Plan (plannen): kijk naar de manier waarop nu een handeling wordt verricht en kom met een idee voor verbetering van deze werkzaamheden. Wat wil je bereiken met dit idee?
Do (uitvoeren): Voer het idee uit zoals je je hebt voorgenomen.
Check (controleren): Meet het resultaat van de verbetering, vergelijk dit met de oorspronkelijke situatie en toets dit aan het gestelde doel.
Act (bijstellen): Stel je idee bij aan de hand van de resultaten en verfijn het idee op detail, dus bijstellen aan de hand van het resultaat bij Check.