H2 - week 11 - les 1 - Spelling H4 (herhalen)

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
tnl@jfc.nl
Ma, Di, wo, vrij

Let op: 
Doe mee met de LessonUp, 
Check wat je moet doen  deze week. 
Houd je aan de planner!
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
tnl@jfc.nl
Ma, Di, wo, vrij

Let op: 
Doe mee met de LessonUp, 
Check wat je moet doen  deze week. 
Houd je aan de planner!

Slide 1 - Tekstslide

- Welkom
- Spelling H4 - tussenletters -N- en -S-  - Herhalen
- Spelling H4 - werkwoorden oefenen en herhalen

Doel: 
- Je kunt in een samengestelde zin alle persoonsvormen en onderwerpen vinden
- Je kunt zien of een persoonsvorm bij een hoofdzin of een bijzin hoort.
- Je benoemt de werkwoorden in een samengestelde zin. 
- Je schrijft samenstellingen met de juiste tussenletters
- Je kunt moeilijke werkwoorden in de juiste tijd zetten 
Vandaag in de les:

Slide 2 - Tekstslide

Tussenletters in samenstellingen
Spelling H4

Slide 3 - Tekstslide

Samenstelling = twee woorden samenvoegen tot een nieuw woord.

Winkel + wagen = winkelwagen
Kapper + schaar  = kappersschaar
Boek + plank = boekenplank


Tussenletters in samenstellingen

Slide 4 - Tekstslide

Er komt altijd een -s- tussen twee woorden als je hem hoort. (en het eerste deel heeft een mv op -s)
beer + wijfje = wijfjesbeer

Maar soms start het tweede woord met een s-. Dan hoor je het niet. Verander dan het tweede woord:
meisje + school = Meisjesschool/ meisjeschool?
meisje + fiets =  meisjesfiets = meisjesschool
Tussenletters in samenstellingen: -s-

Slide 5 - Tekstslide

De -(e)n-  is moeilijker. 

In principe schrijf je hem altijd als het eerste deel een zelfstandig naamwoord is en een meervoud op -en heeft:
Artikel uit een krant = krantenartikel

Maar er zijn 6 uitzonderingen:
Tussenletters in samenstellingen: -(e)n-

Slide 6 - Tekstslide

Je schrijft geen -(e)n- als het eerste deel:
  1. Geen zelfstandig naamwoord is (armelui)
  2. Geen meervoud heeft (benzinegeur)
  3. Alleen een meervoud op een -s heeft (douchebak)
  4. Meervoud op -s en -n heeft (giraffehals)
  5. Een versterkende betekenis heeft een de hele samenstelling is bijvoeglijk naamwoord (beresterk)
  6. uniek is (in Nederland/wereld) (maneschijn, zonneklaar, koninginnesoep
Uitzonderingen: -(e)n-

Slide 7 - Tekstslide

Dan zoek je het op in een (online) woordenboek!
(niet te moeilijk doen, maar onthoud het vervolgens wel!)
Wat als je twijfelt?

Slide 8 - Tekstslide

Hoe schrijf je deze samenstelling?
steek + blind

Slide 9 - Open vraag

Hoe schrijf je deze samenstelling?
huil + balk

Slide 10 - Open vraag

Hoe schrijf je deze samenstelling?
beest + bende

Slide 11 - Open vraag

Hoe schrijf je deze samenstelling?
bruid + sluier

Slide 12 - Open vraag

Leg uit dat onderstaande uitleg onjuist is.

Je schrijft publiekjury, want je schrijft ook vakjury.

Slide 13 - Open vraag

Wat: 
Spelling H4 - tussenletters in samenstellingen - Eigen leerlijn
Spelling H4 - werkwoorden - eigen leerlijn (volgende les behandelen) 

Wanneer: maandag en les 2. (dinsdag oefenen werkwoorden)
Hoe: werk netjes, probeer bij elk voorbeeld te snappen waarom het zo is. 

Aan de slag!

Slide 14 - Tekstslide