Cursus 3 Fictie § 2 Perspectief

Fictie
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Fictie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag:
  • Lezen 
  • Herhalen
  • Lesdoel
  • Opdrachten maken
timer
15:00

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • Je kan verschillende soorten perspectief herkennen. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fictie en non-fictie
Fictie: verzonnen verhalen

Non-fictie: teksten over de werkelijkheid
(dus NIET verzonnen)

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de verhaalvorm naar het vak waar deze het best past.
Fictie
Non-fictie
Roman
Sprookje
Biografie
Videospel
Studieboek
Handleiding

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Herhalen
  • Tijd
  • Plaats

  • Sfeer

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

En wat gebeurde er "echt"...

Wat is fictie en wat is non-fictie in dit filmpje?

Waarom was het volk zo verdrietig? 
Wat is de sfeer in dit filmpje?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk de foto. Noteer in je schrift:
Plaats: 
Tijdstip: 
Sfeer: 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vertelperspectief
'Perspectief' is een punt van waaruit iemand naar iets kijkt. 
Als je een verhaal leest, dan bekijk je alles vanuit een bepaalde persoon. Dit heet het 'vertelperspectief'. 


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik-perspectief
Als alles wordt verteld door een persoon in de ik-vorm, is er een ik-perspectief. 
Vooral bij het ik-perspectief kun je zo goed meeleven met de hoofdpersoon, dat het bijna lijkt alsof jij zelf de hoofdpersoon bent. 
Voorbeeld: 
'Ik heb zo'n honger. Ik heb al dagen niet meer gegeten. Het is warm en ik zweet heel erg. Wat is er met me gebeurd? Hoe lang lig ik hier al? En waar is mijn broer gebleven?' 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

hij-/zij-perspectief: 
Als de gebeurtenissen heel nadrukkelijk gaan over een bepaalde persoon en worden verteld in de hij- of zij-vorm is er een hij-/zij-perspectief. 
voorbeeld:
Joop liep op een regenachtige avond door het donkere bos. In de verte zag hij een lichtje verschijnen. 'Wat zou dat zijn?' dacht hij. Joop liep verder. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Perspectief

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk perspectief is dit?
A
Ik-perspectief
B
Hij/zij-perspectief
C
Wisselend perspectief

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het vertelperspectief? Licht toe.

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het vertelperspectief? Licht toe.

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Boek blz. 66

Paragraaf 2: Perspectief
Maken:
Opdracht 1 t/m 3


Toegang geweigerd: hoofdstuk 10 t/m 12

 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies