P2 Spelling les 6

Einde op -e of -en?
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Einde op -e of -en?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer gebruik je
een koppelteken?

Slide 2 - Woordweb

- het woord begint met de voorvoegsels niet-, non-, oud-, ex-
- de uitspraak anders onduidelijk is (klinkerbotsing)
- Bij twee gelijkwaardige delen
- deel van de samenstelling bestaat uit een naam, letter, cijfer of teken
- het een samengestelde aardrijkskundige naam of afleiding is
- het vaste combinatie is

Maak een samenstelling van beer+goed

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een samenstelling van lam+wol

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een samenstelling van geboorte+cijfer

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling
Aan elkaar of los (7x)

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak een samenstelling van maximum+snelheid.

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een samenstelling van niet+roker.

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een samenstelling van hoge+druk+spuit.

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een samenstelling van honderd+tien.

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een samenstelling van non+verbaal.

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een samenstelling van mbo+opleiding.

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een samenstelling van 80+jarige.

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

sommigen, enkelen, weinige, allen, anderen….

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je schrijft woorden als sommige, vele en beide met een -n als ze..



  • ...op personen slaan
                   EN
  • ...deze zelfstandig gebruikt zijn
LET OP!
Kun je een woord uit de zin ervoor of uit dezelfde zin achter het woord zetten, gebruik dan alleen -e.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De meeste leerlingen meldden zich op tijd, maar ... kwamen helemaal niet opdagen.
A
enkele
B
enkelen

Slide 16 - Quizvraag

(Geen -n, omdat bedoeld is: ‘enkele leerlingen’.)

.... hebben ook altijd geluk.

A
Sommige
B
Sommigen

Slide 17 - Quizvraag

(Bedoeld is: ‘sommige mensen (in het algemeen)

Slechts ... houden een dieet meer dan drie maanden vol.
A
weinige
B
weinigen

Slide 18 - Quizvraag

(Bedoeld is: ‘weinig mensen (in het algemeen)

Mijn auto moet zuiniger zijn dan die van andere/ anderen.

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Mijn auto moet zuiniger zijn dan die van andere/ anderen mensen.

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Mijn directe collega's zijn leuker dan de andere/ anderen.

Slide 21 - Open vraag

(Hier geen -n, omdat met de andere bedoeld is: ‘de andere collega’s’.)
Ik belde eerst mijn vader op en toen alle andere/anderen.

Slide 22 - Open vraag

(Bedoeld is: ‘alle andere personen’.)
Wanneer noteer je 'sommigen'? 

Slide 23 - Tekstslide

  1. cursus
  2. fotograaf
  3. bureau
  4. medium
  5. museum
  6. slimmerik
  7. bacterie
  8. collega
  9. perzik
  10. zee
  11. baby
  12. spray
  13. cd
  14. accu
  15. vaas
  16. groente
  17. kalf
  18. trolley
  19. idee
  20. olie

Gaat het over personen? 
JA?

Komt het zelfstandig voor? 
JA?

Dan noteer je een -n achter het woord.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak de opdrachten van 3.6
3F Taalverzorging 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik heb deze les geleerd.....

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies