Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
3BK Grammatica woordsoorten (herhaling)
Grammatica woordsoorten
Overzicht
1 / 17
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
In deze les zitten
17 slides
, met
tekstslides
en
4 videos
.
Lesduur is:
20 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Grammatica woordsoorten
Overzicht
Slide 1 - Tekstslide
Overzicht
Lidwoorden
Zelfstandige naamwoorden
Bijvoeglijke naamwoorden
Werkwoorden
Voorzetsel
Telwoord
Persoonlijk /bezittelijk voornaamwoord
Slide 2 - Tekstslide
Lidwoord
• De
• Het
• Een
• Horen altijd bij een zelfstandig naamwoord
Slide 3 - Tekstslide
Lidwoorden
De + het: bepaald lidwoord
Een: onbepaald lidwoord
Slide 4 - Tekstslide
Zelfstandig naamwoord
Mensen / eigennamen
Dieren
Dingen
Namen
Natuurverschijnsel
Je kunt er een lidwoord voorzetten
Slide 5 - Tekstslide
Bijvoeglijk naamwoord
Zegt iets over het
zelfstandig naamwoord
Het staat meestal voor het
zelfstandig naamwoord
Het
blauwe
tasje: blauwe is het
bijvoeglijk naamwoord
. Het zegt namelijk iets over het tasje
Slide 6 - Tekstslide
Werkwoord
Geeft aan wat iets of iemand doet
Je kunt het vervoegen
Ik loop - ik liep - ik heb gelopen
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Slide 9 - Video
Voorzetsel
Geeft aan waar, wanneer of waarom iemand iets doet. Bijvoorbeeld:
Op, naast, onder, in, tussen, voor
(waar)
Tijdens, sinds, tot, per
(wanneer)
Vanwege
(waarom)
Kastwoordjes
....... de vakantie
Slide 10 - Tekstslide
Telwoord
Een
telwoord
geeft een hoeveelheid of een orde in rang/rij aan:
Je bent de
eerste
die dat tegen mij zegt
Ik heb vandaag
honderd
euro verdiend
Sommige
leerlingen zeggen dat we vrij zijn
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Persoonlijk voornaamwoord
Een
persoonlijk voornaamwoord
vervangt een ZN
.
Ze duiden dus (ook) mensen, dieren, dingen en planten aan.
Waar is
Jan
naar toe gegaan?
Hij
is naar huis.
Slide 13 - Tekstslide
Bezittelijk voornaamwoord
Een
bezittelijk voornaamwoord
geeft aan van wie iets is.
Dat is
je
vader die daar staat
Hé, blijf eens van
mijn
patatjes af!
Weet je wel zeker dat we aan
hun
spullen mogen komen?
Een bezittelijk voornaamwoord staat altijd vóór het zelfstandig naamwoord ( = bezit)
Slide 14 - Tekstslide
Bezittelijk voornaamwoord
Dat is
mijn
boek
!
Mijn = bezittelijk voornaamwoord.
Dat
boek
is van
mij
.
Mij = persoonlijk voornaamwoord.
Slide 15 - Tekstslide
Afkortingen
LW, ZN, BN, WW , VZ, TW, PVW en BVW
Lidwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord, werkwoord, voorzetsel, telwoord, persoonlijk voornaamwoord en bezittelijk voornaamwoord
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
Meer lessen zoals deze
2MH Grammatica woordsoorten (herhaling)
Februari 2023
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
2MH Grammatica woordsoorten (herhaling)
December 2022
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Woordsoorten overzicht
Februari 2018
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 2,3
Do 6 okt bezittelijk voornaamwoord
November 2023
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
WK 44: Les 1
Oktober 2018
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Bezittelijk voornaamwoord
Maart 2024
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Talent - 1.2 Grammatica woordsoorten (herhaling)
Oktober 2016
- Les met
12 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
HA1: grammatica: woordsoorten overzicht
Augustus 2023
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1