Renaissance 1

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 8 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Je leert over het wereld- en mensbeeld in de renaissance en hoe deze in de literatuur vorm krijgen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk je aan bij de term:
'Carpe diem'

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De renaissance
De wedergeboorte: vernieuwde interesse in de klassieken

Italië gaat in Europa voorop (vanaf de 15e eeuw)

Geen memento mori, maar carpe diem

Nieuwe balans tussen hemel en aarde

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

renaissance
16e en 17e eeuw (17e eeuw = Gouden Eeuw)
wedergeboorte van de schoonheidsidealen uit de klassieke oudheid
antropocentrisme: mens stond in het centrum van de belangstelling
carpe diem:  pluk de dag
streven naar zo volledig mogelijke ontplooiing d.m.v. ratio

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Gouden Eeuw?
17e eeuw
rijkdom
slavenhandel
groot deel van bevolking is arm
immigratie uit het zuiden

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Humanisme
Desiderius Erasmus: Lof der Zotheid
Maatschappijkritiek
Pleidooi voor tolerantie en eigen verantwoordelijkheid

Humanisme: niet God, maar de mens staat centraal.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Geloof en strijd
Katholieke kerk
Nieuwe inzichten: Maarten Luther en Calvijn - reformatie
Geloofsstrijd:
- de Spaanse overheerser  wil katholicisme opleggen
- de Noordelijke Nederlanden willen godsdienstvrijheid
Vluchtelingen vanuit het Zuiden

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Homo universalis
De ideale mens:
- kan alles worden wat hij wil
- het geloof in eigen kunnen is grenzeloos

Voorbeeld is Leonardo da Vinci

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leonardo da Vinci
kunstenaar die allerlei zaken samen aanvat (wetenschapper, schilder, architect)

Vitruviusman: over de verhoudingen van het menselijk, gebaseerd op de verhoudingenleer voor de architectuur van Vitruvius

Slide 14 - Tekstslide

Vitruviusman
Constantijn Huygens
Benaderde het ideaalbeeld van de Homo Universalis
  • Sprak veel talen
  • Bespeelde muziekinstrumenten en schreef muziekstukken
  • Diplomaat
  • Schrijver van o.a. epigrammen, puntdichten
  • Korenbloem (1658), Hofwijck (gedicht + buitenverblijf)

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Epigram / puntdicht

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Puntdicht/ Epigram
= kort bondig gedicht met woordspeling
kenmerken
zet aan tot denken
kritisch of ironisch

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Literaire ontwikkelingen/ Emblematiek
Een embleem had een drieledige vorm:
-motto (opschrift)
-pictura (afbeelding)
-subscriptio (bijschrift/ uitleg) -> diepere betekenis

Boeken met emblemata waren populair bij de burgers in de 17e eeuw.
Bekende bundels:
-Sinnepoppen  (1614)  Roemer Visscher
-Emblemata Amatoria  (1611) P.C. Hooft
-Spiegel van den Ouden ende Nieuwen Tijdt  (1632) Jacob Cats

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ga nu verder met de reader.
  • Vergelijk je antwoorden van opdracht 3 met je buurman/ buurvrouw. Noteer de vragen waar jullie niet uitkomen.
  • Lees blz. 15 t/m 22 en maak opdracht 4

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Petrarkisme
Francesco Petrarca (1304 - 1374) Italiaanse humanist was verliefd op Madonna Laura (mogelijk een fictieve figuur), een rijke, gehuwde vrouw die hij ontmoet zou hebben op Goede Vrijdag, 6 april 1327. Hoewel zij onbereikbaar is voor hem, schrijft hij steeds gedichten over haar, en na haar dood op 6 april 1348 zet hij dat voort. Bepaalde motieven en stijlfiguren in deze gedichten zijn door latere dichters nagevolgd, en daarmee is de stroming van het petrarkisme ontstaan. Een stroming die veel grote poëzie heeft opgeleverd, maar ook veel slechte.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Literatuur in de Gouden Eeuw
  1. Aandacht voor de klassieken - Renaissance
  2. Van Renaissance naar het classicisme
  3. In beide gevallen zijn de klassieken belangrijk en de regels (zoals een tragedie
  4. Poezie en toneel zijn belangrijkste vormen van literatuur
  5. Een schrijver maakte gebruik van stappen: translatio, imitatio en aemulatio
  6. Er werd weinig in de volkstaal geschreven, meer in het Latijn
  7. Ook nieuwe genres met strenge regels: sonnet (Petrarca)

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

P.C. Hooft
- Romereis
- Renaissanceliteratuur
- het sonnet (Petrarca)
- Warenar (1617): gebaseerd op een klassiek blijspel van Plautus
De boodschap: carpe diem -> volkstoneel in de volkstaal
- Historiën (1622): klassiek voorbeeld is de geschiedschrijver Tacitus
Geschiedenis van de Nederlandse strijd tegen de Spanjaarden
De zinsbouw mag klassiek, de woordkeuze is Nederlands (leenwoorden zijn taboe). Mijlpaal voor de Nederlandse taal.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Joost van den Vondel (1)
Spreuk: 'De wereld is een speeltoneel - elk speelt zijn rol en krijgt zijn deel.'
Gysbrecht van Aemstel: over de verwoesting van Amsterdam
- verwijzing naar de oude tijd - inname van Troje (paard)
- verwijzing naar de nieuwe tijd - herovering Breda op de Spanjaard (turfschip)
Christelijke elementen (setting is kerstavond)

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Kunstopvatting
translatio (vertalen van klassieke teksten)
- beginnend schrijver
- vertaling van klassieke teksten
imitatio
- gevorderd schrijver
- een eigen stuk volgens klassiek stramien
aemulatio
- de ware meester
- toevoeging van christelijke elementen

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De tragedie (treurspel)
Aristoteles' Poetica:
- drie tot vijf bedrijven
- slechte afloop voor de hoofdpersoon
- noodlot, vaker roept de hoofdpersoon het lot over zichzelf af
- Voorbeeld: Lucifer  van Joost van de Vondel
De aartsengel Lucifer verzet zich door hoogmoed tegen God.
Wordt van de hemel naar de hel verbannen - peripeteia (lotswisseling)
- De catharsis: het meeleven met de hoofdpersoon heeft een zuiverende werking.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De komedie (blijspel)
Artistoles' Poetica:
- spiegel van de menselijke zwakheid
- lachwekkend
- personages zijn niet verheven (zoals bij de tragedie), maar direct herkenbaar (boers en volks)
- Voorbeelden: Warenar van P.C. Hooft en de kluchten van Bredero

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Literair werk
G.A. Bredero:
- De klucht van de koe - rederijkersklucht (1612)
- Spaanschen Brabander - komedie (1618)
Erasmus:
- Lof der Zotheid - allegorie (1509)
P.C. Hooft:
- Warenar - renaissancekomedie (1617 eerste opvoering)
Joost van den Vondel:
- Ghysbrecht van Aemstel - tragedie (3 januari 1638 eerste opvoering)
- Lucifer - tragedie (2 februari 1654 eerste opvoering)

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk 
Maken opdracht 1 t/m 4 (blz. 4 t/m 22) reader.

Let op:
Door de opdrachten steeds te maken, heb je al de helft geleerd voor de toets in de toetsweek!

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies