fictie hoofdstuk 5

Aan het einde van de les weet je wat een vertelperspectief is.
Bij deze les heb je je handboek NE nodig.
 Blok 5
Fictie      
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Aan het einde van de les weet je wat een vertelperspectief is.
Bij deze les heb je je handboek NE nodig.
 Blok 5
Fictie      

Slide 1 - Tekstslide

terugblik
op welke manieren kan een schrijver laten zien in welke tijd een verhaal zich afspeelt

Slide 2 - Woordweb

Verschillende manieren
Er zijn verschillende manieren hoe een schrijver kan laten zien in welke tijd het verhaal speelt
1) Door een jaartal te noemen. 
2) Door bekende personen van vroeger in het verhaal te laten voorkomen. 
3) Door te vertellen over bekende gebeurtenissen uit het verleden. 
4) Door te vertellen over gebruiken, gewoontes, voorwerpen, kleding en eten uit de tijd van het verhaal. 
5) Door te laten zien hoe de omgeving eruit ziet in de tijd van het verhaal. 

Slide 3 - Tekstslide

Vertelperspectief
'Perspectief' is een punt van waaruit iemand naar iets kijkt. 
Als je een verhaal leest, dan bekijk je alles vanuit een bepaalde persoon. Dit heet het 'vertelperspectief'. 


Slide 4 - Tekstslide

Ik-perspectief
Als alles wordt verteld door een persoon in de ik-vorm, is er een ik-perspectief. 
Vooral bij het ik-perspectief kun je zo goed meeleven met de hoofdpersoon, dat het bijna lijkt alsof jij zelf de hoofdpersoon bent. 
Voorbeeld: 
'Ik heb zo'n honger. Ik heb al dagen niet meer gegeten. Het is warm en ik zweet heel erg. Wat is er met me gebeurd? Hoe lang lig ik hier al? En waar is mijn broer gebleven?' 

Slide 5 - Tekstslide

hij-/zij-perspectief: 
Als de gebeurtenissen heel nadrukkelijk gaan over een bepaalde persoon en worden verteld in de hij- of zij-vorm is er een hij-/zij-perspectief. 
voorbeeld:
Joop liep op een regenachtie avond door het donkere bos. In de verte zag hij een lichtje verschijnen. 'Wat zou dat zijn?' dacht hij. Joop liep verder. 

Slide 6 - Tekstslide

Een spannend verhaal 
kijk en luister naar het volgende filmfragment

Slide 7 - Tekstslide

1

Slide 8 - Video

zelfstandig werken - opdracht 4, blz. 210
Schrijf een verhaal waarin "tijd" een rol speelt.
Kies een van de zinnen:
- "het zal lastig worden, maar je hebt geen andere keuze"
- Even was het stil. Toen klonk er een vreemg geluid. Het ging door merg en been.
- Toen ik mijn ogen opende, wist ik het meteen. 
Aantal woorden: min. 300. Je eindigt met een cliffhanger

Slide 9 - Tekstslide

Huiswerk: 
maak opdracht 4, blz. 210
Stuur via Magistermail naar mij!

Slide 10 - Tekstslide