van dit hoofdstuk snap je niet?
A
Som-/ verschilformule
B
Balansmethode
C
Som-/ verschilgrafiek
D
Inklemmen

Slide 32 - Quizvraag

Welke methode vind jij nu het makkelijkste
A
Grafieken
B
Balans
C
Inklemmen
D
Ligt aan de vergelijking

Slide 33 - Quizvraag

Los op met inklemmen betekent:
A
Telkens een getal proberen (gokken) op de plek van de letter.
B
Stap voor stap aan beide kanten een getal eraf halen.
C
Een vergelijking oplossen.
D
Een grafiek tekenen.

Slide 34 - Quizvraag