c1A week 2
Vragen over huiswerk?
1 / 14
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Vragen over huiswerk?
Slide 1 - Open vraag
Slide 2 - Tekstslide
opdracht 2. Geef kort en bondig aan wat het communicatieprobleem is.
A. Je belt je BPV plek op om te zeggen dat je ziek bent en geen stage kan komen lopen. De tandarts is niet blij en geeft aan: “We zullen je wel gaan missen, want het is druk vandaag”.
E. Een patiënt vraagt je uitleg te geven over het nut van poetsen met fluoride tandpasta. Je weet het gehele nu niet maar wil het toch uit gaan leggen.
G. Iemand uit de klas vraagt aan jou de aantekeningen van een cursus. Het is alleen nu al de vierde keer dat ze het vraagt dit jaar.
A. Je belt je BPV plek op om te zeggen dat je ziek bent en geen stage kan komen lopen. De tandarts is niet blij en geeft aan: “We zullen je wel gaan missen, want het is druk vandaag”.
E. Een patiënt vraagt je uitleg te geven over het nut van poetsen met fluoride tandpasta. Je weet het gehele nu niet maar wil het toch uit gaan leggen.
G. Iemand uit de klas vraagt aan jou de aantekeningen van een cursus. Het is alleen nu al de vierde keer dat ze het vraagt dit jaar.
Slide 3 - Open vraag
Welke eerste indruk hebben anderen meestal over jou? Leg uit waarom. Hoe ga je hier rekening mee houden in de praktijk?
Slide 4 - Open vraag
Leg uit wat het betrekkingsaspect en het zakelijk aspect is binnen de communicatie.
Slide 5 - Open vraag
Slide 6 - Tekstslide
Welk aspect (inhoudelijk / relatie-aspect) speelt in deze casus een rol, leg uit waarom.
A. Je hebt een collega die niet weet dat jij privé problemen hebt. Bovendien ben je bang dat deze collega dit maar onzin vindt. Je neemt je voor om maar eens tegen deze collega te zeggen dat er thuis wat aan de hand is en dat je het vervelend vindt als je werk eronder lijdt.
A. Je hebt een collega die niet weet dat jij privé problemen hebt. Bovendien ben je bang dat deze collega dit maar onzin vindt. Je neemt je voor om maar eens tegen deze collega te zeggen dat er thuis wat aan de hand is en dat je het vervelend vindt als je werk eronder lijdt.
Slide 7 - Open vraag
Welk aspect (inhoudelijk / relatie-aspect) speelt in deze casus een rol, leg uit waarom.
B. Je hebt privé problemen en je kunt daardoor erg slecht concentreren. Je wilt je niet ziel melden want de hele dag thuis zitten wil je niet. Je neemt je voor om jouw leidinggevende, ondanks deze drukke periode, te vragen of je een maand alleen maar routineklusjes hoeft te verrichten en niet hoeft over te werken.
B. Je hebt privé problemen en je kunt daardoor erg slecht concentreren. Je wilt je niet ziel melden want de hele dag thuis zitten wil je niet. Je neemt je voor om jouw leidinggevende, ondanks deze drukke periode, te vragen of je een maand alleen maar routineklusjes hoeft te verrichten en niet hoeft over te werken.
Slide 8 - Open vraag
Slide 9 - Video
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Welke soort vragen ken jij?
Wat wil je bereiken?
Wat wil je bereiken?
