3H - 604

Vergrotingsfactor
Op tafel
Leg je huiswerk open op tafel
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Vergrotingsfactor
Op tafel
Leg je huiswerk open op tafel

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lezen
timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 7a

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 7b

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 7c 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 9

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 10

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je uitleggen wat het verschil is tussen het voorwerp en het beeld en de vergrotingsfactor berekenen.

Slide 8 - Tekstslide

Introduceer de leerdoelen van de les.
Voorwerp en beeld
Een voorwerp is een fysiek object terwijl een beeld 
"in de spiegel" , reflectie of projectie lijkt te zitten.

Slide 9 - Tekstslide

Leg kort uit wat het verschil is tussen een voorwerp en een beeld.
Voorbeelden
Voorbeelden van een voorwerp zijn bijvoorbeeld een boek, een pen en een telefoon. Voorbeelden van een beeld zijn foto's en tekeningen.

Slide 10 - Tekstslide

Geef enkele voorbeelden van een voorwerp en een beeld.
Vergrotingsfactor
De vergrotingsfactor is de verhouding tussen de grootte van het beeld en de grootte van het voorwerp.

Slide 11 - Tekstslide

Leg uit wat de vergrotingsfactor is.
Formule
De vergrotingsfactor kan worden berekend met de formule: 

vergrotingsfactor = grootte van het beeld / grootte van het voorwerp.

Slide 12 - Tekstslide

Laat de formule zien en leg uit hoe deze te gebruiken.
Voorbeeldberekening
Stel dat de grootte van het beeld 5 cm is en de grootte van het voorwerp 2 cm is, wat is dan de vergrotingsfactor? 5 / 2 = 2.5

Slide 13 - Tekstslide

Laat een voorbeeldberekening zien en bespreek het resultaat.
Vergrotingsfactor > 1
Als de vergrotingsfactor groter is dan 1, dan is het beeld groter dan het voorwerp en spreken we van een vergroting.

Slide 14 - Tekstslide

Leg uit wat het betekent als de vergrotingsfactor groter is dan 1.
Vergrotingsfactor = 1
Als de vergrotingsfactor gelijk is aan 1, dan is het beeld even groot als het voorwerp en spreken we van een ware grootte.

Slide 15 - Tekstslide

Leg uit wat het betekent als de vergrotingsfactor gelijk is aan 1.
Vergrotingsfactor < 1
Als de vergrotingsfactor kleiner is dan 1, dan is het beeld kleiner dan het voorwerp en spreken we van een verkleining.

Slide 16 - Tekstslide

Leg uit wat het betekent als de vergrotingsfactor kleiner is dan 1.
Oefenen
Nu gaan we oefenen met het beantwoorden van vragen over de vergrotingsfactor.
Opdracht 
3 en 6
timer
9:00
Klaar? Lees 6.2 en maak 13 en 14

Slide 17 - Tekstslide

Geef de leerlingen oefeningen om te oefenen met het tekenen van lichtstralen en het vinden van het spiegelpunt.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Bereid je voor op de les over paragraaf 5.2
timer
1:00
Lees 6.2  Maak 13 en 14

Slide 19 - Tekstslide

Geef de leerlingen oefeningen om te oefenen met het tekenen van lichtstralen en het vinden van het spiegelpunt.
Oefenvragen
Beantwoord de volgende vragen: Wat is het verschil tussen een voorwerp en een beeld? Wat is de vergrotingsfactor? Hoe bereken je de vergrotingsfactor?

Slide 20 - Tekstslide

Stel enkele oefenvragen om te controleren of de leerlingen de stof begrijpen.
Voorbeelden
Geef enkele voorbeelden van vergrotingen en verkleiningen in het dagelijks leven, bijvoorbeeld een vergrootglas of een verkleinde kaart.

Slide 21 - Tekstslide

Bespreken enkele voorbeelden van vergrotingen en verkleiningen.
Toepassingen
De vergrotingsfactor kan worden toegepast in verschillende vakgebieden zoals de biologie, natuurkunde en fotografie.

Slide 22 - Tekstslide

Leg uit waar de vergrotingsfactor in de praktijk toegepast kan worden.
Samenvatting
Je weet nu wat het verschil is tussen een voorwerp en een beeld en hoe je de vergrotingsfactor kunt berekenen.

Slide 23 - Tekstslide

Vat de belangrijkste punten van de les samen.