Hoofdstuk 5 Spelling: lastige leestekens

Deze les...
... beginnen we met lezen
... kijken we huiswerk na
... leren we over lastige leestekens
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Deze les...
... beginnen we met lezen
... kijken we huiswerk na
... leren we over lastige leestekens

Slide 1 - Tekstslide

Lastige leestekens
  • Komma
  • Dubbele punt
  • Aanhalingstekens
  • Puntkomma 

Slide 2 - Tekstslide

Komma
  • Voor of na een aanspreking;
  • Tussen de delen van een opsomming, maar niet voor en;
  • Tussen twee persoonsvormen;
  • Tussen de hoofdzin en een bijzin, als de delen lang zijn; 
  • Voor en achter een bijstelling.

Slide 3 - Tekstslide

Vul de komma in waar hij hoort.
Jongens morgen is vrijaf.

Slide 4 - Open vraag

Akkers velden moerassen en wegen waren onder een sneeuwlaag bedolven.

Slide 5 - Open vraag

Nee om zijn werk hoeft Piet je broer zich niet bekommeren.

Slide 6 - Open vraag

Dubbele punt
Dient om iets aan te kondigen:
  • Een citaat (directe rede): De collectante vroeg: ‘Heb je iets over voor de Hartstichting?’
  • Een gedachte (zonder aanhalingstekens en hoofdletter na de dubbele punt): Janneke dacht: ik wou dat vader erbij was.
  • Een opsomming (enkel wanneer er een pauze klinkt): Ze verkopen daar van alles: boeken, kranten, tijdschriften en kantoorbenodigdheden.
  • Een uitleg of toelichting: Helaas gaat de picknick morgen niet door: het wordt slecht weer.

Slide 7 - Tekstslide

Aanhalingstekens
Bij citaten:
  • ‘Ik kan vanavond niet mee,’ zei Anton. ‘Ik moet werken.’ 
  • ‘Als je meedoet met het toernooi,’ vertelde Colin, ‘moet je je wel opgeven.’
  • ‘Fiets jij mee?’, vroeg Dieke aan Cas.
    De komma na een vraag- of uitroepteken is niet verplicht.

Slide 8 - Tekstslide

Aanhalingstekens
Als het woord zelf bedoeld wordt en niet de betekenis:
Het woord ‘gaarne’ klinkt ouderwets.


Als het woord op een speciale manier (spottend) bedoeld wordt:
De agent zei dat hij die ‘lieve’ jongen wel zou inrekenen.

Slide 9 - Tekstslide

Vul de zin aan met komma's, dubbele punten en/of aanhalingstekens:
Hij sprak jammerend Vriend help me toch!

Slide 10 - Open vraag

Dames juffrouwen en heren het spijt mij u dit te moeten zeggen.

Slide 11 - Open vraag

Morgen kondigde de lerares aan is er overhoring voor Frans.

Slide 12 - Open vraag

Puntkomma
Een puntkomma houdt het midden tussen een punt en een komma. Net als de punt sluit de puntkomma een mededeling af, maar tegelijkertijd maakt hij duidelijk dat er een directe band is met de volgende mededeling.

Slide 13 - Tekstslide

Puntkomma
  1. We hebben een mooie zomer gehad; vooral augustus was heerlijk zonnig.
  2. Beginnen jullie maar alvast; door het drukke verkeer ben ik wat later.
  3. Je moet zo’n kuur helemaal afmaken; doe je dat niet, dan kunnen de klachten terugkomen.

Het gaat hier steeds om twee hoofdzinnen die vrij nauw met elkaar samenhangen; een punt tussen de zinnen zou een iets te sterke scheiding uitdrukken.


Slide 14 - Tekstslide

Huiswerk

H5 p 160-163
opdr. 1,2,6

Slide 15 - Tekstslide