In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Welkom 3H
Ga lekker zitten volgens de plattegrond.
Leg het volgende vast op tafel:
Nieuw Nederlands + schrift
Slide 1 - Tekstslide
Deze les
Spelling P6 - Lastige leestekens
Aan het eind van de les:
weet je hoe je komma's gebruikt;
weet je hoe je dubbele punten gebruikt;
weet je hoe je aanhalingstekens gebruikt;
weet je hoe je puntkomma's gebruikt.
Slide 2 - Tekstslide
Wat weet je nog?
Op de volgende slides krijg je zinnen te zien zonder hoofdletters, leestekens en aanhalingstekens. Neem de zinnen over en gebruik hoofdletters, leestekens en aanhalingstekens.
Slide 3 - Tekstslide
ha vincent zei ilonka wat gezellig dat je er weer bent
Slide 4 - Open vraag
bij de italiaan staat van alles op het menu pizza pasta en tiramisu
Slide 5 - Open vraag
Lastige leestekens
Leestekens helpen bij het lezen van een tekst. Wanneer gebruik je leestekens?
Komma: geeft een rust in de zin aan.
voor of na een aanspreking: Maud, wil je mij de boter aangeven?
tussen de delen van een opsomming: Morgen ga ik fietsen, wandelen en zwemmen.
tussen twee persoonsvormen: Omdat de kraan al een tijdje lekt, heb ik de loodgieter gebeld.
tussen de hoofdzin en een bijzin, als de delen lang zijn: Joppe gaat naar Frankrijk op vakantie, omdat hij van het weer houdt.
voor en achter een bijstelling: Pablo Picasso, de beroemde schilder overleed in 1973.
Slide 6 - Tekstslide
Lastige leestekens
Dubbele punt: kondigt iets aan.
een citaat (directe rede): De jongen vroeg: 'Waar is het zwembad?'
een gedachte: Toen Lara naar buiten keek, dacht ze: ik wacht wel tot de bui over is.
een opsomming: Alinda leest van alles: romans, thrillers en stripboeken.
een uitleg of toelichting: Helaas gaat de picknick morgen niet door: het wordt slecht weer.
Slide 7 - Tekstslide
Lastige leestekens
Aanhalingstekens:
bij citaten:
'Ik kan vanavond niet mee', zei Anton. 'Ik moet werken.' 'Als je meedoet met het toernooi,' vertelde Colin, 'moet je je wel opgeven.' 'Fiets jij mee?', vroeg Dieke aan Cas.
als het woord zelf bedoeld wordt en niet de betekenis: Het woord 'ijs' doet me aan de zomer denken.
als het woord op een speciale manier gebruikt wordt: De agent zei dat hij die 'lieve jongen' wel zou inrekenen.
Slide 8 - Tekstslide
Lastige leestekens
Puntkomma:
tussen hoofdzinnen die sterker met elkaar samenhangen dan losse zinnen: Sep heeft een bijbaantje in het zwembad; hij wil later badmeester worden.
de afsluiting van de onderdelen van lange opsommingen die onder elkaar staan. Het laatste onderdeel krijgt als afsluiting een punt.
De opdracht is als volgt: - kies een boek; - schrijf een samenvatting; - presenteer de samenvatting.
Slide 9 - Tekstslide
Aan de slag!
Opdracht 1 en 2 (blz. 252/253)
Cursus 7 - Spelling - P6 Komma, dubbele punt, aanhalingstekens en puntkomma