30-05 WOB deel 1

observeren
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
AnatomieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

observeren

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
- Studenten begrijpen en erkennen het belang van methodisch werken voor hun stage.
- Studenten kunnen uitleggen wat een observatieplan is en kennen de stappen.
- De studenten kunnen verschillende observatiemethodes benoemen.
- De studenten kunnen mogelijke aanleidingen voor observaties benoemen en bespreken

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Hoe zat het ook alweer?  
Kijk naar dit plaatje en beantwoord de volgende vragen

Slide 6 - Tekstslide

Observatie of interpretatie: Jongetje heeft chocola gepikt
A
Interpretatie
B
Observatie

Slide 7 - Quizvraag

Objectief of subjectief: zijn mondje en handen zitten onder met chocola
A
objectief
B
subjectief

Slide 8 - Quizvraag

Waardoor kan een observator worden beïnvloed? 
  1. Eigen mening van de observator;
  2. Emotionele betrokkenheid; 
  3. Het halo-effect;
  4. Het horn-effect;
  5. Vooroordeel;
  6. Projectie;
  7. Stemming;
  8. Ervaring. 

Slide 9 - Tekstslide

Observatiemethoden
Bij observeren kun je verschillende methodes gebruiken:
- bestaande methodes of een eigen methode op maat

Observeren is altijd DOELGERICHT: je bent met de vraag die je wil beantwoorden
Observeren doe je PLANMATIG: je observeert systematisch volgens een plan (een observatieplan)

Slide 10 - Tekstslide

Stappenplan observatie
  1. De aanleiding
  2. Het observatiedoel en de onderzoeksvraag
  3. Het concreet gedrag
  4. Om welke observatie categorieën gaat het
  5. De observatiemethode
  6. Plaats, situatie, data, tijdstippen en uitvoerder van de observatie;
  7. Algemene gegevens

Slide 11 - Tekstslide

Wat zou een aanleiding kunnen zijn voor een observatie?

Slide 12 - Woordweb

Stap 1 de aanleiding
Redenen zijn bijvoorbeeld:
  • Als je signalen opvangt dat er iets mis gaat 
  • Als je een vraag hebt hoe je moet handelen
  • Als er problemen zijn
  • als je iemand beter wil leren kennen
  • Als je een verslag wil maken

In de aanleiding schrijf je precies waar de vraag vandaan komt, van wie en waarom.

Slide 13 - Tekstslide

Stap 1 de aanleiding
Redenen zijn bijvoorbeeld:
  • Als je signalen opvangt dat er iets mis gaat 
  • Als je een vraag hebt hoe je moet handelen
  • Als er problemen zijn
  • als je iemand beter wil leren kennen
  • Als je een verslag wil maken

In de aanleiding schrijf je precies waar de vraag vandaan komt, van wie en waarom.

Slide 14 - Tekstslide

Stap 2 het observatie- doel en vraagstelling
Doel: kort en duidelijk (SMART). Op welke vraag wil je een antwoord? 

Wie je gaat observeren
Welk gedrag je gaat observeren
In welke situatie je gaat observeren

Bijvoorbeeld: na de observatie weet ik hoe vaak Ciska een ander kindje slaat, ik observeer haar tijdens het speelkwartier buiten. 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Opdracht
Bedenk een voorbeeld van een vraagstelling voor een observatie
Wie ga je observeren
Welk gedrag ga je observeren
In welke situatie

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht: bedenk een voorbeeld van vraagstelling (wie, gedrag situatie)

Slide 18 - Open vraag

Stap 3 het concrete gedrag
Bij stap 3 omschrijf je het gedrag staat dat je wil observeren. 
 Dit doe je:
  • Concreet
  • het gedrag is waarneeembaar
  • geen interpretaties maar feiten


Slide 19 - Tekstslide

Stap 4 de observatie categorieen

  • Ze zijn helder en duidelijk
  • ze zijn volledig
  • Er is evenwicht tussen de categorieën. Bijv. de helft positief en de helft negatief


Slide 20 - Tekstslide

Observatiecategorie
concreet gedrag:
huilen, schreeuwen, rennen, gooien,  spullen afpakken, alleen een activiteit doen, samen een activiteit doen met kind/PM-er,  glimlach op haar gezicht, op een positieve manier communiceren


Categorieën:

- speelt samen
- speelt alleen
- vertoont negatief gedrag
- vertoont positief gedrag

Je gaat dus groeperen zodat je beter focussen



Slide 21 - Tekstslide

Hoe zie je stap 3 en 4 hier terug? 

Slide 22 - Tekstslide