tussenletters in samenstellingen

Stillezen
timer
10:00
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Stillezen
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tussenletters in samenstellingen
- Wat zijn samenstellingen?


Lamp + kap = 
Maan + schijn =
Kapper + zaak = 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenstelling = twee woorden samenvoegen tot een nieuw woord.

Winkel + wagen = winkelwagen
Kapper + schaar  = kappersschaar
Boek + plank = boekenplank

Het laatste woord is de kern. 
Tussenletters in samenstellingen
Waarom soms aan elkaar, met een -(e)n-  ertussen en waarom soms met  -s- ertussen?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Er komt altijd een -s- tussen twee woorden als je hem hoort. 
de kamer van een meisje = meisjeskamer
een jack om in te trainen = trainingsjack

Maar soms start het tweede woord met een s-.  
Dan hoor je het niet... 

vervang dan het tweede woord voor een woord dat niet met een s start:
meisje + school = Meisjesschool/ meisjeschool?

meisje + fiets =  meisjesfiets                 meisjesschool
Tussenletters in samenstellingen: -s-

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


De -en is moeilijker. 

In principe schrijf je hem altijd als het eerste deel een zelfstandig naamwoord is en een meervoud op -en heeft:
Artikel uit een krant = krantenartikel

Maar er zijn 6 uitzonderingen:
Tussenletters in samenstellingen: -(e)n-

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je schrijft geen -n als het eerste deel:

  1. Geen zelfstandig naamwoord is (armelui)
  2. Geen meervoud heeft (benzinegeur)
  3. Alleen een meervoud op een -s heeft (douchebak)
  4. Meervoud op -s en -n heeft (groentesoep)
  5. Een versterkende betekenis heeft een de hele samenstelling is bijvoeglijk naamwoord (beresterk)
  6. uniek is (in Nederland/wereld) (maneschijn, zonneklaar, koninginnedag
Uitzonderingen: -(e)n-

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schematische weergave

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1) reus + groot

2) beer + gezellig

3) beer + vel 

4) erwt + soep

5) schaap + wol
Maak correcte samenstellingen

Slide 8 - Tekstslide

1) reuzegroot
2) beregezellig
3) berenvel
4) erwtensoep
5) schapenwol



Spelling §5 tussenletters in samenstellingen

Opdracht 1 t/m 5 (blz. 256-257)



Aan de slag

Slide 9 - Tekstslide

1) reuzegroot
2) beregezellig
3) berenvel
4) erwtensoep
5) schapenwol


Aan de slag:

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je deze week geleerd bij NE?

Slide 11 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat moet je over het onderwerp van deze week nog leren bij NE?

Slide 12 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies