Quiz - Les 11

Wat is het pluralis van
"druif"?
1 / 20
volgende
Slide 1: Open vraag
NT2WOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 10 min

Onderdelen in deze les

Wat is het pluralis van
"druif"?

Slide 1 - Open vraag

Wat is het pluralis van
"bril"?

Slide 2 - Open vraag

Heb jij een fiets?
A
Ik heb geen fiets.
B
Ik heb niet een fiets.

Slide 3 - Quizvraag

Kun jij fietsen?
A
Ik kan geen fietsen.
B
Ik kan niet fietsen.

Slide 4 - Quizvraag

Heb jij de fiets gezien?
A
Ik heb geen de fiets gezien.
B
Ik heb de fiets niet gezien.

Slide 5 - Quizvraag

Ik heb de les voorbereid.
Wat is de correcte vraag?
A
Wat bedoelt "voorbereid"?
B
Wat betekent "voorbereid"?

Slide 6 - Quizvraag

"Ik heb de les voorbereid."
Wat is de correcte vraag?
A
Wat bedoelt "voorbereid"?
B
Wat betekent "voorbereid"?

Slide 7 - Quizvraag

"Ik heb de les voorbereid."
Wat is de correcte vraag?
A
Wat bedoelt u?
B
Wat betekent u?

Slide 8 - Quizvraag

Wat is "voorbereid"?
Wat is het correcte antwoord?
A
Dat bedoelt "prepared".
B
Dat betekent "prepared".

Slide 9 - Quizvraag

De fietsenmaker maakt mijn fiets in ... ?
A
prima
B
klaar
C
regel
D
orde

Slide 10 - Quizvraag

Wat een leuke broek! Kan ik ... passen?
A
het
B
de
C
hem
D
broek

Slide 11 - Quizvraag

Waar zijn Jan en Joop?
Ik haal ... wel even.
A
jullie
B
ze
C
wij
D
ons

Slide 12 - Quizvraag

Wie is er aan de ...?
A
beurt
B
buurt
C
beurd
D
buurd

Slide 13 - Quizvraag

Maak een zin met het perfectum:
Wij - hele dag - werken

Slide 14 - Open vraag

Maak een zin met het perfectum:
Petra - boodschappen - doen

Slide 15 - Open vraag

Maak een zin met het perfectum:
Ik - de soep - proeven

Slide 16 - Open vraag

Imperfectum:
Vroeger ... ik vaak op straat.
A
speelt
B
speeld
C
speelde
D
speelden

Slide 17 - Quizvraag

Imperfectum:
... je vroeger koffie?
A
Heb ... gedronken
B
Drink
C
Dronk
D
Gedronkt

Slide 18 - Quizvraag

Welke zin is correct?
A
Vroeger dronk ik geen koffie.
B
Vroeger heb ik geen koffie gedronken.

Slide 19 - Quizvraag

Welke zin is correct?
A
Vorig weekend heb ik mijn les voorbereid.
B
Vorig weekend bereidde ik mijn les voor.

Slide 20 - Quizvraag