Dorpskrant les 11: tips voor het schrijven en opmaak

Dorpskrant
Les 11: tips voor het correct schrijven en opmaak


1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Dorpskrant
Les 11: tips voor het correct schrijven en opmaak


Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
- Je leert hoe je een tekst correct kunt schrijven.
- Je weet hoe je een passende opmaak maakt.
- Je herhaalt de verplichte onderdelen die in de krant aanwezig moeten zijn.
- Je kunt verder werken aan de artikelen voor je krant.

Slide 2 - Tekstslide

Correct schrijven
Goed of fout?

Aan het eind van een drukke schooldag met wel zes, zeven of acht lessen, word je meestal een beetje onrustig en heb je geen zin meer.

  • Antwoord: fout!

Slide 3 - Tekstslide

Lange zinnen
Waarom fout?
  • Hoe langer een zin, hoe groter dat de kans dat deze onduidelijk is of fouten bevat.
  • Hoe pak je het aan?
  • Splits lange zinnen op in kortere zinnen.
  • Orden de informatie. Welke stukjes horen bij elkaar?
  • Gebruik verwijs- en signaalwoorden om samenhang aan te geven.

Slide 4 - Tekstslide

Korte zinnen
Goed:

Een drukke schooldag heeft vaak wel zes, zeven of acht lessen. Aan het eind van zo'n dag word je meestal een beetje onrustig. Je hebt dan namelijk geen zin meer.

Slide 5 - Tekstslide

Ontspoorde zinnen
Voorbeeld 1
Onze school heeft als regel dat alle leerlingen die drie keer te laat zijn gekozen of die drie keer hun boeken zijn vergeten, moeten aan de corveedienst meedoen moeten op dinsdag om half vijf.

Voorbeeld 2
Onze school heeft als regel dat alle leerlingen die drie keer te laat zijn gekomen of drie keer hun boeken zijn vergeten, aan de corveedienst moeten meedoen op dinsdag om half vijf.

Welk voorbeeld is ontspoord? Hoe zie je dat?

Slide 6 - Tekstslide

Ontspoorde zinnen
Ontspoorde zinnen lopen niet goed. De zin gaat over op een andere structuur dan waarmee hij begonnen is. Als je de zin hardop voorleest, dan ontdek je snel dat het niet klopt. Vaak is dit een foutje geweest met het knippen en plakken in een tekst.

Slide 7 - Tekstslide

Hoe kun je overbodige woorden weglaten in een zin?

Slide 8 - Open vraag

Overbodige woorden weglaten
Tips:

  •  Kort lange zinnen in.
  • Gebruik verwijswoorden.
  • Laat dubbele woorden weg (herhaling).

Slide 9 - Tekstslide

Op slides 11 t/m 15 volgen een aantal quizvragen over de opmaak van teksten.

Slide 10 - Tekstslide

Een tekst met een goede opmaak nodigt de lezer uit tot lezen en helpt om de inhoud beter te volgen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Boven alle artikelen van mijn krant plaats ik een titel en ook tussenkopjes als dit passend is.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

De woorden die ik correct moet spellen in de krant (meervoudsvormen, samentrekkingen, samenstellingen, verwijzingen met of zonder -n) geef ik ieder een andere kleur.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

We hoeven geen foto's of afbeeldingen te gebruiken, want dit verduidelijkt de tekst niet.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

De titel van de krant geef ik hetzelfde lettertype als de rubrieken.
A
Ja, dat mag ik zelf weten.
B
Nee, dat lettertype maak ik groter dan de rubrieken.

Slide 15 - Quizvraag

Aan de slag!
Wat? Ga bij elkaar zitten en werk verder aan de artikelen van de krant. Aan het einde van van het blokuur moet alles worden ingeleverd. Deadline.

Kijk goed naar de eisen van het beoordelingsformulier (zie SomToday).

Feedback?
Kom naar het feedbackeiland.

Slide 16 - Tekstslide

Afsluiting
Tips voor opmaak:
- Denk aan de indeling, koppen en tussenkopjes, letterkeuze markering, lijnen en kaders, afbeeldingen.

Slide 17 - Tekstslide