Spelling H5 - les 1 (lastige leestekens)

Pak je kwartet en ga lekker knippen en plakken!
timer
10:00
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Pak je kwartet en ga lekker knippen en plakken!
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Spelling hoofdstuk 5 
Lastige leestekens 

Slide 2 - Tekstslide

Doel van de les 
Deze les bespreken we de moeilijke gevallen van de leestekens:
- komma
- dubbele punt
- aanhalingstekens
- puntkomma 

Slide 3 - Tekstslide

In welke gevallen
gebruik je een komma?

Slide 4 - Woordweb

Komma                                         , 
  • Voor of na een aanspreking 
  • Joehoe, let je even op?
  • Tussen delen van een opsomming (niet voor 'en')
  • Ik heb vandaag Engels, Nederlands en Frans
  • Tussen twee persoonsvormen 
  • Terwijl ik de paprika sneed, bakte mijn zus de kip. 

Slide 5 - Tekstslide

Komma                                         , 
  • Tussen een hoofd- en bijzin als het lange delen zijn
  • Met het oog op de aanstaande toets benadrukte de docent tijdens de les nogmaals, dat het maken van de opdrachten erg belangrijk was. 
  • voor of achter een bijstelling (= extra informatie)
    Pablo Picasso, de beroemde Spaande schilder, overleed in 1973.

Slide 6 - Tekstslide

Een komma gebruik je....
A
Na een voegwoord
B
Voor een voegwoord

Slide 7 - Quizvraag

Wat geeft een komma aan?
A
Om iets aan te kondigen
B
Om een zin te eindigen
C
Rust aan te geven
D
Om een zin te starten

Slide 8 - Quizvraag

Een komma zet je..
A
tussen twee persoonsvormen
B
voor twee persoonsvormen

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een citaat?
Of geef een voorbeeld van een citaat.

Slide 10 - Woordweb

Dubbele punt                           : 
  • een citaat (aan het begin)
     Forrest Gump zei: "Life is like a box of chocolates."
  • een gedachte 
    Hij dacht: nu is het genoeg.
  •  een opsomming
    Voor het recept hebben we meerdere zaken nodig: ...
  • uitleg/toelichting 
     Ik studeer volgend jaar pas af: ik heb een tussenjaar genomen.

Slide 11 - Tekstslide

De dubbele punt.

Na een dubbele punt ...

A
komt er een zin die een toelichting geeft op het voorafgaande
B
komt er een argumentatie om je gelijk te halen
C
komt er een opsomming
D
komt er een voegwoord

Slide 12 - Quizvraag

Je gebruikt geen dubbele punt voor....
A
een opsomming
B
een uitleg
C
een aankondiging
D
een voegwoord

Slide 13 - Quizvraag

Wanneer gebruik je
aanhalingstekens?

Slide 14 - Woordweb

Slide 15 - Video

Aanhalingstekens (blz. 160)
  • Bij directe rede/citaat (let op de plaats van de tekens)

  • Bij titels van bijvoorbeeld boeken of films

  • Als het woord bijvoorbeeld spottend bedoeld wordt

  •  Als je het woord zelf bedoelt en niet de betekenis

Slide 16 - Tekstslide

Aanhalingstekens of niet?
Joep zei dat hij moe was
A
Geen aanhalingstekens
B
Wel aanhalingstekens

Slide 17 - Quizvraag

Aanhalingsteken of niet?
Maria denkt: ik wil daar ook graag bij zijn.
A
Geen aanhalingstekens
B
Wel aanhalingstekens

Slide 18 - Quizvraag

In welke zin is het aanhalingsteken goed geplaatst?
A
"Ik liep naar buiten" en riep: Iedereen moet komen.
B
Ik liep naar buiten en riep":Iedereen moet komen".
C
Ik liep naar buiten en riep: "Iedereen moet komen."
D
Ik liep naar buiten en riep: "Iedereen moet komen".

Slide 19 - Quizvraag

Puntkomma (;)
  • Tussen hoofdzinnen die sterk met elkaar samenhangen (het zijn net geen losse zinnen);
    Iedereen fietst naar huis; Jesse wordt opgehaald. 
  • Bij een heel lange opsomming 
      onder elkaar, als een lijstje, achter elk onderdeel. 
  • Je kunt het vervangen door het woordje 'en'

Slide 20 - Tekstslide

tekstvormen
dubbele punt
Aanhalingstekens
Komma
puntkomma
om aan te geven dat je het woord en niet de betekenis van het woord bedoelt.
Voor een voegwoord als 'maar', 'omdat', 'want' en 'daarom'.
Voor een opsomming die aangekondigd is
Tussen twee zinnen die bij elkaar horen.
Voor een citaat.
Om aan te geven dat iets gezegd wordt.

Slide 21 - Sleepvraag

Keuze-opdracht
Maak opdrachten van H5 uit je lesboek.
of
Vul het kwartet aan met 4 kwartetsetjes: komma, dubbele punt, puntkomma en aanhalingstekens.

Let op: morgen deadline boekopdracht 1 ABC!

Slide 22 - Tekstslide